De(ze) familieleden van de eerste vrouw van Wit Joosten komen naar voren uit een akte van 28-8-1609: Floris Jansz. waard in ‘den Hulck’ buiten de Vuilpoort, voor hemzelf en als voogd van de nagelaten weeskinderen van Cornelis Jobsz. wagenmaker, geprocreëerd bij Neeltge Hendricxdr. zaliger, en in deze vervangende de voorn. Cornelis Jobsz. als vader en voogd van deze kinderen, Pieter Witten voor hemzelf en in deze vervangende zijn onmondige broeders en zusters, allen tesamen voor een derde deel; Willem Aertsz. Brantwijck korenkoper en voorn. Pieter Witten als naaste vriend van het nagelaten weeskind van Dirck Cornelisz. en Neeltge Caselaers, beiden zaliger, voor een derde deel; en de voorn. Floris Jansz. en Pieter Afb. 3. Rechts het wijkje ‘buiten de Vuilpoort’ te Dordrecht (het noorden is onder); fragment van stadskaart van Dordrecht van Braun en Hogen-berg ca. 1572.
Witten tezamen mede vervangende Adriaen Willemsz. schrijnwerker tot Amsterdam, voor een derde deel. Zij verkopen aan Michiel Laurensz. koperslager, burger van Dordrecht: een huis met toebehoren tegenover de Ouden Mannen Steijgert, genaamd ‘den Engel’, waar koper tegenwoordig in woont, tussen het huis van de weduwe van Coen Joosten en het huis toebe-horende de stad Dordrecht
Zij is getrouwd met Floris Jansz Bosman.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 29 mei 1588 te Dordrecht.Bron 1