Zij is getrouwd met Adriaan Adriaan Spapen.
Zij zijn getrouwd op 23 juli 1683 te Goirle.
Samen met haar familie werd Margriet genoemd bij verkopen van land onder Gilze als erfgenaam van haar vader Johan van Heijst en van Cornelia van Heijst. Haar moeder Maria van Dijck verkoopt in 1711 haar deel in het huis Ter Loo aan haar neef Antonij Crols, de landdeken van Breda.
In 1719 verkopen Antonij, Florentius en Henricus van Heijst, kinderen van Cornelis van Heijst bij Catalijn van Dijck, Maria van Heijst, dochter van Jan van Heijst bij Maria van Dijck en hun kleinkinderen Adriaan, Jan, Johanna en Florentius Spapen, Justinus van den Broek huwt Cornelia Broeken en Maria Anna Broeken (huwt Hermanus de Roy), kinderen van Peter Broeken bij Dorothea van Heijst, ook een dochtervan Maria van Dijck voornoemd, aan sr.
Cornelis Verheijden te Goirle aan de kerk "een huijs, brouwhuijs, torfschop, schuer ende huijsinge daer den olijmolen instaat".
Als erfgenamen van Maria van Heijst verkopen de kinderen van Adriaan Spapen en de kinderen van Peter Broeken een akker in de Oudenhuijsen te Goirle aan Adriaan Hosemans en ontvangen zij (ƒ168.-.-als aflossing van een geleend kapitaal van de curators van de insolvente boedel van Cornelis Appels en Jan van Lier.
De kinderen van Adriaan verkopen in 1718 samen met de familie Heerkens, ieder voor de helft, een weide te Goirle, afkomstig van hun overgrootvader Marten van de Sande.
Op 26.1.1701 testeren Adriaan Adriaan Spapen "sieck te bedde liggende" en Margriet Jan van Heijst. De langstlevende wordt universeel erfgenaam en zal de kinderen alimenteren "ende de selve laeten leeren leesen ende schrijven mitsgaders een ambagt off hantwerck daertoe die best sullen bevonden worden bequaem te wesen om hennen cost te konnen winnen".
Als weduwe van Adriaan verkoopt Margriet in 1713 een beemd onder Goirie aan Michiel en Willem van den Bakertant.
Margriet testeert als weduwe in 1717 "sieckelijcq in den hoek van den haert sittende", waarbij zij prelegateert aan haar zoon Jan ƒ100.-.-, waarmee zij wil egaliseren en vereffenen wat haar drie andere kinderen haar gekost hebben aan schoolgeld en om een mbacht te leren, tevens wil zij hiermee haar zoon Jan belonen van de bewezen diensten in haar weduwlijke staat. De resterende goederen moeten gepart worden in vier gelijke delen.
Zij sterft voor 1.3.1718. Op die datum verkopen haar kinderen samen diverse percelen land onder Goirie.
Tot de erfdeling gaan zij over 10.1.1719. Jan erft een huis, schuur en hof, een akker achter het huis, genaamd het Kattebosch en een perceel zowel heide als weide aan de Hoge Vonder, Adriaan erft een drietal weilanden, Floris een huis, schop en hof met een weiland daar annex in de Ketsheuvel te Goirie, een akker omtrent de windmolen en een akker op de Rijt. Johanna erft enkele heide en weidevelden onder Goirie.
Kind(eren):
Magriet van Heijst | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1683 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adriaan Adriaan Spapen |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.