houtkoper en timmerman ald., bewoonde een huis met ‘timmerhuijs’ op het dorp Charlois nabij de haven
Op 6-4-1624 maakten Jacob Jorys, jonggesel, timmerman te Charlois, en Aechtge Warbouts, jonge dochter te Charlois, akte van huwelijkse voorwaarden. Bij kinderloos vooroverlijden zou de langstlevende 500 gld., uit de boedel verkrijgen.
Jacob Jorisz. van der Wijck, houtkoper en timmerman, en Aegtgen Warbouts, echtelieden wonende te Charlois, maakten aldaar op 17-2-1641 voor notaris Coenraet van der Linde een mutueel testament. De langstlevende zou hun twee kinderen moeten opvoeden enz. en bij hun meerderjarigheid 500 gld., alsmede de sieraden van de eerstgestorvene uitkeren. Aegtge lag toen ziek te bedde, zodat zij vermoedelijk kort nadien gestorven zal zijn. In elk geval was zij op 2-6-1641 niet meer onder de levenden, want van die datum dateert de openbare verkoop door Jan Werboutsz. - bij absentie van zijn broeder Bastiaen Warboutsz.- als voogden van de wees kinderen van Aechtge Warboutsdr., waarvan de vader was Jacob Jorisz., houtkoper en timmerman. Er werden bij die gelegenheid ‘cleeden en cleynodien’ van de hand gedaan.
Jacob Jorisz. is in 1644 vermeld gevonden in het kohier op het schoorsteengeld te Charlois en aldaar vond hij zijn tweede echtgenote in Berbers Jacobs, dochter van de Charloisse wagenmaker Jacob Cornelisz. en Maertgen Adriaens. Een akte van 3-1-1650 maakt van zijn kinderschaar melding; behalve genoemde Berberts, vrouw van Jacob Joris van der Wijck, waren er nog de volgende kinderen: Cornelis, Adriaen, Leentje en Sijtgen.
De oud-rechterlijke archivalia van Charlois en notariële bescheiden van Rotterdam bevatten nog diverse akten betreffende van der Wijck. Het betreft hier voornamelijk zakelijke transakties. Zo tekende Meerten Harmansz. Swael, wonende te Charlois, op 7-2-1650 een schuldbrief ten behoeve van Jacob Jorisz. van der Wijck, houtkoper en timmerman, en Crijn Cente den Besten, metselaar, beiden wonende te Charlois, en dat naar aanleiding van geleverde materialen en voor arbeidsloon.14c Vóór 14-11-1652 was Van der Wijck overleden, want
op die datum is er sprake van de boedel van wijlen Jacob Jorisz. van der Wijck en de nog in leven zijnde Berbertge Jacobs, wonende op het dorp Charlois. De Heer Abraham Nasch, poorter van Rotterdam, wettelijk aangestelde curator over de boedel, transporteerde toen voor 1475 gld. hun huis met ‘timmerhuijs’ en boomgaard enz. op het dorp Charlois aan Bastiaen Joosten van Haerlem. Aan de westzijde grensde dit perceel aan de haven van Charlois en ten noorden lag ‘de Wijck’ (ontleende Jacob hieraan zijn naam?).
De optekening van het begraven van Jacob en zijn eerste vrouw werd in de rekeningen der kerkmeesters van Charlois niet teruggevonden, zodat zij kennelijk niet in de kerk, maar op het kerkhof ter aarde zijn besteld en waarvan de registratie niet bewaard is gebleven.
Margarita van Zoelen, Catharina van Zoelen, Geertruyt van Zoelen, en Maria van Zoelen, mede voor hun broer Harman van Zoelen en zijn kinderen, als kinderen en erfgenamen elk voor 1/6e part, van Joost van Soelen en Cornelia Ulricxdr, machtigen hun broer Otto van Zoelen, om in eigendom over te dragen aan Jacob Jorisz, timmerman te Charlois en Cent Cornelisz, metselaer alhier, een huis en erve gelegen te Charloos, dat heeft behoord aan Micchiel Willemsz van der Schoor.
f. 41v d.d. 14-8-1630: Jacop Jorisz. houtcooper en timmerman onze inwoner bekende verkocht te hebben aan Jasper Meerman coopman tot Rotterdam een losrente van 25 gld.
f. 109 d.d. 10-11-1632: Jacop Jorisz. houtcooper en meestertimmerman onze inwoner en Vincent Cornelisz. metseler wonende tot Rotterdam hebben getransporteerd aan Jan Cornelisz. van Utrecht timmerman en onze inwoner een huis en erf op het dorp van Charlois.
f. 30 d.d. 8-3-1638: Aris Jansz. cleermaker onze inwoner bekende schuldig te wezen aan Jacob Jorisz. houtcoper en timmerman mede onze inwoner de som van 89 gld. ter zake van geleverde materialen en arbeidsloon bij de voorn. Jacop Jorisz. tot opbouwing van comparants huis geleverd. Tot hypotheek zijn huis, erf, schuur en boomgaard in Charlois aan de Kerkstraat (belend o.a. de weduwe van Pouwels Jacobsz. Mastenbrouck).
f. 84v d.d. 7-7-1640: Jacob Jorisz. houtcooper en timmerman onze inwoner bekende dat hij verkocht had aan Bastiaen Adriaensz. Cortpenning mede onze inwoner een huis erf op het dorp van Charlois aan de kade van de haven van Charlois.
f. 87 d.d. 7-7-1640: Jacob Jorisz. houtcooper en timmerman onze inwoner heeft
getransporteerd aan Jaeques Govertsz. mede onze inwoner een huis en erf dat vrij is van schaftgeld op het dorp van Charlois.
Jacob Jorisz, timmerman en zijn vrouw Barbertgen Jacobs, wonend in Sairloos, benoemen elkaar tot erfgenaam; hij vermaakt een bedrag van 200 gulden aan de twee voorkinderen verwekt bij Aechjen Warbouts, zijn overleden vrouw.
f. 276v d.d. 4-1-1647: Adriaen Joosten nu wonende in Oud-Beijerland in de steenplaats van de rentmeester Pandelaer bekende schuldig te wezen Jacob Jorisz. [aanhef: van der Wijck] houtcooper en timmerman onze inwoner de som van 450 gld. over rest van geleverd hout en arbeidsloon tot het opbouwen van zijn nieuwe huis op het dorp van Charlois
No. 38 blz 157 en 158
adriaan van aller, openbaar notaris te rotterdam, dagvaart uit naam van salomon van schoonhoven, ruaard en baljuw van putten, annetgen pieters, bejaarde ongehuwde dochter, wonende te saarloijs, die op haar beurt jacob jorisse van der wijk, timmerman te saarloijs volmachtigt. getuigen: pieter gerritse beniers, timmermansknecht te rotterdam en dingeman bastiaanse, herbergier te saarloijs.
8 september 1650.
Ysaack Dircxz Tol, coorncoper, 31 jaar, verklaart op verzoek van Aabram van Nasch, curateur over de boedel van wijlen Jacob Jorisz van der Wijck, houtcoper en timmerman te Chairlois, dat hij in mei jl. een boelceel heeft ontvangen van verkochte meubels, die toebehoord hadden aan Claes Fransz, backer, overleden te Chairlois, dd. 20-09-1652, verkocht bij Schout en Schepenen van Chairlois. Hij kreeg die van Dirck Jansz Stolck, wonend te Nieuwerkerck, de vader van de weduwe van Claes Franssen, Trijntge Dirckdr, om daarop de 105 gulden te verhalen, die hij nog van Claes fransz tegoed had. Op de boelceel staan artikelen genoemd, gekocht door de vrouw van Geen Pietersz en door Adriaen van Salm, die met contant geld aan Dirck Jansz Stolck en aan "bestevaer" betaald zijn.
overl. (wellicht ald.) tussen 17-2-1650 en 14-11-1652
(1) Hij is getrouwd met Aechtgen Warbouts van der Wel.
Ze zijn in de kerk getrouwd na 6 april 1624 te Charlois.Bron 1
tr. (wellicht kort na 6-4-)1624 Jacob Jorisz. van der Wijck, j.g. te Charlois,
(2) Hij is getrouwd met Barbertge Jacobs.
Ze zijn in de kerk getrouwd voor 1650.Bron 1
Hij hertr. 1641/’50 Barbertge (Berbers) Jacobsdr.
DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT VAN DER WEL UIT CHARLOIS door P.A. Siepman en K.J. Slijkerman
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mistart=4&mivast=184&mizig=365&miadt=184&miamount=4&milang=nl&misort=unitdate%7Casc&miview=ldt&mizk_alle=schoor&miej=1700&miaet=1
Oud rechterlijk archief: Transporten en schuldbrieven van Charlois 1628–1637, GA Rotterdam – ora Charlois inv.nr. 14,door Vorm, T. van der
ONS VOORGESLACHT | Jaargang 72 | juli/augustus 2017 | K.J. Slijkerman
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mivast=184&miadt=184&mizig=365&miview=ldt&milang=nl&micols=1&misort=unitdate%7Casc&mizk_alle=Warbouts
Archief voormalige Gemeente Charlois Inventarisnummer 41 Oud-rechterlijk archief Charlois “Allerhande akten” door Michel Ball via Hogenda
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mistart=32&mivast=184&mizig=365&miadt=184&miamount=4&milang=nl&misort=unitdate%7Casc&miview=ldt&mizk_alle=nasch&miej=1700&miaet=1