Arnhem, Index, Dopen 1608-1811 / Nederlands Hervormde.
Overleden de Weledel gestrenge Heer Mr Jan Christiaan Swaen, Vrijheer van Pouderoijen.
(Bron BHIC) Grave, 05-11-1785:
Jacobus Smits, schepen van Grave en Petronella Beekman [kleindochter van Jan Christiaan Swaen], echtelieden machtigen J. H. Dietz, advocaat te Nijmegen om te handelen namens hen als mede-erfgenamen van een vierde deel van de nalatenschap van Jan Christiaan Swaen, vrijheer van Pouderoijen en oud-schepen en raad van Nijmegen, overleden 11-11-1772 te Pouderoijen.
(1) Hij is getrouwd met Elisabeth Cornelia Edzarda Chenel.
Zij zijn getrouwd op 3 maart 1729, hij was toen 26 jaar oud.Bron 1
Op 07-08-1731 koopt de moeder van Elisabeth Cornelia Edzarda Chenel, Hester De Bussy de Rabutin (als weduwe) De Gulden Bodem te Arnhem, het goed is leenroerig aan het huis Doorwerth en was een voormalig jachthuis en landgoed van Hertog Karel van Gelre, toentertijd ’t Gulden Spycker geheten [het huidige park is rijksmonument]:
'Zeger Muijs als erfgenaam van wijlen de landschrijver Rick Muijs, zo voor zich zelf en mede voorzoveel nodig of dienstig de rato caverende voor zijn zoon Jacob Muijs, en voorts Anna Muijs verklaren te cederen, te transporteren en in volle eigendom over te geven hun erve en goed, den gulden Bodem genaamd, bestaande in huis, hof, boomgaarden, bouwlanden, 2 schaapsdriften en 2 schaapskooien en een berg, voorts eiken akkermaal en allees, zo en als hetzelve in deze schependom van Arnhem gelegen is, aan Hester Bussij de Rabutin, douariere Pieterson, bekennende van de gehele kooppenningen van dien ter somma van 7213 gl. ten volle voldaan en betaald te zijn [enz.]'.
Na het overlijden van Hester De Bussy de Rabutin in 1735 komt de Gulden Bodem in eigendom van dochter Elisabeth Cornelia Edzarda Chenel (zij overlijdt in 1741) en haar man Jan Christiaan Swaen. Die laatste verkoopt het goed vervolgens in 1757 aan Mr. Hendrik Willem Brantsen, secretaris van de stad Arnhem en woonachtig op de naburige buitenplaats Zijpendaal.
Het echtpaar was tot 21-04-1734 ook (mede)eigenaar van 'het getimmer [een bouwwerk, bv woning] en papiermolen' liggende in den Schependom van Arnhem, in de Zyp op de grond van de burgemeester Willem van Bayen.
Arnhem, 30-06-1757:
'Burgemeesters, schepen en raden der stad Arnhem doen hiermede te weten dat zij op 26-05-1755 in het openbaar ter Raadkamer als een verbalmund en uitgesleten goed na voorgaande publicaties van 11-03-1755, 25-03-1755 en 09-04-1755, alhier van de Luyve gedaan, hebben laten veilen en ophangen het erf en goed, den Gulden Bodem genaamd, in deze schependom bij de Zijp gelegen, zijnde gedeeltelijk allodiaal en gedeeltelijk als een leen van de heerlijkheid Doornweert releverende, toebehoord hebbende aan Mr. J.C. Swaan, waaraan Leendert Johan Smits, schepen der stad 's Bosch en ontvanger der verponding over die stad en het kwartier van Maasland, op 16-04-1753 mede uit kracht van te dien fine geobtineerd consent van de stadhouder en mannen van leen van den huize en Hoge heerlijkheid Doornweert vnd. heeft gepeind en op 17-06-1754 de eerste, op 21-10-1754 de tweede en op 27-01-1755 de derde of laatste ruiming en dus in- en aanhering bekomen heeft, teneinde [enz.] daaraan kost en schadeloos te verhalen 2 distincte hoofdsummen, de één van 5000 gl. en de andere van 5707 gl. ingevolge 2 bijzondere wissels of handschriften, beide d.d. 17-11-1747, ten profijte van de Banquier B.L. Gompers door gemelde J.C. Swaan genegotioneerd, alsook bij nadere handschriften van 17-05-1749 en 15-08-1749 door dezelve J.C. Swaan aagenomen en beloofd aan de pandeiser te zullen betalen met de interesse van dien tegen 5 percent, zijnde dat perceel bezwaard met 60 gl. jaarlijks, te betalen aan Helena Muijs en Christina en Cornelia van Rossum, kinderen van Neeltjen Muijs, zolang die of één van dezelve leven, alles in conformité van het testament en transport daarvan zijnde, [---] zijnde en is hetzelve verkocht onder die conditie dat de vnd. jaarlijkse uitgang van 60 gl. moet worden geconsidereerd als een onlosbaar bezwaar, van welk erf en goed vervoglens de inzaat en toeslag voor een summa van 6200 gl. door Mr. H.W. Brantsen, raadsecretaris dezer stad'.
(Bron: Gelders Archief).
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Cornelia Florentia Raven.
Toestemming voor het huwelijk is 24 augustus 1747 verkregen te Leiden.Bron 3
Zij zijn getrouwd op 12 september 1747 te Koudekerk, hij was toen 45 jaar oud.Bron 1Koudekerk, gemeente Alphen aan den Rijn. Attestatie van Nijmegen, Leiden en Poederoijen.
Opmerking bij het huwelijk van Jan Christiaan Swaen en Cornelia Florentia Raven ondertrouw op 24-08-1747 te Leiden:
De Heer Mr Jan Christiaen Swaen, Vrijheer van Pouderoyen, Schepen en Raed der Stadt Nijmegen en Extraord. gecommitteerde ter Vergaderinge van Laer Hoog, Hog: de Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, wed. van Vrouwe Elisabeth Cornelia Edzarda Chenel, wonende te Nijmegen. Geadsisteert met de Heer Jan Swaen, burgermeester der Stadt Nijmegen, zijn Neeff wonende te Nijmegen.
Moet attestatie van Nijmegen en Pouderoyen overbrengen.
Met Vrouwe Cornelia Florentia Raven, wed van de Heer Mr Johan de Hamer, wonende alhier (Leiden), geadsisteert met Vrouwe Petronella Klant, wed van de Heer Arend Raven Schuijl, haar aanbehuwde moeder, wonende in 's-Gravenhage, en de Heer Mr Joachim Raven, haar broeder, wonende alhier (Leiden).
Tevens een huwelijksinschrijving in Nijmegen: 27/8/1747, Opmerking: Op attestatie van Leijden.
Jan Christiaen Swaen heeft dan vier kinderen uit zijn eerste huwelijk.
Uit het huwelijk met Cornelia Florentia Raven zijn geen nakomelingen.
28-05-1754 is er gedoe m.b.t. een erfenis:
'Mr. J. Ravens c.s. contra Mr. J. Chr. Swaan, heer tot Poederoijen., Erfeniskwestie van Florentia Raven, vrouw van Mr. Johan de Hamer.'
27-02-1759 nogmaals:
'Mr. J. Raven c.s. contra Mr. J. C. Swaan, heer van Poederoijen., Erfeniszaak van Cornelia F. Raven, wed. van Johan de Hamer.' (Bron: Gelders archief)
(3) Hij is getrouwd met Aletta (Aaltje) Cambier.
Zij zijn getrouwd na 1753.
Geen kinderen. Woonden in 1758 in Schiedam.
(4) Hij is getrouwd met Marianne du Long.
Toestemming voor het huwelijk is 6 april 1759 verkregen te Amsterdam.Bron 4
Zij zijn getrouwd april 1759 te Amsterdam, hij was toen 56 jaar oud.Bron 4'Deze perzonen sijn op acte ingetekent van Ds Jan Antoni Amelius Predickant e Poederojen. De Heer Mr Jan Christiaan Swaan oud schepen & raad der Stad Nijmegen VrijHeer van Poederojen, laatst weduwnaar van Aletta Cambies. en Maria du Long, weduwe Daniel Augier, op het Cingel.
In de kantlijn: Acte verleent den 22 april 1759 om in de Walekerk te trouwen.
Volgens de 'Lijst van eigenaren van plantages, en houders van hypotheken op plantages in Berbice, Demerara en Essequebo, 1818-‐1819' zijn Mr Johan Christiaan Swaen en Maria du Long in 1771 eigenaars van koffie- en suikerplantage Klein Poederoijen (Poudero(o)yen) , gelegen aan de West zijde der rivier tusschen de Plantaadjen Vreed en Hoop en Malgré Tout groot 1.125 Akkers; (Huidig Guyana) alwaar vele slaven tewerk gesteld zijn. Op 13-02-1775 heeft Maria du Long de plantage als weduwe nog in eigendom.
Naam komt ook voor als Johan Christiaan, Jean Christian en als Swaan.
Titel/Beroep: Heer en Meester van de Hoge en Vrije Heerlijkheid Poederoijen, Schepen en Raad van Nijmegen. Extraord. gecommiteerde ter vergadering van H.H. Staten Generaal der V.N. [Vereenigde Nederlanden], Advocaat aan het Hof van Gelre.
Grootburger van Nijmegen (17-3-1732. Herkomst: heer van Pouderoyen, Bedrag: vereert // Aantekeningen: Grootburger, Bron: Reg. archief Nijmegen, Verleningen burgerrecht, 1336-1810).
Universiteit: Harderwijk; gepromoveerd 15 sept. 1722 - eed afgelegd 24 sept. 1722; lid Sint-Lucasbroederschap. (Bron: Gelders Archief.
Daarnaast was hij, samen met zijn vierde echtgenote Marianne du Long, eigenaar van koffie- en suikerplantage Klein Pouderoyen te Demerara (huidig Guyana), waar vele slaven tewerk gesteld waren.
De plantage was gelegen aan de westoever van de rivier de Demerara, in de regio Demerara-Mahaica tegenover de huidige stad Georgetown in Guyana.
Marianne du Long verkoopt de plantage in 1790 aan haar stiefzoon, Anthony Pieter Swaen.
Anthony Peter trouwde met ene Koba (een vrije vrouwelijke Indiaan) en zij kregen twee zoons, Ernst Sigismundus (1801–1869) en Jan Christiaan (1791–1832), die de plantage nog jarenlang voortzetten. In 1854 is Plantage Klein Pouderoyen executoriaal verkocht.
Wapen: in keel of azuur, drie zwanen van zilver naar rechts gewend, twee en één geplaatst;
het helmteken: een uitkomende zwaan naar rechts, tussen een open vlucht.
(Bron: RaR)
Jan Christiaan Swaen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1729 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth Cornelia Edzarda Chenel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1747 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelia Florentia Raven | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) > 1753 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aletta (Aaltje) Cambier | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(4) 1759 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marianne du Long |