Jan Rooken Huijsman, Jan Roocken
Directe voorouder
Wijnpachter in 1650
Pachter van de impost van de wijnen (hij mag dus belasting heffen op de invoer van wijnen, dat was een behoorlijk percentage)
Secretaris van Zevenhuizen
Is tussen 23 april 1651 en 14 november 1654 overleden.
In 1651 veklaart hij nog in een akte en in 1654 regelt zijn zoon Rochus zaken voor de jongste kinderen en is Rochus ook voogd over hen.
Hij is getrouwd met Alida Davids Vergilst.
Zij zijn getrouwd rond 1625.
Kind(eren):
GETUIGE
Is getuige bij de doop van Cors, zoon van Abraham Claesen van Alphen en Aeriaentgen Corsen in Zevenhuizen op 17 juni 1640
Andere getuigen: Adriaen Heijndrickss van Swijten en Lijsbeth Jans
--
WONING
Jan woont in 1644 in Rotterdam in de Lombartstraat aan de westzijde ten hoogte van de Turfmarkt getuige de akte van 26 augustus 1644 opgemaakt in Rotterdam
---
Volckge Jacobs, weduwe van Jan Jaspersz van Santen, wonende alhier en Rochus Huijsman die zijn vader Jan Rochusz Huijsman vertegenwoordigt, zoeken een oplossing voor de problemen met de scheidsmuur van hun huizen gelegen aan de westzijde van de Lombartstraet. Rochus heeft de halve drop gekocht van Volckge van de straat tot aan de Turfmarkt. Jan mag daar nu een en ander verbouwen.
---
---------
AKTES (notarieel, uit Stadsarchief Rotterdam)
23 april 1651
Jan Mesjant en zijn vrouw Maria Gerritsdr, wonend in de herberg van de
"rinsen toelast", verklaren op verzoek van Jan Rochussen Huijsman, wonend in Moercapelle, dat op 4/4 l.l. Nicolaes van Cruijsberche uit Amsterdam bij hun is komen logeren. Hij is gebleven tot 8/4, Paasavond. Gedurende die tijd heeft hij het met Rochus Huijsman, de zoon van Jan Huijsman, verschillende keren over diverse zaken gehad.
---
20 december 1650
Op verzoek van wijnpachter Jan Roochen of Rochus Huijsman en Pieter Drijfson of Drijssen verklaren Johan Corvers, substituut Schout en Gerard van der Meer, gerechtsbode,dat zij in december 1650 ten huize van Gillis van de Bosch in de Hooffsteech, Henric van Kuijck in de Molestraet,Jan Nederberch in de Koestraet en bij Jan Mol personen met roemers en pinten wijn aantroffen en bekeurd hebben.T.w.: Jacob de Bestelmaker op Middelburch(bostelmaker is iemand die veevoer samenstelt), Jacob de bestelmaker op Amsterdam, Cornelis Damasz Gouwenaer, Henric Damen verwer,Johannes Cornelisz, Andries Andriesz backer, Paulus Hubertsz, Coenraet Holaert, Jan Nidtlot, Dirc Jacobsz backer, Gerrit Abrahamsz,Paulus Huijskens, Willem Leendertsz,Jan Malscher, Bartholomeus Claesz, Jan Jansz swaertveger, Doen de poortier, Thomas de schoenlapper, Thomas de Lapper, Cornelis Jacobsz vetweijer (is iemand die dieren voor de slacht vetmest),enige Engelse personen, Sijmon Jansz in de 'Vijft Ringen'en Maerten Jansz in 'de Croon'.
---
13 december 1650
Pieter van Wijk en Andries de Roij de Jonge, deurwaarders van de Gemene Landsmiddelen alhier, verklaren op verzoek van Jan Rochusse Huijsman, pachter van de impost van de wijnen dat zij op 11 december j.l. samen mar Rochus Huijsman, collecteur van de impost op de wijn, ten huize van Simon Duijsing, wijnkoper, zijn geweest. Daar troffen zij ook een Frans persoon aan en een stoop Franse wijn. Duijsing werd bekeurd.
Dezelfde lieden getuigen dat zij op dezelfde dag rond 8 uur een vrouwspersoon het huis van Willem Muijs, wijnkoper alhier, hebben zien binnengaan. Zij verliet het huis aan de achterkant met een stoop Franse wijn. Heijmans heeft haar aangesproken, Muijs kreeg een bekeuring.
's Avonds omtrent 9 uur zagen de getuigen een vrouw met wijn uit het huis van Adriaen Janssen Slecht, wijnkoper in de Santstraat, komen. Huijsman heeft haar aangesproken en Slecht een bekeuring gegeven.
---
30 april 1648
Jan Rochus Huysman, uit Moercapelle, draagt een tegoed van 207 gld over aan zijn zoon Rochus Huysman. Hij heeft dit bedrag tegoed van Warnard van der Wel, ambachtsheer van de Wilde Venen (bij Moercapelle, GAR), vanwege geleverd bier en winkelwaar en arbeidsloon verricht door Willem Harmansz, scheepmaker. Hij geeft machtiging aan Rochus om dit geld bij van der Wel te innen.
Willem Harmansz verklaart zijn claim op van der Wel aan Jan Rochus te hebben overgedragen.
---
15 mei 1644
Andries de Roy den Ouden en Pieter van Wijck, exploictiers van de Gemeene Lantsmiddelen, verklaren op verzoek van Jan Rochus Huysman, pachter van de impost op de wijnen, dat zij vanmorgen samen met Jan van Heel, medestander van de genoemde pacht, in de Goutsewagestraet gezien hebben dat een vrouw met een kan bij Aert van Doorn, wijnkoper, naar binnen ging. Later vraagt Van Heel op de Valkebrugge aan de vrouw wat er in de kan zit en probeert de kan af te pakken. Van Doorn komt erbij en wil de kan van de vrouw overnemen, wat niet lukt. Er ontstaat een schermutseling tussen hen en omstanders, waardoor de kan breekt. De wijn uit de kan loopt over de straat. Van Heel gaat met de exploictiers naar het huis van Van Doorn, waar een gesprek plaats vindt tussen Van Doorn en Van Heel. De exploictiers zijn hier niet bij. Zij krijgen een roemer wijn van Van Doorn te drinken.
---
25 mei 1644
Willem Gijsberts van Sluys en Pieter van Wijck, deurwaarders van de Gemeenelantsmiddelen, verklaren op verzoek van Jan Rochus Huysman, pachter van de impost van de azijn, dat zij vandaag met Jan van Heel, medestander van de genoemde impost, hebben gepeild bij Jacob Cromsteyn, azijnverkoper, bij wie zij 1,5 oxhoofd azijn vonden, waarvoor Jacob geen biljet had gehaald.
---
17 februari 1642
Jan Roocken Huysman wonende te Moercappel in de ambacht van Sevenhuysen, draagt aan Rochus Jansz Huysman, geassisteerd met zijn oom Jan Davitsz Vergilst, een obligatie over van 600 gulden, die aan hem was overgedragen door Claes Davitsz Vergilst op 13 juni 1635.
---
21 maart 1641
Johan Wildeveenen, secretaris van Sevenhuijsen, stelt zich borg voor Johan Rochus Huysman uit Moercappel ten behoeve van Abraham de Hooch en Samuel Vergilst, pachters van de impost van het gemaal van Schielandt.
---
----------
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.