Arent woont 16 december 1612 al in Vlaardingen, als kuiper Hendrick Arentsz. Wintbreecker procedeert tegen medekuiper Arijen Stoffelsz. Coppellevanger inzake betaling voor aan hem geleverde vis (RAV 26-358), op 25 april 1616 doet Jan Hendriksz. Verlier hetzelfde vanwege geleverd werk (RAV 27-306) en op 8 mei 1616 is er sprake van twee schuldeisers: Jan Harculesz. van Rijp eist 25 pond voor arbeidsloonen geleverd laken (RAV 27-311) en Arijen Corsz., waard in De Haen heeft nog 4 pond te goed voor het gelag (RAV 27-314) en op 18 sept 1617 verschijnt opnieuw Hendrick Arentsz. Wintbreecker om 2 gulden van Coppellevanger te eisen voor geleverd werk (RAV 28-61, 67v); op 2 jan 1619 wordt Arent Stoffelsz. Coppellevanger, geboortig van Leiden poorter van Vlaardingen; 16 dec 1619 staat hij weer voor schepenen, nu gedaagd door Dirck Jacobsz. van Adrichem voor 30 gulden aan achterstallige huur op zijn huis aan de Westhavenkade (RAV 28-204v); op 20 dec 1620 en op 17 dec 1624 wordt hij door het stadsbestuur benoemd tot hoofdman van het kuipersgilde (ASV 44-40v en 52v); behalve kuiper is Arijen Stoffelsz. ook herbergier, want op 6 mei 1620 wordt een notariële verklaring afgelegd over een ruzie die waard Arij Christoffelsz. Coppellevanger met Floris Pouwelsz. heeft gehad (NAV1-18) en op 3 mei 1621 koopt hij als 'waard in de Vergulden Buijsch' een huis en erf op de hoek Westhavenkade/Rijkestraat (NAV 1-85) en op 8 dec 1625 nog een kuiphuis en erf aan de Westhavenkade (RAV 97-57v), dat hij op 1 mei 1634 voor ruim 102 gulden weer verkoopt (RAV 98-153); op 4 januari 1625 wordt hij met Hendrick Arentsz. Wintbreecker vermeld als voogd over de weeskinderen van Aelbrecht Andriesz. Spits en Neeltgen Dircksd. (ASV 275-88v) en op 4 oktober 1625 idem met Wouter Arentsz.,scheepmaker overt de weeskinderen van Steven Aelbrechtsz. Attevelt en Ariaentge Arentsd. Allepen (ASV 275-98); op 30 sept 1630 machtigt kuiper Arijen Christoffelsz. Cappelle Christoffel Theunisz. te Budel om de verkoopopbrengst van de boerderij van zijn moeder Theuntgen Govertsd., weduwe van Christoffel Jansz. Boogaert te ontvangen (RAV148-112); in een proces tegen amokmaker Jan Aelbrechtsz. Peesoff (op 6 sept 1632) wordt als 'plaats delict' de herberg van Arijen Stoffelsz. Coppelle genoemd (RAV 30-24); Aerie Stoffelsz. Coppel (ziek) en Soetge Hendricksd. testeren Vlaardingen 24 augustus 1636 (NAV 3-49) - zijn weduwe hertrouwt drie maanden later met weduwnaar schipper Jacob Ariensz. Calisvaer)
Hij is getrouwd met Soetge Heijndricks.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Arent Stoffels Coppellevanger | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Soetge Heijndricks |