No. 11 - blz 37 t/m 39
joosje jans, weduwe van pieter andriesse munter, wonende te smeetslant onder de jurisdictie van charlois, bekent schuldig te wezen aan de weeskinderen van leentje cornelisse dortsmans, in leven gehuwd met pieter klaasse molenaar, een bedrag van honderd acht en tachtig caroligulden, hen toekomende bij overlijden van cornelis adriaanse dortsman, hun grootvader, en dat bij toestemming van adriaan cornelisse dortsman, voogd van deze weeskinderen. jan harpertse, schout en secretaris van katendrecht en harper janse, zijn zoon, staan borg voor de aflossing van het geld. present: adriaan jacobse geltelder, jacob clementse en heijndrick japhetse, schepenen van katendrecht.
31 mei 1649
Adriaen Cornelisz Dortsman |