Hij is getrouwd met Liutgard van Vlaanderen.
Zij zijn getrouwd rond 955 te Gent, Vlaanderen, België.
Kind(eren):
Wichman IV (ca. 935 - Mönchengladbach, 20 juli 974) was graaf van Hamaland en de Veluwe, en vermoedelijk ook van het Gooi (Naardingerland).
Wichman was een zoon van Meginhard IV en diens tweede echtgenote Cunegonde. Hij huwde tegen 950 met Liutgard van Vlaanderen (c. 935 - 15 oktober 962, begraven te Elten), een dochter van Arnulf I van Vlaanderen. Het paar kreeg minstens een zoon, Wichman V (c. 957 - 1 augustus 965 of uiterlijk 966, begraven te Elten), en twee dochters: Liutgard en Adela.
Dochter Liutgard werd de eerste abdis van het stift dat haar vader na de dood van haar broertje te Hoog-Elten had gesticht en dat in 968 al in bedrijf was. Zij overleed daar op 22 oktober van een jaar tussen 983 en 996 en werd in de stiftskerk begraven vóór het Johannes-altaar. Bij de opgravingen van 1964-1965 is haar graf niet teruggevonden, waarschijnlijk omdat het terrein waarhet zich bevond, toen niet is opengelegd.
Haar zuster Adela van Hamaland bestreed langdurig de overmaat waarmee haar vader en zuster het stift Elten hadden bedeeld met familie-erfgoed en haalde daarin tenslotte in december 996 haar gelijk.
Wichman overleed op 20 juli van een jaar (kort?) ná 974 als lekenbroeder in het klooster te Mönchen-Gladbach, nadat hij tevoren zijn graafschappen had overgedaan aan zijn schoonzoon Immed, Adela's eerste echtgenoot. Wichman is begraven te Hoog-Elten. Zijn stoffelijk overschot is evenmin teruggevonden bij de opgravingen van 1964-1965. Het is waarschijnlijk bijgezet in een afzonderlijke kapel waarin ook het Gangulf-altaar stond en die zich iets ten zuid-oosten van de familiebegraafplaats moet hebben bevonden. Ook dat gebied is bij de opgravingen niet opengelegd.
Wichman is uit drie oorkonden van koning Otto I van het Heilige Roomse Rijk (regeerde 936-973) bekend als graaf in Hamaland en op de Veluwe. Die oorkonden handelen allen over de begunstiging door Otto van zijn stichting St. Maurits te Maagdenburg met bezit te Deventer. In Deventer was sinds 877 ook het Vlaamse klooster Sint-Omaars gegoed, welks bezittingen echter nadien werden ontvreemd. De abt van Sint-Omaars reisde medio 956 naar Nijmegen om bij Otto I teruggave te bepleiten. Dat lukte. Otto stelde Wichman toen aan als 'voogd' (beschermer en rechter) over die bezittingen. Hoogstwaarschijnlijk heeft Wichman enkele weken tevoren eveneens de voogdij over de Maagdenburgse goederen te Deventer opgedragen gekregen en sindsdien uitgeoefend.
Genade
In 944 heeft Otto I de Grote het Hamalandse gravenhuis weer in genade aangenomen. Meginhard IV bleef zonder titel maar zijn twee zoons uit twee opvolgende huwelijken kregen elk een portie van zijn vroegere graafschappen: de oudste, Everhard, werd graaf in Salland, Drenthe en Hunsingo/Fivelgo, de jongste, Wichman IV, in Hamaland, de Veluwe en waarschijnlijk ook het Gooi. Beiden kregen ook een burcht uit het vaderlijk erfgoed dat sinds 939 geconfisqueerd was geweest maar in 944 geheel of gedeeltelijk zal zijn teruggegeven: Wichman kreeg de burcht op de Eltenberg, Everhard die in Zutphen.
Everhard had slechts één overlevende erfdochter, Averarda. Omstreeks 950 huwde zij met Godfried van Verdun. Averarda overleed vermoedelijk al in 961 met nalating van een zoontje en een dochtertje. Godfried huwde het jaar daarop met Mathildis van Saksen, weduwe van de Vlaamse graaf Boudewijn III, de zwager van Wichman IV.
Wichman IV was rond 947 met de Vlaamse gravendochter Liutgard, zuster van Boudewijn III gehuwd. Zij overleed in 962 op de leeftijd van 27 jaar. Uit dat huwelijk kennen we drie kinderen, Adela van Hamaland, Liutgard van Elten en Wichman. Wichman junior stierf waarschijnlijk in 965 of 966 op de leeftijd van zeven jaar. Daarmee werd de voortzetting van het geslacht in mannelijke lijn afgebroken, want Wichman IV, hoewel toen rond 35 jaar oud, taalde niet naar een tweede huwelijk: hij bouwde zijn burcht al voor 968 om tot het vrouwensticht in Hoog-Elten. De laatste vermelding van Wichman dateert uit december 973.
Een aanzienlijk gedeelte van zijn allodiale bezittingen schonk Wichman aan zijn religieuze stichting. Zijn dochter Adela voelde zich daardoor ernstig benadeeld en heeft zich daar bijna tientallen jaren tegen verzet, uiteindelijk - in 996 - met succes.
Graaf Balderik en het uiteenvallen van Hamaland
De graafschappen van Wichman zijn waarschijnlijk overgegaan op zijn schoonzoon Immed, uit het geslacht der Immedingen, eerste echtgenoot van Adela, en vervolgens op hun beider zoon, Diederik van Hamaland. Deze laatste is in het jaar 1017 overleden met nalating van twee dochters.
Na de dood van Diederik kwam Hamaland in het bezit van de tweede echtgenoot van Adela, Balderik graaf van Drenthe en Salland. Na de moord op zijn rivaal Wichman van Vreden viel Balderik in ongenade en in 1018 werden hem al zijn bezittingen ontnomen. De graafschappen Drenthe (1024), Teisterbant (1026), en Umbalah (1041) kwamen in het bezit van het bisdom Utrecht en vormden de kern van het sticht Utrecht.[3]
Het graafschap Hamaland viel nu waarschijnlijk aan de hertogen van Neder-Lotharingen, hoewel hier geen duidelijke bronnen voor zijn. De oudste dochter van Diederik huwde vermoedelijk met Godfried, de zoon van Godfried van Verdun uit diens tweede huwelijk, en hertog van Neder-Lotharingen (1012-1023). Toen deze in 1023 kinderloos overleed, werd hij als hertog en graaf opgevolgd door zijn jongste broer Gozelo I van Verdun. In 1033 werd Gozelo ook hertog van Opper-Lotharingen, wat hij later overdeed aan zijn oudste zoon, Godfried 'met de Baard'. Toen Gozelo in 1044 overleed, had Godfried eigenlijk recht op de opvolging ook in Neder-Lotharingen, maar koning Hendrik III onthield hem dat en gaf het aan de jongere zoon van Gozelo, de zwakzinnige Gozelo II. Godfried 'met de Baard' kwam in opstand en raakte daardoor in 1046 zijn ambten kwijt. Hamaland kwam nu ook bij het sticht Utrecht en hield als zodanig op te bestaan. Later kwam het sticht Utrecht nog in het bezit van Westflinge (1064), Staveren (1077), Wester- en Oostergo, en IJsselgouw (1086).[3]
[bewerken] Gerard Flamensis en de opkomst van Gelre
Bava van Hamaland, de jongere dochter van Diederik van Hamaland, was gehuwd met Gerard van Antoing, bijgenaamd 'Flamensis' ('de Vlaming').[4][5] Uit dat huwelijk sproot tenminste een zoon, Gerard II. Toen Godfried in 1046 uit zijn graafschappen werd gezet, heeft deze Gerard II zich kunnen vestigen op de Veluwe, in Teisterbant (Tieler- en Bommelerwaard, een graafschap dat Diederik van Hamaland met zijn huwelijk had verkregen) en de Betuwe (uit de familie van Immed, zoals ook de Hetter- en Duffelgouwen ter weerszijden van de Rijn bezuiden Hamaland). De Hettergouw waarin o.a. de stad Gelder ligt waarnaar het gravenhuis van Gelre zich later ging noemen, en vermoedelijk ook de Duffelgouw, heeft Gerard pas na 1063 kunnen overnemen, net als het zuidelijke deel van Hamaland.
Omdat Gozelo I zich in 1024-1025 hevig verzette tegen de troonsbestijging van koning Koenraad II werd zuidelijk Hamaland rond 1026 vergeven aan een gunsteling van Koenraad, een zekere Werner. In Hunsingo-Fivelgo werd een halfbroer van koningin Gisela in dezelfde functie gedicteerd. Werner hield zich afzijdig van de opstand van Godfried 'met de Baard' en hoefde daarom zijn ambt niet op te geven. Pas na Werners overlijden kon de grafelijkheid in zuidelijk Hamaland door de 'Flamenses' geclaimd worden. We weten we dat ze zich daar in 1085 intussen hadden kunnen vestigen.
In de Hettergouw (en vermoedelijk ook wel Duffelgouw) moet al vóór 1046 een leengraaf van Godfried 'met de Baard' actief geweest zijn, een zekere Godschalk die ook leengraaf van noordelijk Hamaland was. Godschalk heeft zich net als Werner gedistantieerd van de rebellie van Godfried 'met de Baard' en kon dus ook zijn ambt behouden. Godschalk overleed in 1063 en in 1067 zien we dan een Gerard 'Flamensis', heer van Wassenberg, als graaf in de Hettergouw.
[bewerken] Graafschap Zutphen
Zie Graafschap Zutphen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In noordelijk Hamaland was Godschalk ook leengraaf van Godfried 'met de Baard', maar koning Hendrik III gaf dat graafschap ná de afzetting van Godfried aan het Sticht Utrecht. In de schenkingsakte is de begrenzing van noordelijk Hamaland nauwkeurig omschreven. Hamaland werd in tweeën geknipt langs de lijn Steenderen-Leuvenheim-Eerbeek, waar het op zijn smalst was. Door de schenking van 1046 werd Godschalk leengraaf van Bernold, de bisschop van Utrecht.
Toen Godschalk in 1063 stierf, heeft zijn zoon Otto van Zutphen, bijgenaamd 'de Rijke', hem in noordelijk Hamaland opgevolgd. Hun residentie was Zutphen, waarnaar het graafschap geleidelijk genoemd raakte. Nog steeds heet de streek, die vroeger noordelijk Hamaland beoosten de IJssel vormde, 'de Graafschap' naar het Graafschap Zutphen.
De naam Hamaland komt aan het eind van de 11e eeuw voor het laatst in bronnen voor.
[bewerken] Lijst van heersers van Hamaland
Periode
Naam
Bijzonderheden
Meginharden
?
Brunhari
rond 794-800
Wrachari
zoon van Brunhari
?
Meginhard I
zoon van Wrachari
rond 855
Wichman II
uit het geslacht der Billungers; mogelijk schoonzoon van Meginhard
voor 881
Meginhard II
relatie onduidelijk
voor 882 - 898
Everhard Saxo
zoon van Meginhard II
898 - ±915
Meginhard III
broer van Everhard Saxo
±915 - ±938-939(?)
Meginhard IV
zoon van Everhard Saxo; 938-939 opstand tegen koning Otto I, titel ontnomen
voor 936(?) - 966
Wichman IV
zoon van Meginhard IV; schonk in 966 de grafelijke rechten aan het sticht Elten, bestreden door zijn oudste dochter Adela
Immedinger
- 995
Immed
echtgenoot van Adela van Hamaland, dochter van Wichman IV
995 - 1017
;
Diederik
zoon van Immed; mogelijk vermoord door Balderik
-
1017-1018
Balderik
tweede echtgenoot van Adela van Hamaland
Huis Verdun
1018 - 1023
Godfried de Kinderloze
schoonzoon van Diederik?
1023 - 1044
Gozelo I van Verdun
broer van Godfried
1044 - 1046
Godfried "met de Baard",
zoon van Gozelo; kwam in opstand waarna hem zijn titels werden ontnomen
Flamenses
1046 - 1052
Gerard II van Wassenberg
zoon van Gerard van Antoing en Bava, dochter van Diederik
Zie verder lijst van heersers van Gelre
[bewerken] Zie ook
Lijst van heersers van Gelre
Adela van Hamaland
[bewerken] Recente literatuur
Jongbloed, H.H (2006): Tussen 'paltsgraafschap' en 'IJssellinie', Averarda 'van Zutphen' († 11 augustus [961]) en de geboorte van de graafschappen Zutphen en Gelre (1026-1046) in: Bijdragen en Mededelingen Gelre - Historisch Jaarboek voor Gelderland 97 met kartering van Hamaland in zijn boven beschreven omvang
Jongbloed, H.H (2006): 'Immed 'von Kleve' (um 950), Das erste Klevische Grafenhaus (c. 885 - c. 1015) als Vorstufe des geldrischen Fürstentums', in: Annalen des Historischen Vereins für den Niederrhein 209
Jongbloed, H.H (2006): 'Wanburtich': Heinrichs II. Beteiligung an der Wahl von Kamba (1024), in: Deutsches Archiv für die Erforschung des Mittelalters 62
Bronnen en noten 1.? Heidinga teruggrijpend op oudere schrijvers
2.? Wirtz, ook op grond van oudere schrijvers
3.? a b Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis 5
4.? La Chronique de Saint-Hubert
5.? Gelre.doc "Het is natuurlijk niet onaardig dat zo'n schimmige gestalte op grond van de bijnaam Flamens van enkele geschiedschrijvers een vlammend rode haardos heeft gekregen, maar te langen leste zijn de geleerden het er toch bijna over eens geworden dat Flamens of Flamensis niet op de kleur van de haren slaat, maar op de Vlaamse afkomst van de man."
Categorieën: Achterhoek
Geschiedenis van Overijssel
Geschiedenis van Gelderland
Gouw in de Nederlanden
http://nl.wikipedia.org/wiki/Hamaland
Over de omvang van het graafschap Hamaland is lange tijd van alles beweerd dat de toets der kritiek niet kan doorstaan. Het graafschap strekte zich uit over beide oevers van de IJssel, van iets benoorden Deventer naar het zuiden. Het gebied op de westelijke IJsseloever vormde een betrekkelijk smalle strook langs de rivier. De westgrens kruiste de Rijn ongeveer bij Velp, pakte het uiterste oosten van de Betuwe mee om daarna de Rijn te volgen tot iets bezuiden Emmerik. Vandaar liep de oostgrens van Hamaland parallel met die tussen het Sticht Utrecht en het Prinsbisdom Münster, zoals die sinds het einde van de 8e eeuw waren getrokken en tot in de 16e eeuw zouden blijven bestaan. Hamaland kreeg daardoor twee uitstulpingen naar het oosten, de ene tot voorbij Lochem en de andere tot en met Doetinchem. Tussen die twee uitstulpingen versmalde het en bereikte zijn kleinste breedte ter hoogte van Steenderen op de oostelijke en Eerbeek op de westelijke IJsseloever. De opvatting dat Hamaland westwaarts ooit eens de Veluwe en Flethite heeft omvat,[1] berust op mislezing van een oorkonde van 855, terwijl de gedachte dat Hamaland zich oostwaarts tot in het Münsterland zou hebben uitgestrekt,[2] teruggaat op een veel te ruime interpretatie van een 12e-eeuwse kroniektekst.
Het graafschap Hamaland in zijn hierboven gegeven omvang omvatte de oudere gouw Islo/Hisloa, de IJsselgouw, in het noorden en de gouw Leomericke, de Liemers, in het zuiden. Niet ongebruikelijk in de rijksorganisatie van de Karolingen werden twee gouwen in één bestuurlijk district, een graafschap, samengebracht.
Wichman IV van Gent van Hamaland | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 955 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Liutgard van Vlaanderen |
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: Genealogie Web Site Joris van Riel
Stamboom: KONING EN ADEL
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stambomen op MyHeritage
Familiesite: Van Elderen Web Site
Familiestamboom: 150436071-7
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: KOUDIJS Web Site
Stamboom: Koudijs
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: Sutherland Website
Stamboom: Spaan Family Tree