Zij wordt genoemd in de Vita sancti Adalberti prima (uitg. Fontes Egm.) pag. 16; in het Liber sancti Adalberti (aldaar) pag. 69.; in het Egm. Necrologium (aldaar) pag. 105 en in de Egm. Annalen (aldaar) pag. 128. Haar naam luidt afwisselend Erlind
a, Arlinda, Herlinda en Herlenda. Dat zij abdis te Egmond en Bennebroek zou zijn geweest is een verdichtsel uit latere tijden.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.