Jan Govertsz. van Beaumont, geb. vóór ca. 1425, lid van het Sint Pontiaansgilde (1463), eigenaar van een wantstal, raad van Dordrecht (1460-61), tr. 1e Maria Florisdochter; tr. 2e Claesgen Willemsdochter, overl. na 26-4-1475.
Na overname van de wantstal van zijn moeder Fije op 21-2-1462 (= 1463), werd Jan van Beaumont als lid van het Sint Pontiaansgilde opgenomen. Hij had toen al ‘deesse kinderen eerdat hij ghilde broeder was: Willem, Corneellis, Gheerit, Maerij’. Ruim 70 jaar later werd ‘dye stal weder overgheset van Jan van Bemont op Cornelis Jacopsz. alias Scaphoet’ op 29-3-1535,34 waarbij uiteraard Jans’ erfgenamen bedoeld zullen zijn. Claestgen vrouw van Jan op Beamont, als door hem volkomen gemachtigd, bestreed in 1475 de rechtsvordering van 1 nobel per jaar door het kapittel van Dordrecht op twee huizen en een erf op Bijstervelt (nu: Doelenstraat), vanwege een schepenbrief die zij op huizen en erf sprekende had.
Zij is getrouwd met Jan (Johan) Govertsz van Beaumont.
Ze zijn in de kerk getrouwdBron 2