Stamboom Verstraten Kappelle » Elisabeth Nijssen (1785-1875)

Persoonlijke gegevens Elisabeth Nijssen 

• De naam is van het type 'gehuwde naam, aangenomen als onderdeel van het huwelijk'
• Alternatieve naam: Elisabeth Nijszee, Nijsje (variation)
• Zij is geboren op 5 augustus 1785 in Vlissingen, Gemeente Vlissingen, Zeeland, Nederland.Bronnen 1, 2, 3

  Getuige Jacop de Koning Getuige Elisabeth Basting. Zijnde de opa via Moeder en de oma via vader

• Beroep: op 26 maart 1824 Werkster in Rotterdam, Gemeente Rotterdam, Zuid Holland, Nederland.
• Feit: (DNA connectie gevonden) 0,1% (8,6‎ cM) Rosita van Drongelen nog niet precies.

  
  Rosita van Drongelen. Heeft connecties met Nijssen, de Jonge, Verstraten, Stoel, etc etc. Kan nog niet de juiste vinden.

• Woonachtig:
• op 17 juli 1811: Rotterdam, Gemeente Rotterdam, Zuid Holland, Nederland.Bron 4

  
  Deze straat dankte haar naam aan de lijnbanen of touwslagerijen die hier sinds het midden van de 15de eeuw voorkwamen. De Lange Lijnstraat liep van de Goudsesingel naar de Bredestraat, de Korte Lijnstraat in het verlengde daarvan vanaf laatstgenoemde straat naar de Hoogstraat. Oorspronkelijk was de naam Lijnstraat, de scheiding in 'korte' en 'lange' is van later datum. Bij besluit B. 30 juni 1942 werden de namen ingetrokken
  De touwslager deed zijn werk in de open lucht, overdekt of in een tentachtig geheel, op een touwslagerij of lijnbaan: een soms wel 300 meter lange, smalle strook grond waarboven vele door een spinner aangeleverde garens, werden uitgeschoren (uitgelopen). Het touw kwam terecht in een "kuil", een nog steeds bestaande lengtemaat voor touw.
  Aan een van de uiteindes van de lijnbaan werden de garens in groepjes aan de haken van een wiel of slagmechanisme (slinger) bevestigd, aan iedere haak een groepje garens. Daar stond ook een teer- en drooghuis.
  Aan de andere zijde van de lijnbaan werden de garens allemaal aan de ene haak, de lammeroen, van de lopende bok vast gemaakt. Deze lopende bok was een karretje met twee wielen en een over de grond slepend uiteinde waarop gewichten konden worden gezet, om zodoende de kracht waarmee de garens in elkaar werden gedraaid te kunnen regelen. Zo kon de kracht waarmee de garens tot strengen worden gedraaid worden bepaald en daarmee de uiteindelijke trekkracht en de stijfheid van het touw. Ook bevond zich aan dit uiteinde van de lijnbaan de klos: een taps toelopend en voor iedere groepje garens ingekerfd stuk hout dat hier de garens uit elkaar moest houden.

• op 26 maart 1824: Rotterdam, Gemeente Rotterdam, Zuid Holland, Nederland.

  
  Deze straat herinnert aan de lakenindustrie, in vroeger tijd een belangrijke bron van bestaan in Rotterdam. Het laken werd om te drogen en uit te rekken op ramen gespannen. In het oudste keurboek van ca. 1410 werd bepaald dat alle lakenramen uit de kerk verwijderd moesten worden. Voor die tijd schijnt het dus gewoonte te zijn geweest ze daar te plaatsen. Het einde van de Lombardstraat werd toen door de stad aangewezen voor het plaatsen van de ramen. Op 3 november 1508 besloot de vroedschap om land voor de ramen aan te kopen op het einde van de Westewagenstraat bij de Sint Jorisdoelen. Het Hof van Holland had enige jaren daarvoor, in 1504, toestemming verleend om een laan te maken van de Westewagenstraat naar de Coolvest. Dit was de latere Raamstraat. Ten noorden daarvan werden nu geleidelijk aan de ramen geplaatst. Het terrein werd door een raamsloot of -singel gescheiden van het land van de Witte Zusters. Er werd een raamhuis voor de wachter gebouwd, alsmede een raampoort die toegang gaf tot het terrein. Eerst in 1544 blijken alle lakenramen overgebracht te zijn; omstreeks die tijd werd de nieuwe Raamburg over de Delftsevaart, die de Raamstraat met de Sint Jacobssteeg (Sint Jacobstraat) verbond, gebouwd. Tot ca. 1591 zijn de ramen op deze plaats gebleven. Daarna zijn ze verplaatst naar een terrein buiten de Hofpoort, het voormalige Hof van Weena. Dit nieuwe terrein werd op dezelfde wijze ingericht als het oude. Ook hier werd een raampoort gebouwd. Er werd daar een laan aangelegd, die in 1656 onder de naam Raampoortlaan voorkwam. Andere namen voor deze laan waren Raamlaan, Raampad en Raamweg. In 1854 zijn de laatste ramen verkocht en daarna werden op dit terrein straten aangelegd. In 1896 werd de naam Raampoortlaan gewijzigd in Raampoortstraat. Het grootste gedeelte van de Raamstraat werd rond 1910 gesloopt ten behoeve van de bouw van het nieuwe stadhuis. Ongeveer op de plaats van het resterende deel van de Raamstraat liggen thans het Raam en het Raamplein.

• Zij is overleden op 17 mei 1875 in Rotterdam, Gemeente Rotterdam, Zuid Holland, Nederland, zij was toen 89 jaar oud.Bron 5

  Vogelenzang

• Een kind van Johannes Adam Nijssen en Johanna de Koning
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 8 februari 2024.

Gezin van Elisabeth Nijssen

Zij had een relatie met Onbekend niet genoemd in akte.

Referentienummer: MH:F500324

Kind(eren):

1. Jacob Nijsje  1811-1813
2. Adrianus Nijsen  1819-1821
3. Jacobus Nijssen  1824-1909 

Notities over Elisabeth Nijssen

Na 1811 met ingebruikname van Franse systeem van geboorteregister en vaste afspraken over namen noteren. Wordt de naam Nijssen in de registers vastgelegd. Voor deze datum komen we allerlei variaties tegen. Men schreef het zoals men het verstond.

Geboortedatum gevonden aan de hand van de registratieformulieren in Rotterdam zie bron geboortedatum

In 1824 was Rotterdam een belangrijke stad in Nederland, en de Binnenstad was het historische hart van de stad. Hier volgen enkele aspecten van het leven in de Rotterdamse Binnenstad in dat tijdperk:

1. **Economie:** Rotterdam stond bekend om zijn haven, zelfs in die tijd. De haven was een belangrijk handelsknooppunt en droeg bij aan de economische bloei van de stad. Veel handelaren, kooplieden en ambachtslieden vestigden zich in de Binnenstad, wat zorgde voor bedrijvigheid en diversiteit.

2. **Architectuur:** In 1824 bestond de Binnenstad uit een mix van historische gebouwen en nieuwbouw. De stad had al enkele eeuwenoudere structuren, maar door de jaren heen waren er ook nieuwe gebouwen verrezen, vaak in de stijl van die tijd.

3. **Woningen:** De woningen in de Binnenstad waren vaak smalle huizen met trapgevels. Mensen woonden dicht op elkaar, en het leven speelde zich voornamelijk af in de nauwe straten. Het was een tijd waarin steden begonnen te groeien en de bevolking zich concentreerde in stedelijke gebieden.

4. **Transport:** In de 19e eeuw was het transport in steden nog grotendeels afhankelijk van paard en koets. Straten waren nog niet geasfalteerd, en transportmiddelen waren beperkt. Mensen liepen veel, en paarden trokken karren met goederen door de straten.

5. **Sociaal leven:** Het sociale leven in de Binnenstad draaide om de lokale gemeenschap. Buurtbewoners kenden elkaar vaak goed, en het dagelijkse leven werd bepaald door lokale markten, kerken en sociale bijeenkomsten.

6. **Cultuur en onderwijs:** Rotterdam had in die tijd al enkele culturele instellingen en scholen. Kunst en educatie waren vaak nog voorbehouden aan de elite, maar er ontstonden ook meer mogelijkheden voor bredere lagen van de bevolking om zich cultureel te ontwikkelen.

7. **Maatschappelijke veranderingen:** De 19e eeuw was een periode van grote maatschappelijke veranderingen, zowel in Nederland als wereldwijd. Industrialisatie, urbanisatie en politieke omwentelingen waren aan de gang, en deze veranderingen hadden invloed op het dagelijks leven van de mensen in de Binnenstad.

Al met al was het leven in de Rotterdamse Binnenstad in 1824 doordrenkt van de kenmerken van de 19e-eeuwse stedelijke samenleving, met zijn eigen unieke mix van economische bedrijvigheid, architectuur, sociale interacties en culturele ontwikkelingen.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Elisabeth Nijssen?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Elisabeth Nijssen

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen