wordt 1590 beleend met 3 genet land te Oostvoome na overdracht
Conflict over memorieland:
Rechtdag 5-3-1625
Pouwels Meeuwesteyn met Ghossen Dircxsz. Naghe, pp. voor Pietertgen Jansdr. won. in Heenvliet, contra Jan Been, pp. voor Aren Joosten, won. in Brielle, gedaagde. Eisers hebben te bode doen stellen 1 gem. 73 r., 1 gem. 50 r., 3 gem., 2 gem. 50 r., 3 gem. 12 r., ca. de helft van 2 gem. en nog IV2 gem., alles in Heenvliet, waar gedaagde ten onrechte possesseur van is. Aangezien Pieter Jansdr. de oudste en naaste van het geslacht van de rechte possesseur is, verzoekt zij in het bezit van het land gesteld te worden en dat de gedaagde veroordeeld zal worden zijn handen van het land af te trekken.
Gedaagde antwoordt, dat hij als oudste en naaste van het geslacht van de eerste possesseur Jan Jansz. Nissen al 8 jaar dit land gebruikt na op 1-10-1616 palmslag van schepenen ontvangen te hebben, waarvan de laatste possesseur Abraham Pietersz. was. Hij protesteert er tegen, dat eiseres de pachter verboden heeft aan hem pacht te betalen. Meeuwesteyn stelt, dat het land gekomen is van Jorden Arensz., die een broer was van de vader van Pietergen Jans, waaruit blijkt, dat zij de oudste is. Schepenen houden het vonnis aan tot de volgende rechtdag.
1625, Meeuwesteyn, pp. voor Pietertgen Jans, eiser, contra Jan Been, pp. voor Aren Joosten in Brielle, gedaagde. Eiser stelt, dat hij in de stukken niets kan vinden, dat bewijst, dat gedaagde recht op het memorieland heeft. De stukken bewijzen wel, dat het land gepossedeerd is geweest door 'Joerden Arensz. wyns moeye ghenaempt was Gheertgen Jordens zijns vaders suster, welcke Gheertgen Jordens gewest es' moeder van Jan Jansz. (moet dus Jan Maertensz zijn), vader van de eiseres. Schepenen bevelen de secretaris, die nalatig is geweest, binnen 3 dagen de overige stukken te kopiëren.
13-6-1625, Eiser stelt, dat de volgende stukken land ten onrechte aan gedaagde
behoren: ca. 5 gem. aan de Eeweg in de Bossem, zoals te zien is in de stukken van Jacob Cornelisz. Cleyburch, uit de naam van Arentgen Dircks gemaakt, die bezit zijn geweest van Joorden Arensz., gekomen van ene Aren Joordensz., die een zuster Geertgen Joordens had, die de moeder was van Jan Jansz. (sic!), de vader van Pieter Jansdr.
29-11-1625, levert Meeuwesteyn stukken over, waaruit blijkt, dat er 19-7-1600 een compromis is gesloten na een proces tussen Joorden Aertsz. en Cornelis Jansz., vrinden en bloedverwanten van de gerechte possesseuren. Uit de boom van het geslacht blijkt, dat de eiser en verweerder in 'den graete . .. (niet verder ingevuld).
Schepenen dragen partijen op ieder 14 g. in te leggen omjuridisch advies in te winnen.
Na het advies van 10-2-1626 dragen schepenen op 14-3-1626 partijen op inventaris te maken. Op 25-3-1626 gaat Goossen Dircxsz. Nagge, pp. voor Pietertgen Jans, hier tegen in beroep.
Zij is getrouwd met Jacob Cornelisz Kleijburg (Cleijburg).
Ze zijn in de kerk getrouwdBron 2
Kind(eren):
182.1 in de parenteel van Doen Beijens
de parenteel van Doen Beijensz. door J.J. Vervloet in samenwerking met de werkgroep Doen Beijensz.
de parenteel van Doen Beijensz. door J.J. Vervloet in samenwerking met de werkgroep Doen Beijensz
Het geslacht van Vop Cornelisz. (ca. 1510-1575) te Ridderkerk door K.J. Slijkerman, Ons Voorgeslacht jrg 2001, vanaf pag. 77