Stamboom Van Osch » Daniël Jan Jan "Daneel" van Heijst (± 1390-< 1476)

Persoonlijke gegevens Daniël Jan Jan "Daneel" van Heijst 


Gezin van Daniël Jan Jan "Daneel" van Heijst

Hij is getrouwd met Heijlwich Sijmon Herman die Heerde.

Zij zijn getrouwd


Kind(eren):

  1. Jan Daniël Jan van Heijst  ± 1420-???? 


Notities over Daniël Jan Jan "Daneel" van Heijst

- had ook grondbelangen in Oisterwijk en Udenhout...
- in 1454 of 1455 werd Daneel van Heyst poorter van ’s-Hertogenbosch

info:
Zoals uit de vele bewaard gebleven transacties blijkt, heeft Daneel een lang en actief leven gehad. Pas in een Bossche schepenakte van 13 maart 1461 wordt de naam van Daneels vrouw Heilwig vermeld (R. 1231, f. 89v.): Daniel dictus de Heyscht tamquam maritus et tutor legitimus ut dicebat Heilwigis sue uxoris, filie Symonis dicti die Heerde, filii Hermanni, ab eodem Symone et quondam Elizabet sua dum vixit uxore pariter genite. Daneel deed overigens al in 1422 zaken met zijn (waarschijnlijk latere) schoonvader Simon die Heerde (R. Oisterwijk 143, f. 22v.). Deze was net als Daneel gegoed in de Stokhasselt in Tilburg.

Op deze plaats behandel ik ook de lotgevallen van Daneels broer Jan, die al in 1429 zou overlijden. Zij verkregen op 8 april 1422 gezamenlijk een erfelijke pacht (R. Oisterwijk 143, f. 22v.).

Op 30 januari 1423 verkregen de gebroeders afzonderlijk een aantal goederen in Tilburg, waarschijnlijk allemaal in de Stokhasselt. Op die datum gaf Reinier Krillart, zoon van wijlen Gerit Krillart in erfelijke pacht aan Jan:
– een tuin van Goiart van Heyst ter plaatse geheten ter Lijnden;
– de helft van een akker land en van een daaraan liggend stuk weiland, geheten die Lijndecker;
– het derde deel plus 8 roeden van een streep akkerland, gelegen bij de draaiboom, geheten die Acker;
– het derde deel van een stuk akkerland geheten die Heidrieschecker;
– het derde deel van een stuk land geheten die Hogenbrem;
– het derde deel van een akker land geheten die Pachtacker.
Behalve de lasten die er al uitgingen moest Jan twee mud rogge Bossche maar aan Reinier betalen. Reiniers broer Gerit Krillart, zoon van wijlen Gerit, deed afstand van zijn naastingsrecht. De pacht mocht worden afgekocht.

Hierna gaf Reinier Krillart aan Daneel van Heyst en aan Simon zoon van wijlen Herman des Heerden – mogelijk toen al zijn schoonvader – in erfelijke pacht:
– een stuk land geheten dat Bosch, deels akker-, deels weiland;
– het derde deel van de hierboven genoemde Heidrieschecker;
– het derde deel van de genoemde Hogenbrem;
– het derde deel van de Pachtacker;
– het derde deel van de streep land minus 16 roeden bij de draaiboom, geheten die Acker;
voor de oude lasten en voor 1½ mud rogge aan Reinier. Ook hier deed Gerit Geritsz. Krillart afstand van zijn naastingsrecht. Ook deze pacht kon worden afgekocht.

Tot slot gaf op dezelfde datum Reinier Krillart aan zijn broer Gerit in erfelijke pacht:
– een stukje akkerland in de landen geheten der Heistinghlant;
– het derde deel en 8 roeden van een streep land ter plaatse geheten die Eckerijnde;
– het derde deel van de genoemde Heidrieschecker;
– het derde deel van die Hogenbrem;
– de helft van van een akker land en daaraanliggend stuk weiland, geheten die Lijndacker;
eveneens voor de oude lasten en 1½ mud rogge Bossche maat en de mogelijkheid tot afkoop van de pacht. R. 1193, f. 301-302v.

De pacht van 2 mud rogge die Jan van Heyst moest betalen werd op 3 juni 1424 door Reinier Krillart aan hem overgedragen (R. 1194, f. 114v.). Op 27 januari 1425 gebeurde dit met de pacht van 1½ mud rogge die Daneel van Heyst en Simon Hermansz. die Heerde aan Reinier moesten betalen (R. 1194, f. 63) en op 6 juni 1426 met die van Reiniers broer Gerit (R. 1197, f. 110). Hun landerijen waren dus van deze pacht bevrijd.

In 1429 of kort daarvóór kwamen Jan van Heyst, zijn vrouw Liesbet Jan Weeldmans en wellicht ook hun kinderen te overlijden, mogelijk ten gevolge van de pest of een andere besmettelijke ziekte. Op 28 oktober van dat jaar verschenen de familieleden van Liesbet voor de Oisterwijkse schepenen en deden daar afstand van hun recht op een deel van de erfenis. Het ging daarbij om
..."allen recht ende gedeelte hen toebehorende inden erfenissen ende goede hier nae gescreven, gelegen in Westilborch; inden irsten in enen hof gelegen inden goede geheyten ter Lijnden tusschen die Stochasselt ende die Horevort al om ende om inder gemeynten; item in een stuc lands geheyten die Lijndacker met synre toebehorten aen die Lijnde, gelegen inter hereditates Gherits Crillarts ab utraque parte, streckende vander erfenis Reyneer Crillarts totter ghemeynten toe aen die Lijnde; item een stuc lands geheyten die Streep inter hereditatem Danel Jans soen van Heyst ab utraque parte et eciam cum uno fine aen Danel vorscreven, cum alio fine ad communitatem; item in een stuc lants geheyten den Hoghen Brem inter Danel vorscreven ab uno et inter Meeus Wickenvoert ab alio; item in een stuc lants geheyten den Heydriesch inter Daneel vorscreven ab utraque parte; item hennen gedeelten in die husinge daer quondam Jan van Heyst Jans soen ende Lysbet Jan Weeldmans dochter, sijn wijf, in bestorven sijn, ende gelyc als dese erfenissen ende husinge vorscreven hen toecomen ende verstorven syn van quondam Jan van Heyst Jans soen van Heyst, van Elisabetten sinen wive ende van horen kijnderen, als si seiden (R. Oisterwijk 146, f. 36)."...

We vinden hierin verschillende landerijen terug die Reinier Krillart destijds aan Jan in erfelijke pacht had gegeven.
Door deze overdracht werd het vermogen van Daneel aanzienlijk vermeerderd. In de komende jaren zien we hem regelmatig grond en inkomsten uit grond kopen en verkopen. De meeste grondstukken lagen rondom Ter Linden, waar hij woonde: in de Stokhasselt en aan de Horenvoert.

Op 11 november 1429 kocht Klaas Wouter roij Gerijs zoen van Daneel drie lopen land genaamd de Bergakker, gelegen in de Ronde Hasselt in Tilburg (R. Oisterwijk 146, f. 31) en op 6 februari 1430 deed Jan Goiartsz. van Heyst ten behoeve van Daneel afstand van een stuc lands houdende een half mudsaet lands of daerontrent, gelegen in Westilborch aen die Stochasselt inter hereditatem Meeus Wyckenvoert ab uno et inter Jan Start ab alio, cum uno fine ad communem plateam aen die Stochasselt et cum alio fine ad hereditatem Symon sHeerden (R. 147, f. 8v.).

Op 1 mei 1430 verkochten Peter Petersz. van Beurden en Daneel, mede voor zijn broer Jan als erfgenaam, aan Hendrik Petersz. Snijders hun recht op anderhalf mud rogge erfelijke pacht (R. Oisterwijk 147, f. 24v.).

Op 7 oktober 1433 kocht Daneel van Gielis Godschalksz. van den Tolberch, weduwnaar, en zijn kinderen verkregen bij Eefse Klaus Wouter Huben, een huis en tuin aan die Horenvoert (R. Oisterwijk 148, f. 26v.).

Op 7 februari 1437 verkocht hij een erfelijke pacht van en half mud rogge, dat Jan zoon van wijlen Pauwels gekocht had van Heilwig dochter van wijlen Herman Bacs, uit een huis en tuin optie Hoeven, aan Lambrechte geheyten die Groet, zoen quondam Wytman sGroten (R. Oisterwijk 149, f. 42v.).

Op 24 september 1440 verkochten Jan Peter Noudenz. en Jan Woutersz. van den Velde als Heilige-Geestmeesters (armmeesters) van Tilburg aan Daneel een akker geheten den Hecacker en een stukje daaraanliggende heide van ongeveer twee mudzaad in Tilburg aen die Horenvoert (R. 1210, f. 366). Het goed was belast met grondcijnzen en een erfelijke pacht van 1½ mud rogge, die Daneel voortaan zou betalen. Bovendien beloofde hij de armen van Tilburg vier jaar lang 2½ mud rogge Tilburgse maat op Maria Lichtmis en 100 peters vanaf Marie Lichtmis over drie jaar. Het was dus kennelijk niet zo dat hij dergelijke aankopen contant kon betalen. Of het moet zijn dat een dergelijke voldoening van de koopsom op verzoek van de Heilige-Geestmeesters is gedaan.

Op 7 januari 1441 erkenden Hendrik Peter Snijders en Daneel van Heyst van Hendrik Kroeck (doorgaans Croeck), zoon van Hendrik Wijnbroet, te hebben ontvangen 48 schapen ad ius stabilicionis, ‘te schattingsrecht’ – een vorm van exploitatie –, gedurende drie jaar vanaf Pinksteren naastkomend. Zij zouden deze kudde gedurende drie jaar op eigen kosten houden, waarbij de opbrengsten half voor Hendrik Snijders en half voor Hendrik Croeck zouden zijn en na afloop van de termijn de kudde half voor de een en half voor de ander. Hendrik Peters beloofde hierbij Daneel schadeloos te houden. Het aandeel van Daneel in deze transactie is niet duidelijk. Mogelijke heeft hij voor het houden van de schapen een geldbedrag ontvangen (R. 1211, f. 294v.).

Hendrik Croeck, zoon van Hendrik Wijnbroet, was vleeshouwer in ’s-Hertogenbosch en de weduwnaar van Korstien dochter van Hendrik Meusz. van Wickenvoirt en van Mechteld Jan Pauwelsz. van Heyst (R. 1220, f. 37-37v. (9.1.1450)). Hij was dus een aangetrouwd familielid van Daneel. Uit een belending blijkt dat hij in 1433 samen met Meus van Wickenvoirt bezit had in Tilburg aan die Horenvoert (R. Oisterwijk 148, f. 26v.: ad hereditatem Meeus Wijckenvoert ende Heyn Croeck).

Op 19 september 1443 droegen Michiel Klaas Wouter Roygeenkens soen zes en vier lopen rogge uit een stuk land geheten die Horenvoert over aan Daneel zoon van wijlen Jan van Heyst (R. 1213, f. 172v.) en op 6 juni van dat jaar verkocht hij zelf een pacht van een mud rogge Bossche maat uit die Lyndecker en een daaraanliggende weide ter plaatse geheten Ter Linden (R. 1213, f. 221v.)

Eveneens in hetzelfde jaar beloofde Daneel 30 Rijnsgulden aan Hendrik Lambertsz. Kloeten en samen met Hendrik Croeck vleeshouwer en Aart Aartsz. van Loet aan de Bossche lombard Matheus de Boudranis 24 Rijnsgulden. Bij deze laatste lening beloofde hij de anderen schadeloos te houden (R. 1213, f. 305v.).

Op 31 oktober van hetzelfde jaar 1443 verkocht hij een stuk land van 7 lopenzaad minus 12 roeden in de Stokhasselt aan Jan die Heerde, zoon van wijlen Jan die Heerde (R. 1214, f. 227v.).

Gerit Hendrik Hermansz. verkocht op 14 november 1443 een pacht van een mud rogge Bossche maat aan Daneel, afkoopbaar met 40 peters (R. 1214, f. 134v. nw.).

Op 2 april 1444 verkocht Hendrik Snijder, zoon van wijlen Peter Snijder, een stuk beemd in Tilburg ter plaatse geheten Dalem aan Daneel (R. 1214, f. 180).

Op 1 februari 1476 wordt Daneel voor het eerst vermeld als overleden (R. 1245, f. 207): Hermannus filius quondam Danielis de Heyst.

Bronnen:
GAHt, R. 's-Hertogenbosch 1185, f. 224v. (27.10.1407); 1189, f. 122-122v. (30.4.1415).
RAT, R. Oisterwijk 143, f. 6v. (28.10.1418), f. 22v. (8.4.1422).
GAHt, R. 's-Hertogenbosch 1193, f. 301-302v. (30.1.1423); 1194, f. 63 (27.1.1425).
RAT, R. Oisterwijk 146, f. 36 (28.10.1429; 1.5.1430), los vel bij f. 31 (11.11.1429); 147, f. 8v. (6.2.1430), f. 24v. (1.5.1430); 148, f. 26v. (7.10.1433); 149, f. 42v. (7.2.1437).
GAHt, R. 's-Hertogenbosch 1210, f. 365v.-366 (24.9.1440); 1211, f. 291v. (14.12.1440), f. 294v. (7.1.1441); 1212, f. 113v.-114 (13.1.1442; 18.1.1442), f. 234 (13.1.1443), f. 235 (18.1.1442), 157v. (29.3.1442), f. 178v. (7.6.1442); 1213, f. 172v. (19.1.1443), f. 221v. (6.6.1443), f. 305v. (19.9.1443); 1214, f. 9 (31.10.1443), f. 227v. (31.10.1443), f. 134v. (7.11.1443; 9.11.1443;14.11.1443), f. 228 (9.11.1443), f. 180 (2.4.1444); 1215, f. 34 (20.1.1445); 1216, f. 290v. (17.2.1446), f. 341 (31.3.1446), f. 230-230v. (1.7.1446), f. 322 (1.7.1446), f. 252 (13.8.1446); 1217, f. 443v. (21.3.1447).
ARA Brussel, Rekenkamers 45073 (cijnskring Oisterwijk; 1448), f. 45.
GAHt, R. 's-Hertogenbosch 1218, f. 328v. (8.2.1448), f. 125v. (30.3.1448), f. 395 (9.7.1448); 1220, f. 204-204v. (11.3.1450); 1221, f. 321v. (18.6.1450); 1222, f. 263 (22.1.1452), f. 43 (14.03.1452), f. 81v. (27.7.1452), f. 120v. (1.9.1452); 1223, f. 133 (2.3.1453), f. 218 (25.5.1453), f. 140 (30.5.1453).
RAT, R. Oisterwijk 161, f. 24 (10.9.1453), f.27 (7.11.1453), f. 27v. (23.11.1453).
GAHt, R. 1224, f. 15 (24.11.1453), f. 324v. (13.12.1453), f. 22v. (29.12.1453), f. 36-36v. (7.2.1454), f. 106v. (21.2.1454), f. 109v. (30.3.1454); 1225, f. 370 (27.2.1455), f. 83 (19.6.1455), f. 102 (14.8.1455); 1226, f. 2v. (4.10.1455), f. 207 (16.10.1455), f. 61 (5.2.1456), f. 451 (5.2.1456), f. 452v. (5.2.1456), f. 479v. (3.3.1456), f. 108v. (20.5.1456), f. 163v. (16.9.1456); 1227, f. 330v. (4.12.1456), f. 248 (25.5.1457), f. 436 (24.6.1457), f. 457 (20.8.1457); 1228, f. 253v. (29.10.1457), f. 333 (29.10.1457), f. 114 (24.12.1457), f. 279 (16.2.1458); 1230, f. 140 (11.10.1459); 1231, f. 26v. (5.12.1460), f. 89v. (13.3.1461), f. 153 (4.9.1461); 1801, f. 16v. (14.3.1461; 14.11.1443); 1232, f. 13v. (24.11.1461); 1234, f. 197v. (30.1.1464); 1236, f. 98v. (13.6.1467); 1237, f. 51 (22.8.1468); 1238, f. 241v. (29.9.1469), f. 193v. (8.1.1470); 1239, f. 127 (27.1.1470), f. 44v. (31.1.1470); 1801, f. 151 (10.7.1470); 1240, f. 221v. (30.1.1471), f. 107v. (23.3.1471), f. 248 (29.3.1471; 1.4.1471), f. 252 (4.4.1471), f. 360v. (26.4.1471); 1245, f. 207 (1.2.1476).

n.b.: op 18 november 2010 heeft dr. Martin de Bruijn voor de Heemkundekring "Tilborch" een lezing gehouden onder de titel 'Daneel van Heyst. Een vijftiende-eeuwse Tilburger en zijn omgeving'. (zie tekst hieronder)
bron: http://www.broerendebruijn.nl/StamreeksVanHeystDeBruijn.html
----------------------------------

Nr. 97. RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 145, microfiche 1-D1, f. 15v-1, aktenr. 097, 21-12-1423.
Op 21-12-1423 verkochten Sijmon Herman sHeerden en zijn zwager Daneel Jans van Heijst aan Wouter Jans sBonten een erfpacht van 1 mud rogge, met lichtmis te leveren, gaande uit een huis, tuin en aangelag, tezamen ½ mudzaad, in Westilburg, in de Stokhasselt, naast Jacob van Maerle en naast voornoemde Sijmon, strekkend aan de straat en aan Meeus Wijckenvoerts. Sijmon en Danel mogen deze erfpacht binnen 3 jaar afkopen met 75 licht gulden van 3 licht schilden.

Nr. 215. RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.146, microfiche 2-A11, na f.30v eerste los vel recto-2, aktenr. 215, 11-11-1429.
Op 11-11-1429 kocht Claes Wouter Roij Gerijs van Daneel Jan van Heijst 3 lopen land in Westilburg, genaamd de Bergakker, in de Ronde Hasselt, aan Andries Lemmens en de heer Crillaerts in het zuiden, aan Haijdewijc van ?Borde en kinderen in het noorden, op de Stokhasselt straat in het oosten en aan heer Crillaert in het westen, belast met een erfcijns van 8 oude zwart. Jan Wouter Roij Gerijts vernaderde.

Nr. 253. RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.146, microfiche 2-B11, f.36-1, aktenr. 253, 28-10-1429.
Op 28-10-1429 stonden kinderen van Jan Weeldmans, 1. Juet, gehuwd met Anthonijs zv meester Rutgheer van Woensel, 2. Dijnghen, gehuwd met Matheeus Wouter Bax Willem Tijmmermans, 3. Willem Jan Weeldmans, tevens voor 4. Jan, en voor 5. Hubrecht Jan Weeldmans, en voor 6. Heijlwijgh Jan Weeldmans, af aan Daneel Jans van Heijst hun deel in de navolgende erfenissen gelegen in Westilburg, in
1. de goederen genaamd ter Linden, tussen de Stokhasselt en de Horevoort, rondom in de gemeint,
2. de Lindakker aan de linde gelegen, beiderzijds naast Gherijt Crillarts, aan Reijneer Cril Crillarts en aan de gemeint aan de linde,
3. een stuk land genaamd de Streep, aan en beiderzijds naast Danel Jans van Heijst en aan de gemeint,
4. een stuk land genaamd de Hoge Brem, naast voornoemde Danel en naast Meeus Wickevoert,
5. een stuk land genaamd de Heidries, beiderzijds naast voornoemde Daneel, 6. de huizinge waarin eertijds Jan Jans van Heijst en zijn vrouw Lijsbet Jan Weeldmans bestorven zijn, hen verstorven van Jan Jans van Heijst, zijn vrouw Elisabet en hun kinderen. Willem Willems van den Kerchove zag af van vernadering.
Merten Henric Luten vernaderde erfenissen die Jo de Heijst uitgaf aan(?) Jo den Wever (01-05-1429).

Nr. 282. RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.146, microfiche 2-C9, f.41-2, aktenr. 282, 02-01-1430.
Op 02-01-1430 verkocht Jan Henric Boudens aan Willem Peter Vels een erfpacht van 12 lopen rogge, met lichtmis te leveren, die Henric Boudens aan zijn zoon voornoemde Jan in huwelijkse voorwaarden gaf, gaande uit een beemd in Westilburg op de Kwalen Wiel, naast de gemene stroom, naast de gemeint, aan Willem van Wijflit in het westen en aan Daneel Jans van Heijst in het oosten. Tot meerdere zekerheid stelde Jan 2 lopen land tot onderpand in Westilburg, in de akkeren bij de Heuvel, naast en aan Willem Jans van Wijflit, naast kv Claus Lebbens en aan Aert Aerts Engbrecht Holts. Stheven Bartolomeeus Jongelincs zag af van vernadering.

Nr. 40. RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.147, microfiche 1-B8, f.8v-6, aktenr. 040, 06-02-1430.
Op 06-02-1430 deed Jan Godevaerts van Heijst ten behoeve van Daneel Jans van Heijst afstand van ½ mudzaad land in Westilburg, aan de Stokhasselt, naast Meeus Wijckenvoert, naast Jan Start, aan de straat aan de Stokhasselt en aan Sijmon sHeerde.

Nr. 129. RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.147, microfiche 1-E10, f.24v-2, aktenr. 129, 01-05-1430.
Op 01-05-1430 verkochten Peter Peters van Boerden en Daneel Jans van Heijst (tevens namens wijlen zijn broer Jan) aan Henrick Peter Snijders hun deel van een erfpacht van 1½ mud rogge en een erfpacht van 1 mud rogge, die beide waren van die Aert Henric Walravens, welke erfpachten Peter van Boerden, Henric Cort Daneels, Henric Peter Snijders, de broers Daneel en Jan zvw Jan van Heijst verkregen van voornoemde Aert Walraven, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk.

Nr. 180. RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.148, microfiche 2-A8, f.26v-1, aktenr. 180, 12-10-1433.
Op 12-10-1433 verkocht Gijelijs Godscalcs (=Scalc) van den Tolberch, wv Eeffe Claus Wouter Huben, tevens voor zijn onmondige dochters Marie en Delije, met Jan bv Gijelijs als momber, aan Daneel Jans van Heijst een huis, hof en aangelag in Westilburg, ter plaatse de Horenvoort, naast en aan Jan die Vette, naast de straat en aan Meeus Wijckenvoert en Heijn Croeck, dat wijlen Claus Wouter Huben kreeg van Ghijsbrecht Vrancken Laureijns voor een erfpacht van ½ mud rogge aan Laureijns Vannijs en voor een erfpacht van 1½ mud rogge, met lichtmis te leveren, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk. Engbrecht Engbrecht Borchman zag af van vernadering. De schepenen hebben van de vernadering 2 vlaams en 6 plak. Hij betaalde 19 plak voor de schepenbrieven.
f.26v-2. Voorts verkocht Gijelijs aan Jan Godevaerts tFets 2 stukken land en heide, in Westilburg,
1. naast Godevaert tFetten en naast de gemeint,
2. naast Claus Wouter Huben en naast Jan van der Scueren,
welke 2 stukken Claus Wouter Huben gekocht had van Godevaert Jans van der Scuere, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk, belast met een erfpacht van 20 lopen rogge, waarvan ½ mud aan Goeswijn Henric van Boerden, ½ mud aan de h.geest van Westilburg, en de andere 4 lopen aan de kerk van Goirle (die wijlen Wouter Huben aan de kerk van Goirle vermaakt had).
f.26v-3. Voorts verkocht Gijelijs aan Godert Engbrecht Aert Leijten 4 stukken land in Westilburg, aan de Horenvoort,
1. ¼ van de Lange Akker, naast Daneel Jan Langh Daneels en naast Godert Engbrecht Aert Leijten,
2. een weide, beiderzijds naast voornoemde Daneel, aan Ghijb van Boerden in het oosten en aan Jan de Vet en voornoemde Daneel,
3. ¼ in de Ronde Akker, naast Jan den Vet en naast Lijsbet Wouter Huben en haar dochter Lijsbet, verwekt door Lambrecht Wouter Gheenkens,
4. in Hoenkens Brake, 1/5 deel in 3½ lopen, naast Huub Wouter Huben en naast Jan den Vet,
belast met een erfpacht van 1½ mud rogge aan wie men dat verschuldigd is. Hij betaalde 2 kromstaart voor de schepenbrieven. Meeus(?) Peter Wijten vernaderde buiten aanwezigheid van Godefridus, koper.
f.27-2. 01-12-1433. Frank Willem Grieten zag af van vernadering ten behoeve van Godevert Engbrecht.
f.26v-4. 25-11-1433. Meeus Peter Wijten vernaderde.

Bosch Protocol mbt Udenhout:
848. 1241/254v-11/17-06-1472. Solvit.
Genoemde Gerardus van den Broeck, weduwnaar van Aleijdis Rijcoldi van Litt, droeg, krachtens het testament van wijlen genoemde Aleijdis, over aan genoemde zusters een erfpacht van 1 mud rogge, gaande uit een huis, erf en tuin en erfgoederen daaraan gelegen, 2 mudsaat land, in Tilburg ter plaatse Horevoirt, tussen erfgoed van Goeswinus Ghibonis van Boerden en tussen erfgoed van DANIEL VAN HEIJST, Petrus van Boerden en Arnoldus Johannis Leijten, welke pacht Lambertus Christiani van Doernen ten behoeve van Gerardus Godefridi van den Broeck verworven had van zijn broer Gisbertus van den Broeck.

260. 1252/100-2/04-02-1483. Solvit.
De zusters Johanna Kepkens, moeder, Johanna Arnoldi van Haeren, procuratrix van het zusterklooster van de derde regel van St.Franciscus van het huis van St.Katharina in Oesterwijck, met instemming van de heer Henricus die Gruijter, priester, biechtvader van genoemde zusters, droegen over aan Ghisbertus Ghisberti van Boerden een erfpacht van 1 mud rogge, gaande uit een huis, erf en tuin en ergoederen, tesamen 2 mudzaad, in Tilburg ter plaatse die Horenoert, tussen erfgoed van Goeswinus Gibonis van Boerden en tussen erfgoed van DANIELIS VAN HEIJST, Petrus van Boerden en Arnoldus Johannis Leijten, welke pacht Franco van Langel ten behoeve van genoemde zusters verworven had van Gerardus zoon van Godefridus van den Broeck zoon van Henricus van den Smedebroeck.

----------------------------------
Samenvatting van de hiervoor gemelde lezing 2010 van Martin de Bruijn:
DANEEL VAN HEYST, Een vijftiende-eeuwse Tilburger en zijn omgeving.

De lezing ging over het boerenbedrijf in Tilburg in de vijftiende eeuw en was opgebouwd rond mijn voorvader Daneel van Heyst. Deze leefde van ongeveer 1390 tot 1475. De geschiedenis van zijn leven werd verteld in het kader van de ontwikkeling van het hertogdom Brabant en Tilburg in die periode.
De spreker wilde het beeld uit de wereld helpen dat er in de Late Middeleeuwen, net als rond 1900, veel arme boertjes in de Meierij van ’s-Hertogenbosch woonden, dat hun bedrijfjes op zelfvoorziening gericht waren en dat zij zich als aanvulling op hun inkomsten met de textielnijverheid gingen bezighouden.
Martins voorvader Daneel van Heyst stamde uit een familie die waarschijnlijk afkomstig was uit Heist-op-den-Berg tussen Mechelen en Herentals. De spreker probeerde aannemelijk te maken dat zijn voorouders in Tilburg terechtgekomen waren als kolonisten in het spoor van de Brabantse hertogen. Hij had daarvoor verschillende aanwijzingen.

De familie bezat in Tilburg tussen het Goirke (Julianapark) en de Heikant de hoeve het Goed ter Linden. Waarschijnlijk was dit goed door de hertog aan hen in cijns uitgegeven. Het stelsel van erfrecht, waarbij alle kinderen gelijke porties erfden, leidde al in de veertiende eeuw tot versnippering van dit goed. Wie wilde blijven boeren moest proberen de porties van de andere kinderen te verwerven of van anderen grond aan te kopen of te pachten.

Nadat Daneels vader Jan van Heyst jong overleden was, zette zijn moeder, Mechteld Lange Daneelsdochter, met hem en zijn broers Jan en Pauwels het boerenbedrijf voort. Na het overlijden van Mechteld en hun huwelijk zo rond 1425 begonnen de broers Jan en Daneel een eigen boerenbedrijf. Hun broer Pauwels schijnt jong overleden te zijn. Daneel verwierf verschillende stukken grond in Tilburg, akkerland in de buurt van het Goed ter Linden, maar bijvoorbeeld ook beemden – hooilanden – aan de Donge.

In 1429 stierf zijn broer Jan met vrouw en kinderen, vermoedelijk aan de pest. Door de erfenis verbeterde de positie van Daneel.
In de periode tussen ongeveer 1430 en 1460 was Daneel op tal van terreinen actief, soms alleen, soms met anderen. Zowel in 1433 als in 1442 kocht hij een huis in de buurt van het Goed ter Linden.

In 1441 sloot hij met een andere Tilburger een contract om 48 schapen op te fokken. In 1447 pachtte hij met een aantal andere, voor een deel meer vooraanstaande Tilburgers een deel van de tienden van de abdij Tongerlo.
Soms had hij op korte termijn geld nodig. Voor dergelijk kortlopend krediet maakte hij onder meer gebruik van de Bossche ‘lombarden’, geldschieters uit Lombardije. In 1452 pachtte hij met drie anderen van de weduwe van de heer van Helmond een molen in Tilburg.

In 1454 of 1455 werd Daneel van Heyst poorter van ’s-Hertogenbosch. Of hij in deze stad is gaan wonen, is niet duidelijk. Zijn nicht Korstien van Wickevoirt woonde er met haar man Hendrik Croeck vleeshouwer, met wie Daneel ook zaken deed. Waarschijnlijk is hij in deze tijd meer van zijn inkomsten gaan leven dan van zijn werk.
In deze periode trouwden ook zijn vijf kinderen, enkelen met een huwelijkspartner uit de directe omgeving. Zijn zoon Herman kreeg van hem een huis met toebehoren in erfelijke pacht. Andere zonen kregen als gebruikelijk een huwelijksgave.

Daneel vestigde ook wel erfelijke pachten op zijn bezittingen. Het lijkt erop dat hij die op den duur niet allemaal meer kon voldoen. In 1470 werd een huis van hem ‘uitgewonnen’, dit wil zeggen dat het gerechtelijk werd toegewezen aan zijn schuldeiser.
Het is niet duidelijk of dit zijn woonhuis was. Wellicht is hij op zijn oude dag bij een van zijn kinderen ingetrokken. Op 1 februari 1476 werd hij voor het eerst in een akte als overleden genoemd. Zijn kinderen hadden evenals hij bezittingen in Tilburg en hebben veel nakomelingen gekregen. Sommigen hiervan dragen nog steeds de naam Van Heijst of Van Hest, anderen hebben in de loop van de tijd een andere familienaam aangenomen.

Uit het leven van Daneel van Heyst blijkt dat er in Tilburg in de vijftiende eeuw boeren woonden die optraden als handelaren-ondernemers. Hun bedrijven waren niet op zelfvoorziening gericht, maar produceerden voor de markt. Uit eigen verder onderzoek heeft Martin de Bruijn kunnen vaststellen dat dit ook elders in de Meierij van ’s-Hertogenbosch het geval is geweest.

Dat er in Tilburg een omvangrijke textielindustrie ontstaan is, kwam volgens de spreker niet omdat er zo veel arme boertjes woonden die aanvullende inkomsten nodig hadden, maar omdat er nogal wat redelijk welgestelde boeren waren die over vermogen beschikten en daarom ook krediet konden verkrijgen om als textielondernemer op te treden. Zij kochten de grond- en hulpstoffen in, gaven deze aan spinners en wevers ter bewerking uit en verkochten daarna de halffabrikaten of, na het vollen en verven, de eindprodukten.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Daniël Jan Jan "Daneel" van Heijst?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Daniël Jan Jan "Daneel" van Heijst

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Daniël Jan Jan van Heijst


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Over de familienaam Van Heijst


De publicatie Stamboom Van Osch is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Berry van Osch, "Stamboom Van Osch", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-van-osch/I16995.php : benaderd 8 juni 2024), "Daniël Jan Jan "Daneel" van Heijst (± 1390-< 1476)".