Uit: Canons of the Netherlands ; Nico Brinck
Jan Cornelis Ouderogge
In 1613 werd Jan Cornelis Ouderogge geschutgieter in Amsterdam, om na vijf jaar te verhuizen naar Roterdam en daar zijn beroep voort te zeten. Van hem ligt een 24-ponder in het Tøjhusmuseet in Kopenhagen, eveneens afomstig uit het wrak van het admiraliteitsschip de Hollandia op het Skagerrif.
Van Isaac Ouderogges vermogende schoonzoon Laureys Spiegel leende Jan Corn.Ouderogge in 1619 fl. 1.000, waarvoor hij zijn huis en erf verbond, `staende op de Nieuwe Zijdts Achterburchwal, tegens over de brouwerije vant Swaentgen.'xxii Later in dat jaar ging hij een boedelscheiding aan met zijn zus, bij welke gelegenheid hij `approbeert ende laudeert t'gene bij Aeltgen Cornelis voorschreven is gedaen int aennemen van zekere huys, erve ende clockgieterije, staende buyten de Heyligewechs poort deser stede, bij executie tot zijne laste vercoft ende bij Dirck Strijcker eerst gecoft.'xxiii
Het is de eerste en enige vermelding van zijn Amsterdamse klokkengieterij. Vermoedelijk is het bedrijf in 1619 geliquideerd. Bekende Amsterdamse producten zijn een klok voor Hoogwoud uit 1614 en een voor Ursum uit 1615.xxiv
In 1619 vestigde Jan Ouderogge zich als admiraliteitsgieter in de Hoogstraat te Rotterdam, waar hij zich vooral ging toeleggen op het gieten van kanonnen
Hij woonde begin 1613 als bronsgieter in Amsterdam.Zijn productie kan geschat worden aan “totaal gewicht” van geleverd geschut aan de Admiraliteit te Amsterdam en bedraagt daar in de jaren 1613 tot 1616 ongeveer 145.000 ponden (ongeveer 50 stuks). [bron:M. A. G. de Jong, ‘Staat van oorlog’: wapenbedrijf en militaire hervorming in de Republiek der Verenigde Nederlanden 1585-1621. Blz 292]
Hij is getrouwd met Hillegont Dircksdr Strijcker.
Zij zijn getrouwd op 25 juli 1598 te Amsterdam, NH, NL, hij was toen 25 jaar oud.
Kind(eren):
(Raadt- Sceaux Armories; Thome.3 p.82) Ouderogge (Gossuin), echevin de Louvain, 1419, 20, 22, 26,30 : trois pals; au chef chargé d'une aigle, accompagnée a devin- d'une petite fleur de lis au pied coupé. L. : .S Goesvini Ouderogge scabi lova
(Abu. île Sainte-Gertrude, a Louvain, C. C. IL, c. 113, el Heijlissem) (PI. 18, fig. 504).
(Raadt- Sceaux Armories; Thome.3 p.82)Ouderogge. Johannes Ouderogghe. échevin de Louvain, 1462, 75 : même écu, sans lafleur de lis. !.. : + S lohannis Ovderogye scab'lo (Abb, de Sainle-Gertrude, a Louvain, el Anc. Université de Louvain, A. c. it.).
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.