Op 22 maart 1722 wordt in Woudenberg gereformeerd gedoopt, Wessel, derde zoon van Pieter en Lijsbeth Wildeman. (Getuige is Grietje Lagerweij).
Hij moet voor 1748 Woudenberg verlaten hebben en vertrok naar Amsterdam.
Mogelijk dat hij samen met zijn broer Jan Woudenberg verliet.
In 1752 overleed hun moeder (in Woudenberg).
Weer een jaar later (1753) trouwde broer Jan. Jan was waagdrager.
Mogelijk is Wessel dit ook enige tijd geweest, omdat hij zou gaan werken op steenworpafstand van de Waag.
Wessel woont tot 1756 Op 't Singel te Amsterdam
Elizabeth Peereboom
Hij komt in dienst bij Frederik en Elizabeth Brouwer.
Elizabeth is de dochter van de ongehuwde Maria Winsman (ged. ca 1714 te Kuijlenburg) en woont op de Vijgendam, vrijwel 'op' de Waag. Ze woont sinds 1740 in het pand, met haar man Frederik Brouwer.
Wij komen haar in de boeken tegen met de naam 'Peereboom'.
Frederik Brouwer overlijdt.
Samen met Elizabeth zal Wessel een negotie in oesters en kreeften drijven, mogelijk dat Elizabeth deze handel ook al had met Frederik Brouwer.
Op dat moment betalen ze f 350 huur voor de woning in het pand op de Vijgendam.
huwelijk
Een jaar na het overlijden van Frederik volgt het huwelijk tussen Wessel en de acht jaar oudere Elizabeth..
Ondertrouw op 30 januari 1756 te Amsterdam. Bij het huwelijk waren zijn vader en haar moeder getuige.
"Sij mans doot goed ingebragt"
"Hij vaders consent goet ingebragt"
"sij weeskamer voldaan den 22 January 1756".
Vijgendam
Na het huwelijk zien we Wessel als officieel bewoner van Vijgendam 7, alwaar dus een 'handel' in oesters en kreeften. Waarschijnlijk in het pand Vijgendam zelf, waar hij en Elizabeth in ieder geval wel woonden.
Het betreft het "Huis onder 't Zeil" gelegen aan de Vijgendam nr 7, het gedeelte aan de zuidelijken hoek.
Het pand scheidde de Vischmarkt (Damsluis) van het Damplein (de Dam).Het was bekend met de beschrijving 'pand op de hoek van de Vijgendam en de Vischpoort' Ze huurden een van de zeven woningen van het pand.
Het huis werd gebouwd in 1599, (op de plaats waar zeven kleine huisjes hadden gestaan. Daar woonden oa de schilder Barent Claesz.)
In het pand bevonden zich zeven woningen onder n dak en deze werden verhuurd als winkelhuis.
Later, toen in sommige van deze winkels ,,tappersneeringe" werden gedreven, en de bezoekers, die voor de deur plaats namen, door een groot zeil tegen de zon en regen werden beschermd, kreeg het gebouw de naam Huis onder t Zeil.
Deze plek is een heel bekende in Amsterdam. De Vijgendam lag 'tegen' de Waag aan,
de Waag -midden op De Dam-. Er werd vis verhandeld. Wij kunnen ons daar de oesters en kreeften van Wessel en Elizabeth goed voorstellen. (Tegenwoordig heet het hele stuk 'de Dam')
Het pand met de zeven woningen was eigendom van de stad. Toen Wessel er woonde, was het ruim anderhalve eeuw oud en we kunnen stellen dat het aardig bouwvallig was.
Vismarkt op de Dam, tekening door Pieter van den Berge, ca. 1690
links met het uithangbord Het Huis onder het Zeil
op de achtergrond het Stadhuis
echts de Waag, in 1808 afgebroken toen koning Lodewijk Napoleon van het stadhuis zijn paleis maakte.
In 1773 achtte men verbouwing (en vergroting) van het pand noodzakelijk. Meerdere bouwvallige panden in de buurt werden aangepakt. Wij kunnen bijna spreken van een totale nieuwbouw ...
" ... de puyen der huyzen op de Vijgendam en Dam, zijn slegt en bouwvallig ..."
Er werd een kostenraming gemaakt van f 20 à 22.000.
De gevels werden 17 voeten naar voren gebracht.
Van het geheel, dat in 1775 voltooid was, bestaat deze beschrijving:
"... De faade tot deze gebouwen is lang 80 voeten; de zijgevels ieder lang 40 voeten; tot de Muurplaaten doorgaans hoog 40 voeten, rustende op een rustiek van Breemer Hardsteen, en het Middelfront is gemaakt na de Dorische Bouworde (daar het overige is gemaakt van Metzelwerk en de hoeken van geblokte Hardsteen), voorzien van een frontespice, waarvan de vercieringen, geplaatst in de Trommel, behalven het Stads Waapen, zinspeelende zijn op onze groote Vismarkt, welke agter deze gebouwen gvonden wordt, en waartoe men langs de Zijgevels gemeenschap heeft. In dit blok Huizen, dat een voldoend effect maakt op den Dam, en de goedkeuring van een ieder wegdraagt, bevinden zig eenige stads en andere comptoiren, en word voor het overige door Neringdoende Lieden bewoond. De vergrooting, die nu voor de bezoekers van het gebouw, voor zooverre er "tappersneeringe" in werd gedreven, het buitenzitten en zoo het spannen van het zeil overbodig maakte, deed van zelf de huurwaarde stijgen ..."
Na de verbouwing werd het een groot en monumentaal pand. De huur van de zeven woningen steeg fors.
Betaalde Wessel inmiddels f 375 huur, na de verbouwing werd dit f500.
Door de verbetering van de ingang werd het zeil overbodig. Op een steen in de achtergevel was nog het oorspronkelijke bouwjaar te lezen '1599'
Let wel, Wessel heeft de verbouwing niet meer mee gemaakt. Hij overleed enige jaren eerder en woonde dus tot zijn dood in een 'bouwval'.
Toen een jaar later ook de Waag geheel verbouwd werd, kreeg de boekhouder van de Waag een kamertje in het Huis onder 't Zeil.
In 1807 nam de regering van Koning Lodewijk Napoleon het gebouw in gebruik.
In de opvolgende regeringen diende het als woning voor de stads-commandant. De naam veranderde toen in commandanthuis.
Daarna werd de directie van de aanleg der Staatsspoorwegen er gevestigd. (opgeheven in 1891)
En, tussen 1835 tot 1869 was er ook het Bureau van Buitenlandsche Paspoorten en hield de Gouverneur
(later de Commissaris des Konings) van Noord-Holland, er zijn wekelijkse audiënties.
Het pand werd in 1912 afgebroken.
Hierboven vindt u een afbeelding van het pand vr de verbouwing, hieronder een van n de verbouwing.
de Dam met rechts het Huis onder 't Zeil (Commandantshuis)
overleden
Wessel overleed op 48-jarige leeftijd en werd begraven op 5 oktober1770 te Amsterdam.
Er werd voor hem 3,- betaald voor begraafrechten.
De aangifte werd gedaan op 2 oktober 1770 door Maria Boetselar.
Elizabeth Peereboom is overleden op 5 december 1780 te Amsterdam. Ze woonde tot het eind van haar leven in het pand op de Vijgendam.
Geloof: Geref kerk
Hij heeft in Amsterdam gewoond .
Hierover staat iets vermeld in het Jaarboek "Amstelleodeum"
In het GAA is een kaartje met daarop de navolgende gegevens over het pand "Huis onder 't Zeil" gelegen aan de Vijgendam.
" In 1600 op den Vijgendam. Het latere Commandeurshuis.
Jaarverslag KOG 1886,54
In 1830 nog zo genoemd in "arke Noachs II , 110
Bestond sedert november 1599 was eigendom van de stad, die het huis bouwde op de plaats waar zeven kramen hadden gestaan
Het gebouw werd verhuurd (verbouwd) tot winkelhuizen.
Zevende jaarboek Amstellodamum 142. 165. 166
Lijst van huurders 1599
1807 als voren pagina 182
187
In de top van de voorgevel stond het stadswapen. In den achtergrond was nog in 1861 het jaartal 1599 zichtbaar.
Scheltema IV 189, 190".
Uit Jaarboek 7 van het Tijdschrift
"Amstelodamum" 1909
Wanneer we nu nog verhaald hebben dat met ingang van februari
1669 de ,,weekmarkten van boter, kaes, hennep, hoepen" en dergelijke
waren, werden overgebracht naar de Reguliersmarkt, waar de oude
Regulierspoort tot waag was ingericht ), dan valt er vervolgens over
het tijdvak van een eeuw ongeveer, bijna niets belangrijks over den
topographischen toestand van het Damplein aan te tekenen. Alleen
moet vermeld worden, dat het stedelijk Bestuur in 1720 een daad
beging, die het in onze dagen niet zou herhalen. De stadskas schijnt
omstreeks dien tijd niet rijk voorzien te zijn geweest, en dit feit,
gevoegd bij de overweging van de ,,geldinge" der vaste goederen,
deed Burgemeesteren aan Thesaurieren opdragen een lijst te maken
van de landen en huizen, waarvan de stad zich zou kunnen ontdoen).
Dit geschiedde, en de Raad verleende daarop - ook geleid door de
overweging dat in menig geval de lasten groter waren dan de baten
- op den 25sten januari 1720 machtiging om tot den verkoop van
,,onbenoodigde" landen en huizen over te gaan "). In den zomer van
dat jaar zijn toen een groot aantal landerijen in de polders rondom de
stad verkocht, en ook het tiental huizen op den Dam en in de Beursstraat,
dat in 1612 was gebouwd. De beide huizen op den Dam ten
westen van de genoemde straat, die verhuurd waren voor 720 en
(het hoekhuis) 856, brachten op: 14,500 en 18,400 De vijf
huizen aan de westzijde der straat, golden, bij huurprijzen van 505,
510, 525, 575 en 660, respectievelijk 8510, 8350, 9300,
13,400 en 14,600. Het hoekhuis van den Dam aan de overzijde,
dat 825 huur deed, werd voor 12,580 het eigendom van Burgemeester
Gerbrand Paneras, die er dus een koopje aan had; terwijl
de twee huizen, die door de stad aan die zijde in de Beursstraat
waren gebouwd en voor 530 en 470 verhuurd werden, ieder 7500
opbrachten ). In 1875 zijn deze laatste drie huizen, bij de onteigening,
weder aan de stad gekomen.
In de tweede helft der achttiende eeuw begon de invloed van den
tand des tijds merkbaar te worden aan het in 1599 gebouwde huizen-1)
Keur van 2 8 Novo. 1668; Keurboek 0, fol. 192 vo. Handvesten, blz. 778.
2) Res. Thes., XI. 98.
8) Res. Vroedsch., G.G., blz. 8.
4) Register van verkogte Erven em., X, 169-177.
164
blok, dat de Vischmarkt van het Damplein scheidde, en dat in den
Volksmond de benaming droeg van, het Huis onder t Zeil". Reeds
in de memorie, waarin de Directeur der stadswerken en gebouwen,
J. E. de Witte, de werken opsomde, wier uitvoering hij in den loop
van het jaar 1773 noodig achtte, wees hij er op, dat ,,de puyen der
huyzen op de Vijgendam en Dam, slegt en bouwvallig" waren. In het
volgende jaar achtte hij voorziening dringend noodig. Een plan werd
ontworpen en door Thesaurieren aan Burgemeesteren voorgelegd, die
verklaarden de verbouwing aan hen over te laten, ,,om daar omtrent
vast te stellen, zooals zullen meenen te behooren". De Vroedschap
werd er in het geheel niet in gemoeid. Volgens een der door De
Witte overgelegde projecten werd nu het werk aangevangen, waarvan
de kosten op 20 à 22,000 gulden werden geschat. De gevels werden
17 voeten naar voren gebracht ). Van het geheel, dat in 1775 voltooid
was, ga de Maandelijkse Nederlandsche Mercurius in Augustus van
het volgende jaar deze beschrijving :
,,De faade tot deze gebouwen is lang 80 voeten; de zijgevels ieder
lang 40 voeten; tot de Muurplaaten doorgaans hoog 40 voeten,
rustende op een rustiek van Breemer Hardsteen, en het Middelfront
is gemaakt na de Dorische Bouworde (daar het overige is gemaakt
van Metzelwerk en de hoeken van geblokte Hardsteen), voorzien van
een frontespice, waarvan de vercieringen, geplaatst in de Trommel,
behalven het Stads Waapen, zinspeelende zijn op onze groote Vismarkt,
welke agter deze gebouwen gvonden wordt, en waartoe men langs
de Zijgevels gemeenschap heeft. In dit blok Huizen, dat een voldoend
effect maakt op den Dam, en de goedkeuring van een ieder weg-.
draagt, bevinden zig eenige stads en andere comptoiren, en word
v o o r h e t o v e r i g e door N e r i n g d o e n d e Lieden bewoond" :). D e ver-grooting,
die nu voor de bezoekers van het gebouw, voor zooverre er
,,tappersneeringe" in werd gedreven, het buiten-zitten en zoo het spannen
van het zeil overbodig maakte "), deed van zel de huurwaarde stijgen.
Uit de verhuringboeken blijkt dat Isaac van Lochem, die No. 1 en 2
ûwaren deze sommen respectievelijk 225. en 365 ; het Medemblikker
en Withoeden Veem in No. 4, zag zijn huurprijs van 275 tot
365 stijgen; No. 5 en 6 had Herbert Borsje voor de verbouwing
1) Besogneboek van Thesaurieren, 1765-1768, blz. 2 2 4 , 2 5 6 , 2 6 2 , 2 6 4 , 288.
2) Maandel. Nederl. Mercurius, 1776, II. 74.
ê1 6 5
voor 500 in huur gehad, doch daarna betaalde Reynier Rulos
675; en voor No. 7 - het gedeelte aan den Zuidelijken hoek, waar
in de zeventiende eeuw de boekverkoopers De Wees, Van Dorsten
en Lescaille hadden gewoond - werd door Wessel Steenhof 500
in plaats van 375 betaald. Het geheel bracht dus aan huur niet
minder dan 2780 op. Op den lsten November 1807 nam de
Regeering van Koning Lodewijk Napoleon het gebouw in gebruik.
Waarschijnlijk w e r d h e t r e e d s t o e n d e w o n i n g v a n d e n Stads-commandant
; in elk geval diende het gebouw daartoe in de eerste
jaren der regeering van Koning Willem 1; en het behield deze
bestemming tot de atreding ais zoodanig v a n d e n G e n e r a a l
D e M o u l i n , i n 18(i9. D a a r o p w e r d d e Directie v a n d e n a a n l e g
der Staatsspoorwegen er gevestigd, die er blee tot zij op 1 Mei
189 1 werd opgeheven. Sinds Juli 1835 tot 1869 was er ook het
ûo later de Commissaris des Konings van Noord-Holland, er zijne
wekelijksche audiënties.
Nauwelijks was de verbouwing van het Huis onder t Zeil ageloopen,
o een ander gebouw op den Dam eischte reparatie: aan de Waag
werd eene ,,zwaare verzakking" bespeurd, waardoos het noodig werd
het gebouw te ontruimen. ,,Dit bewoog de Regeering", zegt de schrijver
van het vervolg op Wagenaar, ,,eene houten Loots, op den Dam, te
doen opslaan, om, geduurende de vertimmering, te dienen, zo wel tot
eene plaats om Koopmanschappen te weegen, ais tot een verblij voor
het gedeelte der Stads-Bezettinge, t welk op de Waag, de Hoodwagt
houdt" ). Op 21 November 1756 werd het maken van een nieuwen
ûDoch tegen Mei van het volgende jaar werd De Witte, wegens ge-pleegde
malversatiën, uit zijn dienst ontzet en opgevolgd door Johan
Samuel Creutz, tot dusverre onder-Directeur; en enkele maanden later
werd eene nieuwe regeling ingevoerd, waarbij, in plaats van n, drie
Directeuren werden aangesteld : Creutz, de architect Abraham van der Hart
en de landmeter Johannes Schilling. De schrijver van het vervolg van
ßhij Abraham van der Hart de eer van de verbouwing toekent. Behalve
aan den opga
ang, werden ook aan het dak belangrijke veranderingen
gemaakt; o. a. werd het aanzienlijk verlaagd. De beide windwijzers, de
Neptunus en het ortuin, moesten helaas vervallen, doch op voorstel
1) Aldaar, blz. 451.
2) Besogneboek v. Thes., blz. 326.
van Cr????
eutz werden ze, aangezien ze ,,fraay gemaakt" waren, niet
verkocht, maar bewaard om ,,bij occasie" gebruikt te worden voor een
ander stadsgbouw ). Of t gebeurd is?
Maandblad Amstellodamum 1966
Een artikel in het Makelaarsweekblad van 12 februari 1929 geeft u i t v o e r i g e bijzondcr-heden
ï1599. Daar vindt men allerlei over de verschillende bewoners in de loop der tijden,
die gemakkelijk te vinden waren, omdat de stad de panden steeds verhuurde. In
1774175 worden de toen zeer bouwvallige huizen verbouwd en vergroot en verdween
het terras met het zeil; desondanks behield het huis nog lang z?jn vroegere naam.
Koning Lodewijk Napoleon had gebouwen nodia en daarom werd ook het huis onder
t zeil, waarvan de std in 1807 &g & f2500.-lhuur h a d g e t r o k k e n , i n b e s l a g g e n o -men.
Vermoedelijk werd het reeds toen ingericht tot woning van de Plaatselijke
Commandant. De laatste commandant van de stad, dieer zijn zetel had, was de in
1869 als zodanig afgetreden generaal De Moulin. Van juli 1835 tot 1869 was er ook
het Bureau van Buitenlandsche Paspoorten bevestigd en hield de Gouverneur, later
Commissaris des Konings van Noord Holland er zijn wekelijkse audiënties. In 1912
werd het afgebroken. (noot Red.)
over het Kommandantshuis of het oudc "huis onder
Wagenaar
opgang, volgens de door De Witte vervaardigde teekening, aanbesteed
Bureau van Buitenlandsche I
3) Vervolg op Wagenaar
bewoonde, voor de verbouwing 750, doch na 1 Mei 1776 870 huur
moest betalen; voor No. 3,
Getuige: Grietje Lagerweij
Volgens "Huisgezinnen gerecht Woudenberg 1748" woonde hij in 1748 niet meer in Woudenberg. Zie hiervoor deel 8 van " Historische toegangen van de Gelderse Vallei".
Hij heeft in Amsterdam gewoond .
Hierover staat iets vermeld in het Jaarboek "Amstelleodeum".
In het GAA is een kaartje met daarop de navolgende gegevens over het pand "Huis onder 't Zeil" gelegen aan de Vijgendam.
" In 1600 op den Vijgendam. Het latere Commandeurshuis.
Jaarverslag KOG 1886,54
In 1830 nog zo genoemd in "arke Noachs II , 110
Bestond sedert november 1599 was eigendom van de stad, die het huis bouwde op de plaats waar zeven kramen hadden gestaan
Het gebouw werd verhuurd (verbouwd) tot winkelhuizen.
Zevende jaarboek Amstellodamum 142. 165. 166
Lijst van huurders 1599 - 1807 als voren pagina 182 - 187
In de top van de voorgevel stond het stadswapen. In den achtergrond was nog in 1861 het jaartal 1599 zichtbaar.
-- Scheltema IV 189, 190".
Hij is getrouwd met Elisabeth Peereboom.
Wanneer 1er man is begraven moet de weeskamer toestemming geven voor een tweede huwelijk
Zie ook de stukken van Frederik Brouwer in het mapje W1133.]
Zij zijn op 30 januari 1756 te Amsterdam in ondertrouw gegaan.Bron 3
Op de huwelijksakte zijn enkele notities geplaatst:
"Hij vaders consent goet ingebragt"
"Sij verklaring goet ingebragt"
"Sij Weeskamer voldaan 22 january 1756"
[den haag Kon bibl. Beschikbare tekst in de dbnl
Het dagboek van Jacob Bicker Raye 1732-1772, 1939 (2de druk)]
[ den haag ( ademiraliteit van Amsterdam) http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/zoekterm/admiraliteit%20amsterdam/aantal/20/eadid/1.01.46#c01:1. inventaris 1741, 1742]
[gaa: Wisselbank Toegang 5077 Inventaris 405 420 466
Reeds ingezien 888]
GAA: Toegang 5005 inv. 143. Kopie van een brief van Jan Isaak de Neufville aan de heer Heshuyse en Companen ter aanbeveling van Wessel Steenhof en de weduwe Frederik Brouwer en hun negotie in oesters en kreeften:
"Aan de heer Heshuyse en comp.
Amsterdam 8 September 1756
De Perzoon van Wessel Steenhof was Eenige Jaaren tot genoegen gediend hebbende en Zeedert November laatstleeden met de Wed. Fred Brouwer hier op den Vijgendam woonende getrouwt geweest zijnde. Die haar Negotie in Oesters en kreeften bestaat en die dezelve in 't vervolgen gaarne direct van de Heeren Oesterkoopers tot Zirkzee hadden waartoe op Overmorgen van gemelde Wessel Steenhof een missieve met verzoek om die mede aan hem direct toezenden zal afgaan en also in die Compagnonschap eenen Heer Heshuysen is en die naar mijn Onthout van Maatschap is, en de een niet hebbe van te kennen zo soude mijn zeer vriendelijke verzoek weesen van aan Zijn welke een lettertje van faveur van meer gemelde Wessel Steenhof te schrijven ik kan niet anders sien of voornoemde Compagnieschap zoude gerustelijk met derselven kunnen handelen te meer also hij voor twee suffrante Borgen geassisteert is. So als de Heer Faber boekhouder van Voorschreve Compagnie bekent is. Dus is mij met UE voorspraak te willen dienen zal considereeren of sulks aan mij zelf geschieden en altijt gepassert zijn als in Staat ben UE zulk op de een of andere wijs te konnen te compenceeren en blijven met alle hoogagting
de Neufville."
Bron: "Familiearchief Brants te Amsterdam" Dezefamilie waren handelaren, ook vishandelaren, te Amsterdam.
Wessel Steenhof | ||||||||||||||||||
Elisabeth Peereboom |
Er werd voor hem 3,-,- betaald voor begraafrechten.
De aangifte werd gedaan op 2 oktober 1770 door Maria Boetselar.
Inventaris 5005/143
Bij Wessel was zijn vader getuige.
"Sij mans doot goed ingebragt"
"Hij vaders consent goet ingebragt"
"sij weeskamer voldaan den 22 January 1756"