Arij Andriesz Aartoom / Arijmaet. Hij was boer, in 1670 ouderling en vele jaren schepen van ’s-Gravendeel.
Arijen Andriessen Aertoom alias Arijmaet op ’s-Gravendeel wordt op 27-10-1663 vermeld.
Arijen Maertens Maesdam, won. op ’s-Gravendeel, en zijn hsvr. Geertjen Ariens, worden op 19-7-1671 genoemd samen met Arijen Andries Aertoom, overleden op ’s-Gravendeel. (2de vrouw?)
Arijen Andriesse Aertoom te ’s-Gravendeel, overdracht koeien en paarden op 28-2-1671.
Beroep: Boer
obiit 17-06-1671
De kinderen en de schoonzoons van de in juni 1671 te ’s Gravendeel overleden landbouwer en veehouder Arijen Andriesz. Aertoom geven op 18 april 1672 voor de Dordtse notaris Johannes Hellu te kennen, dat zij bereid zijn de laatste resterende pachtschuld uit de nalatenschap van hun vader resp. schoonvader, ten belope van 500 gulden, te betalen. Schuldeiser is Henrijck van den Santheuvel, thesaurier, oudraad en schepen der stad Dordrecht. Bewuste schuldsom zal worden betaald uit de verkoping van de insolvente boedel der overledene. Deze had van Henrijck van den Santheuvel enige jaren lang een hofstede beboerd en kon op het laatst de huur resp. de pacht niet meer neertellen. Op 28 februari 1671, een paar maanden vóór zijn overlijden, had Arijen Andriesz. Aertoom reeds 16 melkkoeien en vaarsen alsmede 9 paarden aan voornoemde schuldeiser moeten afstaan, om daarmee een groot gedeelte van zijn pachtschulden ten bedrage van in totaal 1732 gulden af te lossen. Deze beesten zouden echter zolang onder zijn hoede blijven tot de heer Van den Santheuvel anders beslist2.
Over de ligging van de pachthoeve ofwel hofstede wordt in de akte van liquidatie met geen enkel woord gerept. Het mag echter worden verondersteld, dat de hofstede gelegen was nabij Willemstad in Noord-Brabant in de polder de Ruijgenhil, alwaar de brouwer Henrijck van den Santheuvel enige landerijen zijn eigen noemde. Genoemde hofstede bestond volgens navolgende akte uit een huis, wagenkeet, twee stallingen, bakkeet, een dorsvloer en bijbehorende landerijen. Een groot landgoed dus.
Zijn kinderen en schoonzoons verklaren in de akte dat zij ook voor de achterstallige verpondingen en omslagen, die nog op de hofstede rusten, zullen instaan, zonder daarmede de nieuwe pachter of de pachtheer te belasten.
Over de in de akte eveneens genoemde Andries Ariensz. Aertoom, één van de twee zonen van Arien Andriesz., is bekend dat ook hij schulden maakte en zijn pacht niet kon betalen. In 1673 ging hij eveneens failliet en volgde een boedelverkoping. Andries was een driftig man. In 1679 bedreigde hij zijn pachtheer Adryaen Snouck met de volgende woorden: “Ghij schelm, ghij hondt! Hier hebbe ick u. Ick sal u nu den hals breecken. Schelt mij quit, dan sal ich u laten rijden!” Hij werd gevangen genomen en verhoord door de Hoge Vierschaar van Strijen. Andries ontkende. Hij wist vóór het ‘scherpexamen’ uit de gevangenis te ontsnappen en vluchtte naar Willemstad. Op 4 juli 1679 werd hij bij verstek tot levenslange verbanning uit Zuid- Holland veroordeeld. Andries stierf in zijn toevluchtsoord Willemstad omstreeks 1700.
Navolgend de akte van liquidatie uit het protocol van de Dordtse notaris Johannes Hillu betreffend de vereffening van de restschuld van Arijen Andriesz. Aertoom.
Hij is getrouwd met Aechtge Jans Sneep.
Ze zijn in de kerk getrouwdBron 1
Kind(eren):
Zoon van Andries Dierickx Aert Oom en Teuna Ariens
kinderen uit het huwelijk van Arij en Aechtge:
Jan, Andries, Geertje, Annetje, Teuna
Arij Andriesz Aertoom | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aechtge Jans Sneep |