Napoleon verplichtte in 1811 alle Nederlanders een vaste familienaam aan te nemen.
Voor deze tijd gebruikte de familie de patroniem als naam. Bijvoorbeeld, Jan zoon van Frank werd Jan Franks.
Voor het aannemen van een achternaam waren regels van toepassing:
De naam Russchenberg is door de broers Jan Franks (geb. 1745) en Lubbert Franks (geb. 1743) aangenomen. De vader van Jan en Lubbert was al in 1761 overleden. Dus moeten Jan en Lubbert met elkaar overlegd hebben en een keus gemaakt hebben voor dezelfde achternaam.
In het boek "Oude namen in Oldebroek" van D. Otten (1996) staat op blz 62:
De eerste vermelding Rustenburg komt uit het jaar 1732: 'het erve en goet genaemt den Rustenburgh'. In notariële
akten komen vaak aanduidingen als 'bouwland Rustenburg, grond op het erf Rustenburg, veengrond op Rustenburg'.
Daar de familie in de 17e en 18e eeuw in Oldebroek gewoond heeft, zou dit de oorsprong van onze naam kunnen zijn. In Oldebroek is een herinnering aan de naam door de straatnaam Rustenburgsweg.
De betekenis van de naam kan een grassoort zijn (Rus = gras soort). In diezelfde omgeving werden ook dezelfde soort achternamen aangenomen, zoals Rankenberg, Ruitenberg, Rietberg, dus Russchenberg past in dat rijtje.
De “ch” in de naam hoorde bij de spelling van die tijd. Bijvoorbeeld mens werd geschreven als mensch en de uitspraak was toen mensg.
De uitspraak van de naam Russchenberg zou ongeveer als “Rusgenberg” hebben geklonken. In de loop van de tijd is de ch klank verdwenen en werd de uitspraak “Russenberg”.