Hij is getrouwd met Hendrickje Jacobs van Cleeff.
Zij zijn getrouwd rond 1663.
De op Katendrecht wonende Pietertje Jans Winter, weduwe van Leendert Aryens Grol, transporteerde op 26-6-1690 voor 600 Car. gld. aan Jan Leenderts Tackebos, herbergier wonende te Katendrecht, een huis met schuur, 'bargh' en bijbehoren met nog een erfje, dat alles gelegen aan de dijk van het ambacht van Katendrecht en gedeeltelijk gelegen op de oomgaard van vrouwe de Viry, Vrouwe van Tolhuys (=Katendrecht).
Leendert Rocusse van der Linde transporteerde op 24-5-1691 aan Jan Leendertsen Tackebos, herbergier te Katendrecht, voor 550 Car. gld. een huis met erf en keet aldaar."
Met Cornelis Jansen Cock stelde Hendrickje Jacobs van Cleeff, weduwe van Jan Leendertsen Graauwert, zich bij akte gedateerd 13-5-1693 als borg voor Willem Michielsen van der Schoor, toen hij 400 Car. gld. leende van de minderjarige
kinderen van Jacobus van Benthen."
Op 20-1-1702 bekende de in het ambacht van Katendrecht wonende Bastyaen Doenen Verschoor vanwege geleende gelden 800 gld. schuldig te zijn aan Hendrickie Jacobs, weduwe van Jan Leendertsz. Tackebos, wonende op het
Tolhuys onder het ambacht van Katendrecht.
De op Pernis woonachtige Pieter Dirckse van Driel transporteerde op 1-5-1711 voor 2175 gld. ca. 3 morgen weiland in Smeetsland aan de onder Katendrecht wonende Hendrickje Jacobs van Cleeff, weduwe van Jan Tackebos."
Een akte van 30-10-1716 maakt melding van de weduwe van Jan Leendertse Tackebos als belender in Katendrecht en bij akte gedateerd 30-12-1718 verklaarde de te Charlois wonende Bastiaan Warboutse van der Wel vanwege een
geldlening 300 Car. gld. schuldig te zijn aan Hendrickje Jacobs van Cleeff, weduwe van Jan Leendertse Tackebos. Deze schuldbrief werd 12-9-1736 geroyeerd." Voor zover mij bekend is deze akte het laatste levensteken van
Hendrickje. (OV 1996 J.C. Slijkerman)
Jan Leendertsz Grauwert | ||||||||||||||||||
± 1663 | ||||||||||||||||||
Hendrickje Jacobs van Cleeff |