bron: Dick Hiemstra - Kwartierstaat Johanna Maria van Johannes Bruurs.
Dat Chistiaen de Cort een van de eigenaardigste pastoors was,die Mechelen ooit heeft gekend. Niet door zijn verdiensten, maar door zijn mislukkingen verwierf hij bekendheid. Van der Does beschreef hem als een ijverige en zeer strenge priester, sterk overtuigd van de decadentie van de geestelijkheid en strevend naar een herstel van het primitieve christendom. Hij droomde van een geïsoleerde gemeenschap, ongecompromitteerd met de wereld, maar werd in de realisatie daarvan gehinderd door zijn gebrekkige gevoel voor zaken: Seine Amter und Weltentsagung hatte mit der wahren Askese genau soviel zu thun, wie die Benediktiner Likore und Chartreuse mit mönchischer Weltflucht", schamperde Von der Linden. Een derde criticus, L.J. Rogier, vond hem maar een,vreemdsoortige priester-speculant", een,tragikomische figuur" en,een warhoofd [.]". De karakteristiek van de financier weifelt tussen contrasten als klerikale oplichter en wereldvreemd slachtoffer, geslepen intrigant en onnozele hals. De katholiek is misschien nog minder scherp te determineren, doordat wij daarbij stuiten op bet nauwelijks verkende grensgebied, waar jansenisme en quietisme elkaar schijnen te raken en zelfs diffusieverschijnselen optreden met de piëtistische neigingen uit de kring der stiefkinderen van het Nederlandse protestantisme."
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.