Genealogie Cornelis Beerntsz [2500]
Opgemaakt op 31-5-2010 door C.C. Klootwijk Voorbehoud en waarschuwingen
I. Cornelis Beerntsz [2500], geb. ca. 1490, overl. tussen 1551 en 1557, tr. [845] Neeltje Cornelisdr [4664], overl. tussen 1557 en 19-3-1558.
Uit dit huwelijk:
Baernt Cornelisz [4665], geb. ca. 1525.
Rochus Cornelisz [4666], geb. ca. 1525, volgt IIa.
Huych Cornelisz [4667], geb. ca. 1525.
Quiryn Cornelisz [4668], geb. ca. 1525, volgt IIb.
Cornelis Beerntsz. zou de stamvader kunnen zijn van de takken uit Oud-IJsselmonde, Charlois en de Hoekse Waard. Deze hypothese wordt ook gemeld door K.J. Slijkerman in zijn publicatie in Ons Voorgeslacht van 2001.
IIa. Rochus Cornelisz [4666] (zn. van I), geb. ca. 1525, tr. [1694] .
Kind(eren): Cornelis Rochus KLOOTWIJK [51], geb. ca. 1578, volgt IIIa.
Rochus Cornelisz is mogelijk de vader van Cornelis Rochus Clootwijck, de stamvader van de tak uit Oud-IJsselmonde en Charlois.
IIIa. Cornelis Rochus KLOOTWIJK [51] (zn. van IIa), geb. ca. 1578, smit te ijsselmonde , heemraad van Oost IJsselmonde tussen 1609 en 1645, begr. IJsselmonde 12-1648, tr.(1) [16] Ariaentgen Pietersdr [1997], overl. voor 1616.
Uit dit huwelijk: Leendert [2103], geb. ca. 1600, volgt IVa.
Cornelis Rochus KLOOTWIJK, tr.(2) [667] Ridderkerk 21-2-1616 Adriaentgen Bastiaensdr [1998], ged. Ridderkerk 29-6-1586, overl. tussen 12-5-1632 en 1-7-1633.
Uit dit huwelijk: Rochus [52], geb. ca. 1616, volgt IVb.
Neeltje [4285], overl. 27-2-1690, begr. 8-8-1691, tr. [1540] ca. 1642 Leendert Huige BLOCK [4286], mr. timmerman, armmeester, overl. IJsselmonde 1677.
Mogelijk kan ook Rokes Petersen (geb. ca. 1550, smit te barendrecht, overl. na 1598) de vader zijn van Cornelis aangezien de voornaam later in het geslacht terugkomt en aangezien het beroep smit vaak van vader op zoon gaat en de naam Rocus niet zovaak gebruikt wordt. Er wordt in het archief van de Herv. Gemeente van Barendrecht (inv. nr. 1) in 1592, 1593 en 1598 meerdere malen gesproken over een Rokus Petersen, smit te barendrecht. Hij moest toen voor de kerkeraadverschijnen i.v.m. herhaaldelijke dronkenschappen in de plaatselijke herberg. Hem werd het avondmaal ontzegd. Echter in het ORA van West Barendrecht en Carnisse (folio 27, ARA nr. 3.03.08.205) wordt op 17 febr 1614 een vertichting opgesteld waarin er gesproken wordt over Besseltjen Wijtisdr, weduwe van wijlen Rocus Pietersz, smit, en hare kinderen Wijt Rocusz, Aberham Rocuszn, Isack Rocuszn ende Pietertjen Rocus dochter. Er wordt hier dus geen Cornelis genoemd.
Het is wel aan te nemen dat Cornelis Rochus de vader was van Rochus Corneliszn aangezien vader en zoon dezelfde beroepen hadden en de voornaam van de moeder komt weer terug bij de dochter van Rochus. Het e.e.a. moet nog uitgezocht worden.
Uit de Trouwboeken van Ridderkerk:
'17-01-1616 Cornelis Rochus Clootwijck, wd van Ariaentgen Pietersdr, smit tot IJsselmonde, en Adriaentgen Bastiaend jd, van Ridderkerk, 1e afk 17-01-1616, getr Ridderkerk 21-02-1616'
Uit een transcriptie van het dingboek van het oostambacht van ijsselmonde 1603-1640 van M.G.A. Ball ontlenen we het volgende:
Op 2 juni 1605 heeft Cornelis Rokus een onenigheid met Cornelis Voppen over een 'coopcedulle'.
Op 30 juni 1605 eist Cornelis Rokus van Pieter Cornelis 'wagenmaecker' de somme van 'XXXXIII pond IX stuiver'.
Op 1 februari 1607 eist Cornelis van Pieter Foppen 'moelennaer' de som van 'acht gulden en eennen stuijver.
In 1607 treed Cornelis enkele malen als borg op voor Jan Janssz Brul.
In datzelfde jaar eist Cornelis Roochus Clootwijck 'smit' van Jacob Anthonisse de som van 4 gulden, 15 stuivers en 9 duiten.
Ook in dat jaar, op 6 december, eist Cornelis wederom wat van Pieter Cornelis 'wagenmaecker': 40 gulden.
In 1609 zijn er wat problemen met het graven van een sloot.
Op 4 maart 1610 eist Cornelis maarliefst 118 gulden en 17 stuivers van Adriaen jan Harmense voor geleverd 'yserwerck' plus 1 gulden en 18 stuivers omdat de broer van Adriean Jan Harmense wat bier had 'gehaeld ende verdroncken'.
In 1614 bekent Leennert Dirckse aan Cornelis Roochusse 'smit' het bedrag van 7 gulden en 9 stuivers schuldig te zijn 'uut saecke van vier schepel boonen ende gelevert yserwerck'.
In 1627 treed Cornelis Roochusse Clootwijck nogmaals op als borg.
Op 1 jan 1618 en 16 apr 1630 komt Corn Rochusz Clootwijck voor in de rechtelijke archieven van IJsselmonde.
In 1561 was een Rochus Cornelisz. huurder van percelen van 1 1/2 morgen en 3 hont in De Ziedewij onder Oost-Barendrecht.12 Het is echter de vraag of dit dan niet de gelijknamige borgsteller uit 1558 betrof, die een naast familielid van de hier te behandelen Rochus Cornelisz. moet zijn geweest en een hofstede aan 'den gebrocken dijck' aldaar bewoonde. Hij is dan evenwel niet in de kohieren van 1542 en 1557 genoemd.
Eén van deze Rochussen kan grootvader zijn geweest van de Crijn Maerten Rochusz. die in 1625 gevangen zat in de Vuilpoort te Dordrecht, tezamen met o.a. Crijn Jacob Crijnsz. (Groenendijck), een kleinzoon van Quirijn Cornelisz., een broer de hier te behandelen Rochus.
Den 10en November ontfangen van Rochus Cornelisz Clootwijck van dat sijn vrouw ondert cruiiswerck begraven is
(1) Zij is getrouwd met Rochus Cornelisz Klootwijk.
Zij zijn getrouwd.
Kind(eren):
Kind(eren):
Als echtgenoot had ik staan; Besseltgen Wijtensdr.
Deze invoer staat er al behoorlijk lang, ik heb geen idee meer hoe ik aan haar naam ben gekomen. Ik vermoed, gezien onderstaande- dat dit niet de naam van de vrouw van Rochus Cornelis is. Tenzij er 2 Besseltgens Wijtens waren die rond die tijd leefden.
Besseltgen Wijtens komt voor on Ons Voorgeslacht als zijnde de vrouw van Rochus Pietersz Smit, zij overleed te Barendrecht:
Gen. IIIa-1: Besseltgen Wijtensdr.
Als Besseltien, de weduwe van Rochus Pieterss. Smit, werd zij met haar dochter Pietertgen Rooches op 9-10-1611 op belijdenis lidmaat te Barendrecht.1
In 1635 (na 18-7) werd te Barendrecht voor het lijkkleed bij het begraven van BesselkenWijten betaald.2
Haar man Rokes P(i)etersz. (den) Smit, lidmaat te Barendrecht, werd in de jaren 1592- 1594 diverse malen door de Barendrechtse kerkeraad vermaand wegens zijn dronkenschap, waarbij hij dag en nacht in de herberg bleef liggen en 'malle en sotte comanschappen deede, sodat den name Godt lasterlick en de gemeynten ergelick was'.3 Hij was dus reeds voor 9-10-1611 gestorven.' De vermelding als belending van zijn huis te WestBarendrecht en Carnisse op 12-7-1613 was dus postuum.
NN | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rochus Cornelisz Klootwijk | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbekend |
http://www.klootwijk.net/dak.asp?gen=2500
DE FAMILIEGROEPEN CLOOTWIJCK OP DE ZUIDHOLLANDSE EILANDEN CA. 1500-1700 met naamdragers (de) Pachter, (de) Leenheer, Visser, Groenendijck, Barendrecht en Cappiteyn DEELI door K.J. Slijkerman
Ons Voorgeslacht 1963 pagina 201, transcriptie gaarder