Let op: Was ouder dan 65 jaar (66) toen kind (Karel Hendrik Otto Lochman van Bennekom) werd geboren (19 juli 1894).
Kapitein, waarnemend controleur 3e klasse van Amoenthay. (7 bataljon infanterie)
Militaire Willemsorde 4e klasse voor zijn verrichtingen in de Zuider- en Ooster afdeling van Borneo in 1862.
Kolonel, commandant Sumatra Westkust en Onderhoorigheden
(1) Hij is getrouwd met Henrietta Elise Josephina Andresen.
Zij zijn getrouwd op 11 september 1861 te Soerabaja, Indonesië, hij was toen 33 jaar oud.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Johanna Emelia van den Enden.
Zij zijn getrouwd op 17 november 1884 te Gemeente Alphen-Chaam, Noord-Brabant, Nederland, hij was toen 56 jaar oud.
Kind(eren):
Wijziging geslachtsnaam toegestaan bij K.B. van 23 jan 1800 (1954). Het eerste deel van de achternaam van zijn moeder (Lochman) wordt toegevoegd aan zijn achternaam.
1850 9 juli 2eluitenant
1854 18 november 1e luitenant
1860 10 februari luitenant Indisch leger.
1861 Kapitein, waarnemend controleur 3e klasse van Amoenthay. (7 bataljon infanterie)
1862 Kapitein 7 bataljon infanterie
Februari, tijdelijk civiel bestuurder van het district Balangan.Verkenning van het district Balangan, door kampongs: Sirap, Djocai, Rantouw Kappies en Moeara Halong.
Hierbij ook de aansluiting kreeg met het bataljon onder leiding van A.van de Hurk die vanuit Moeara Tabalong was gemacheerd.
De daarbij horende kommandementsorder luidde:
Amoenthay, den 13 juni 1862
Gedurende bijna eene maand hebben onzer kolonnes, onder de kapiteins A. van den Hurk en W.G.A.L. van Bennekom, Tabalong en Balangan onophoudelijk doorkruist en de handelingen van de hoofdmuitelingen Amin Oetah, Demang Lehman en Goestie Matsaid, zodanig verlamd, dat ze zich hebben moeten terugtrekken en zich thans schuil houden. Onze troep heeft weder op voorbeeldige wijze alle vermoeijenissen en ontberingen doorgestaan en zich in alle opzigten het Indische leger waardig getoond.
Ik betuig mits deze mijne tevredenheid aan allen die bij die twee kolonnes zijn geweest, en in het bijzonder aan de beide kommandanten, wier handelingen steeds ten volle de goedkeuring van hoogerhand hebben weggedragen.
1862 23 juli, Begin van de tocht door het landstreek Petap
De kolonne bestond uit:
· Commandant van bennekom
· 1e luitenants J.A. Quack en W.A. Albrecht
· 2e luitenants A. Vogel, F.Backerus en H. van Lokhorst
· 80 bajonetten, waarvan 20 Europeanen en 60 inlanders
· 12 dwangarbeiders
· 191 koelies
· Tevens vergezeld door districthoofd Radhen Maas Wieroyoeda met 18 gewapende pradjoerits.
· 2 Maleijers, van de bevriende kampong Toeloe Koerong, dienden als gids.
Dag order
Nadat de muitelingen onder Demang Lehman, Amin Oelah, Djalalanan en Karta Negara, in de maanden mei en juni, door de rustelooze en onvermoeide patrouilles onzer tropen uit Aleij en Amandit waren verjaagd, trokken zij terug in de bovenlanden van Petap, alwaar zij zich door het moeilijke terrein beschermd, in veiligheid achtten.
Op den 25sten junij rukte eene kolonne van 4 officieren, 1 officier van gezondheid, 80 bajonetten en eenige Regentstroepen, onder den kapitein W.G.A.L. van Bennekom, uit Pringien op, om den vijand in zijne steile gebergten op te zoeken en te tuchtigen; van Goenong Tampang tot aan he in de Meratoes gelegen Langkap, beproefden de muitelingen ons tegen te houden, doch al hunne pogingen baatten niet. In weerwil van het voor het zoo gunstig terrein, hunne driemaal sterkere magt, het aanhoudend vuur en de vermoeijenissen, waarmede onzen bij zeer slecht weder te kampen hadden, werd de vijand op de dagen van den 26sten, 27sten en28sten Junij overal verjaagd, en dáár waar bij meer ernstig poogde stand te houden, als te Goenong Batoe en bij Boekit Dadap, met groot verlies geslagen. Bij Langkap werd zijn kampement gevonden en vernield. Deze schoone resultaten zijn te danken aan het overleg en de doortasting van den aanvoerder, het beleid, den moed en de volharding zijn officieren en manschappen. Ik zeg hun daarvoor mijnen dank.
De Luitenant-Kolonel, Kommandant der troepen in de Zuid- en Ooster- Afdeeling van Borneo,
(w.g.) Verspijck
1864 Kapitein (gew. En pl. Staf)
Verwierf bij het Koninklijk Besluit van 22 maart 1864 nr. 79 de Militaire Willemsorde 4e klasse voor zijn verrichtingen in de Zuider- en Ooster afdeling van Borneo in 1862.
1867 Kapitein RMWO a la suite (BK 15)
1868 Kapitein, adjudant van de commandant van het Indisch Leger Lt generaal Andresen A.J.
1869 16 maart Majoor
1870 Majoor, commandant 9e bataljon te Weltevreden
1871 Majoor, (v)
1872 11 juni Luitenant-kolonel
1873 Luitenant-kolonel, Pl commandant van Semarang
1874 Luitenant-kolonel, commandant ZO afdeling Borneo, Bandj.
1875 Luitenant-kolonel, commandant ZO afdeling Borneo, Bandj.
1876 Luitenant-kolonel, commandant ZO afdeling Borneo, Bandj.
1877 Luitenant-kolonel, gelegerd in Atjeh als commandant van Kota Radja en voorw.
15 augustus kolonel
1878 Kolonel,(v)
1879 Kolonel,(v)
1880 Kolonel, (gew. En pl. Staf)
1881 Kolonel, commandant Sumatra Westkust en Onderhoorigheden
1901 Overleden
W.G.A.L. van Bennekom verwierf de volgende onderscheidingen tijdens zijn diensttijd:
Ridder in de Militaire Willemsorde 4e klasse, Koninklijk Besluit van 22 maart 1864 nr. 79
Kruis voor belangrijke krijgverrichtingen met gesp Borneo 1859 -1863
Ereteken voor langdurige dienst als officier met cijfer XXX.
Willem Georg August Lochman van Bennekom | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1861 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Henrietta Elise Josephina Andresen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1884 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna Emelia van den Enden |
Het gedeelte Lochman van de achternaam van zijn moeder, wordt toegevoegd aan zijn achternaam Van Bennekom. Hieruit ontstaat de geslachtsnaam Lochman van Bennekom. Tevens laat hij zijn tweede doopnaam George weg. Hij noemt en tekent als Willem August Lochman van Bennekom.