Hij is getrouwd met Janna van 't Zelfde.
Gijsbert van Dijk doodt zijn eigen kind. Dammis van Dijk, 11 maanden oud, overlijdt in Hendrik-Ido-Ambacht op 16 november 1840. De rechtbank veroordeelt Gijsbert in 1841 'tot het zwaaijen met het zwaard over het hoofd' en tot 6 jaar gevangenisstraf. De hogerberoeprechter lijkt Gijsbert in 1843 te veroordelen tot onthoofding, maar de koning verleent hem in 1844 gratie van die straf. In plaats daarvan moet Gijsbert 10 jaar naar een tuchthuis. Gijsbert is schuldig aan 'vrijwilligen doodslag, begaan op zijn eigen kind, nog slechts elf maanden oud, en dit door het toebrengen van een paar harde slagen aan de linkerzijde van het hoofd, ten gevolge waarvan het kind den volgenden avond is overleden. Ook deze misdaad moet weder gedeeltelijk aan dronkenschap worden geweten, waardoor de vader, door het geschreeuw van het kind verstoord, aan hetzelve die mishandelingen heeft toegebracht, waarvan hij de noodlottige uitkomst noch heeft gewild, noch voorzien'. De zaak staat in de Utrechtsche Provinciale- en Stadscourant van 23 november 1840, de Groninger Courant van 9 februari 1891 en de Noord-Brabander van 20 januari 1844.
Gijsbert en zijn vrouw Janna van 't Zelfde scheiden op 19 september 1846. De echtscheidingszaak begint in 1844 en duurt zo lang omdat er getuigen gehoord moeten worden. Waarover weet ik niet. De officiële reden van de echtscheiding is dat Janna overspel pleegt. Janna is in verwachting van haar 3e kind bij de dood van haar zoon Dammis in 1840. Als Gijsbert sinds november 1840 vastzit, kunnen de in 1843 en 1846 geboren kinderen niet van Gijsbert zijn. Gijsbert overlijdt in 1853 in Hendrik-Ido-Ambacht in het huis waar ook zijn vader overlijdt. Gijsbert woont dus wellicht bij zijn moeder nadat hij vrijkomt.
Zij zijn getrouwd op 13 april 1839 te Zwijndrecht , hij was toen 24 jaar oud.Bron 2
Gijsbert van Dijk | ||||||||||||||||||
1839 | ||||||||||||||||||
Janna van 't Zelfde |
BS Zwijndrecht, Geboorte, 1814, 66
BS Zwijndrecht, Huwelijk, 1839, 4
BS Hendrik-Ido-Ambacht, Overlijden, 1853, 56