Sch. v. O. d.d.: 25-9-1519 (273) =================273====================
Heer (is doorgestreept, is hij niet langer priester dan?, zie volgende akte, JT) Daniel de Leeuw, priester (=priester is doorgestreept, JT) als man van Joesten heeft zijn achterstallige vordering aangetoond inzake een pacht van een mud rogge per jaar, die 8 jaar achterstallig is, welke pacht Ida dochter van Jan de Cromme aan genoemde heer Daniel met haar nicht Joest (de Cromme JT) eerder had beloofd te betalen na haar dood. Een ander mud rogge was beloofd door Heijlwig dochter van Jan de Crommena haar dood te betalen, welke pacht heer Aert de Cromme, priester en kanunnik te Oirschot toen die leefde, had beloofd aan genoemde Daniel de Leeuw, na zijn dood te betalen, maakt daarom 6 muddes zoals blijkt uit een dokument of huwelijkse voorwaardes daarover, opgesteld door heer Marten Vlemmincks, priester en notaris, tussen genoemde Daniel de Leeuw en genoemde Joest toen die nog leefde, welk dokument dateert van 6 augustus 1495. De heer (de schout, JT) heeft Daniel de onderpanden laten aanwijzen waaruit hij zijn vordering kan verhalen, zijnde de helft van 2 eeuwsels, aan elkaar gelegen en de helft van 2 lopen land gelegen op de Lerpt. Philips van den Doeren als vorster heeft de uitwinning verzorgd met alle voorschriften daarbij en de koop is gegund aan Dirck de Bresser vanwege een rogpacht van een mud en 13 mud achterstand en de kosten van de procedure. Datum 25 september 1519, getuigen Henrick van de Velde en Jan Thijs als schepenen.
Heijlwig Jan Dirck Crommen |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.