KOLDER
Waar komt de naam vandaan? waar komt het woord vandaan?
• Eerst enkele etymologische beschrijvingen:
kolder - wambuis (soort hemd)
ontleend aan: coller-colre-collie-colliere - halskraag, ringkraag.
eveneens kollier-koller - halsbedekking
afgeleid van: collier (frans); collare (latijn) - halsband, halsboei; collum - nek.
kolder - paardenziekte
ontleent aan: colre-coolre-colera - één van de vier hoofdvochten (lichaamssappen), die het karakter van de mens zouden bepalen (cholerisch).
maar ook ziekte, cholera-kolero-kolre (gal) -koller (stille woede).
koldermolen - molen (oliemolen)
ontleend aan het duitse: Kollermühle-Kollerstein-kollern.
afgeleid van: koller-kulle-kugele-kogel.
kollern - rollen, buitelen, razen, woeden, kokkelen(kalkoen), koeren(duif),
rommelen(maag); [kollerig].
• In de algemene Nederlandse woordenboeken vindt men:
I. kolder (-s)
- lederen harnas; wambuis; lijf zonder mouwen1, dat soms tot de knieën reikte.
1 Het gelijkstellen van de Kolder aan de Kazak is onjuist. Het woord heeft een andere herkomst. Alhoewel de oorsprong mogelijk dezelfde is, wordt ook dit kledingstuk anders beschreven.
Het woord kazak komt van het Franse casaque, welk woord afkomstig is van het Rusische kazák [=kozak(kenbuis)].
De kazak is een modieus kledingstuk geweest in de zestiende/zeventiende eeuw. Het werd over de schouders geslagen en was aanvankelijk kort, maar reikte in later tijden tot de knieën. De kazak had lange wijde mouwen en werd als overjas gebruikt.
De beschrijving kan nog wel eens variëren.
In de krijgskunst kent men de kazak [eng.: buffcoat, duits: Koller(?)] als lederen kledingstuk, beige of lichtgeel van kleur. Het leer had een ruwe oppervlakte en het kledingstuk had lange mouwen. Deze kazak bood bescherming tegen zwaardhouwen en werd meestal door cavaleristen gedragen. Dit werd in de zeventiende eeuw meestal gedragen door soldaten en zeelieden. [de kolder (in de middeleeuwen), waar metalen plaatjes waren opgenaaid, heette ‘schobbejak’; dit was een voorganger van de ‘maliënkolder’ - hemd gemaakt van maliën of metalen ringetjes].
II. kolder
- 1. hersenziekte bij paarden, runderen en schapen. [in dit verband ook: stille kolder; razende of dolle kolder; kolderen; kolderig; kolderziekte].
- 2. menselijke gemoedstoestand, waarin men dwaasheden doet [in dit verband ook: kolderen; kolderig].
- 3. dwaasheden; onzin; nonsens [in dit verband ook: kolderachtig; kolderboek; kolderfilm; kolderiek; kolderstuk; kolderverhaal; koldervers].
III. kolder - platte, op latjes geplakte vlieger.
IV. kolder (-s) - (houthandel/bouw) paal of mast, geheel of gedeeltelijk vierkant beslagen, met een lengte tussen 5,5 en 6,7 meter en een kop van 12 cm. dik (ook kolter of tienellen genoemd).
• Verder vindt men in deze algemene woordenboeken:
koldermolen - maalwerktuig, waarbij twee walsen (stenen) over een horizontale plaat lopen. [in dit verband ook: koldergang; kollergang; koldersteen].
koldernagel - spijker van 9 cm. lengte.
kolderschijf - schijf, die doordat hij excentrisch op een as bevestigd is een draaiende beweging in een heen en weer gaande omzet.
koldersprong - dwarse sprong van een paard.
kolderstok, kolderstang
- 1. (scheepvaart) stok, die door een opening in het dek de roerpen beweegt [in dit verband ook: koldergat].
- 2. (molen) stok aan krukas, waarmee de draaiende beweging in een heen en weer gaande wordt omgezet.
• In de Zaanse volkstaal kende men het woord
kolder - in zijn betekenis van een paal, mast, maar ook als benaming voor een slechte harde vijgensoort.
• In de Friese taal is het woord kolder, evenals enkele afgeleiden, ook bekend:
kolder - kolder (paardenziekte; draaiziekte bij schapen). [in dit verband ook: kolderje - kolderen.
kolderich, hoarnsiik - kolderig (kolder of draaiziekte hebbende)].
• In verscheidene aardrijkskundige benamingen in Nederland (niet alleen in plaatsnamen) is kolder terug te vinden. Er is echter geen verband met bovengenoemde woordverklaringen aan te tonen:
Kolderroy (NBr), Kulenrode - voorm. gemeente gelegen in de Meierij van Den Bosch.
Kolderveen (Dr.), vroeger Coldervene - gemeente gelegen in een oud veengebied in N-Drente.
‘Kolde’ is Drents dialect voor koude, dus Kolderveen betekent koudveen. (in 1984 behoort Kolderveen tot de gemeente Nijeveen). [In hetzelfde gebied zijn: Kolderveense-Bovenboer; Kolderveensedijk; Kolderveense-oostergrift; Kolderveense-westergrift].
Kolderwaard (ZH) - oude naam voor de polder Charlois (land van IJsselmonde).
Kolderwolde (Fr), (Kolderwâlde in de Friese taal), vroeger Colderwold - gemeente gelegen in een vroeger bosrijk gebied, in ZW-Friesland.
De naam is een verkorte benaming voor Koudumerwoude (Koudumerwâlde). (in 1984 behoort Kolderwolde tot de gemeente Nijefurd). [In hetzelfde gebied zijn: Koldersloot (Koldersleat-Koudumervaart); Kolderdam; Kolderwiske (Terwisga).
• Hoe kan de persoonsnaam Kolder tot stand gekomen zijn?
Belangrijk is de vraag: “Wie was de eerste, die de naam ‘Kolder’ droeg?”
Een eigennaam (achternaam) vindt zijn oorsprong vaak in de voornaam van de vader, met een achtervoegsel als -zoon -sen -s -z (of -dochter). Als voorbeelden Frederiks, Jansen, Pietersz e.d. Bij de naam Kolder is die relatie niet vast te stellen.
Soms is een naam gegeven in verband met de woonplaats. Na verklaring van het voorvoegsel kolder in de aardrijkskundige namen is dat niet voor de hand liggend.
Mensen kregen soms een bijnaam of scheldnaam, die vaak later als familienaam is blijven bestaan. Die bijnaam kreeg men bijvoorbeeld om: kleding, gedrag, bezittingen, problemen, ziekte/lichamelijke afwijking, beroep, veeziekte, eigenschappen van geleverde goederen/producten en nog vele andere denkbare kenmerken. Er is weinig fantasie nodig om met de vermelde beschrijving van het woord kolder verschillende mogelijkheden te bedenken, hoe de familienaam Kolder (of Colder) tot stand gekomen kan zijn.
Ons taalgebruik en de schrijfwijzen van verschillende woorden zijn in de loop van de eeuwen nogal eens veranderd. Het gebruik van K of C en zelfs van D of T kan wisselend zijn.
In de loop van de tijd kan een naam veranderen door gebrekkige schrijfkunst van kosters, notarissen, ambtenaren of de drager van de naam zelf.
Het zou kunnen, dat bij verdere naspeuring blijkt dat de naam Kolder ontstaan is door een spelfout in een andere naam. Bij onderzoek is echter nog geen spellingsverandering gevonden.
• Alles overwegende is het meest waarschijnlijk, dat de herkomst van de naam Kolder in één van de woord verklaringen te vinden is.
Bij voorbeeld: een lange man [kolderstok(nagel)], of de man die altijd gekleed ging in een kolder, werd Kolder genoemd.
• Tot slot moet immigratie worden overwogen. Vroeger kan de drager van deze naam uit een ander land (zoals Duitsland), met een andere taal, zijn gekomen, waardoor alle veronderstelde verklaringen van de naam opnieuw bezien moeten worden.
naamsverandering Jogejan naar Kolder
Jan Jongejan leefde van ±1644 - 1693 te Landsmeer
Hij trouwde met Griet Willems Kolder.
Een zoon uit dit huwelijk werd niet Willem Jongejan genoemd, maar Willem Kolder(t)
Deze Willem Kolder leefde van1674 - ±1712.
Dat de eigennaam van de moeder overgaat op een kind is niet uniek, maar komt weinig voor.
Na Willem Kolder blijft de achternaam van de familie Kolder. Andere takken blijven Jongejan heten (met nog een uitzondering).
In vroeger eeuwen kwamen in Holland drie geslachten Kolderman voor.
Zij schreven hun naam: Kolderman, Koldermans, Colderman of Coldermans en dan ook vaak met een ‘t’ in plaats van met een ‘d’ geschreven.
Deze naam is een samenstelling van kolder en man. In de heraldiek is deze naam eveneens bekend. In een wapenschild komt een breed mes voor dat een kolter of kouter (ploegijzer) zou kunnen voorstellen. Ook komt er een molenrad op voor, wat in verband met een koldermolen gebracht kan worden.
De woorden kolderstok en koldergang hebben betrekking op een beweging. Het is mogelijk dat iemand “Kolder” is genoemd, omdat hij bij het lopen een vreemde gang had.
In verschillende gebieden in Nederland is de naam Kolder bekend
Op Texel is een stam van de familie Kolder bekend [vaak in relatie met zeevaart]. Het betreft hier Jan Jacobsz Kolder geb. 1630 te Den Hoorn (hij bezat daar een stuk land).
Vooral zijn zoon Hendrik had veel nakomelingen. Hendrik Jansz Kolder (geb. 1639) was herbergier in de Stadsherberg in Den Burg, hij had een groot gezin.
De meeste van deze Kolders waren later zeelieden. De naam bleef tot het midden van de 19e eeuw op Texel bestaan. In Den Helder zijn eveneens veel afstammelingen te vinden.
In Amsterdam is de familienaam Kolder bekend. Het betreft de afstammelingen van Gerrit Kolder (1768-1815) z.v. Hendrik Keuler en Johanna Leevermans. Zijn grootouders waren Johan Christopher Koller en Elisabeen Volmers.
Het betreft hier dus een naamsverandering: Koller – Keuler – Kolder.
In Amsterdam is nog een stam bekend met de familienaam Kolder. De oudst bekende persoon is Claus Kolders.
Zijn zoon Jan Christoffel Kolders werd in 1668 geboren te Rheda-Wiedensbruck (Duitsland) en overleed in 1735 te Amsterdam. Zijn zoon Hendrik Kolders (1717-1777) woonde eveneens te Amsterdam.
Barent Kolder geb. 09-juni-1748 te Amsterdam (z.v. Hendrik Kolders en Maria Kloosterhuijsen) is uiteindelijk de stamvader van deze familie met de naam Kolder.
In Gelderland is de familienaam Kolder bekend. Het betreft daar de afstammelingen van Bartholomeus (Bartes/Bartolt) Kolder die begin 1700 geboren zou zijn (Zutphen Arnhem Groenlo).
De familienaam Kolder is vaker ontstaan uit andere namen:
Leendert (Leonard) Guler (Guller) werd in 1752 geboren te Klosters (Zwitserland), hij overleed 20-nov.-1824 te Briele. Leendert Guler had vier zonen.
Zijn nageslacht droeg de namen Kolder, Koldert, Kölder en Koelder.
De naam KOLDER komt dus ook voor in het buitenland in: Duitsland, Frankrijk en Zwitserland.
Kind(eren):
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.