Ariaantie Scheper woont in 1743 in Giessen-Oudekerk bij haar oom en tante Martje Jansdr en Cornelis Janszn. Martje is een zus van haar overleden moeder en Cornelis is de man van Martje. Martje is samen met haar vader Jan van den Herik beurtschipper van Giessen-Oudekerk op Gorinchem. Zij varen wekelijks met hun marktschuit door de Giessen, langs Giessendam, door de Peulensluis, via de Merwede naar Gorinchem (en weer terug). Zo ook op 11 februari 1743. Om 5 uur die middag lossen ze op de terugweg uit Gorinchem goederen bij Bart Janszn Verheul in Peursum. Cornelis Janszn, de man van Martje, is daar ook. Martje vraagt hem: Wat doet gij hier? Jij soud by het kind blijven, t kind sal soo vervaert sijn. Cornelis is dronken en zegt niet in staat te zijn naar huis te gaan. Ik ga zo spoedig mogelijk, maar we moeten even met elkaar praten. Dat praten duurt even. Martje en haar vader gaan door met hun werk, Cornelis loopt richting Giessen-Oudekerk en Martje pikt Cornelis even later weer op. Dan vertelt Cornelis pas dat Ariaantie dood is. Martje vertelt later: Hij zei, Ariaen is doot. Dat ik met groote ontsteltenis t selve toeriep: O Godt hebt gy er ook jouw handen aen getoont?. Cornelis zegt niets en gaat met Martje naar huis. Ariaantie ligt daar in ´t voorhuijs met syn kleeren aen sonder muts, en met hangend hair op t bed dood.
Cornelis Janszn is onrustig. Martje vraagt haar man een paar dagen later, na de begrafenis: Wat scheelt er aen? Segt mij, wat hebt gij het kint geleert, hoe hebt gy er meede geleeft? Cornelis bekent dan dat hij Ariaantie had opgehangen en de nek had gebroken, waarmee hij waarschijnlijk bedoelt te zeggen dat hij Ariaantie (in paniek) heeft gewurgd. Vervolgens vindt op 21 februari 1743 een soort familieberaad plaats. Martjes vader is daarbij, hij is immers ook de opa van Ariaantie, een broer van Cornelis en Joost Jacobszn, een zwager van Cornelis uit Sliedrecht. Joost vraagt aan Cornelis: Wy hooren by ons sulke slegte gerugten van jouw, jij moet ons nú seggen of jij het kindt vermoort hebt ofte niet. Soo jij geen schult hebt, behoeft jij niet te vreesen, maar hebt gy schult dan moet gy aenstonts vertrekken. Cornelis zegt dan: Jae ik heb het vermoordt om zich kort daer nae op de vlugt [te] begeeven. Dit verhaal staat in het boek Mededogen in vroeger tijd van Harry Aardoom uit 2016. Het is niet bekend of Cornelis vervolgd is. Op 16 februari 1743 is belastingaangifte gedaan van de dood van Ariaantie Scheper, maar zij overlijdt dus op 11 februari 1743. Aan het einde van 1743 wordt een halfzusje van Ariaantie geboren. Dat kind heet ook Ariaantie. Die Ariaantie is in de rechtstreeks vrouwelijke lijn een voormoeder van mij.
DTB Giessen-Oudekerk, Giessendam en Peursum (1692-1738, Dopen Gereformeerd)
DTB Giessen-Oudekerk (1739-1805, Begraven Gaarder)