Daem Jansz. Romeyn (Roemeyn, Roomain), j.g. van Ridderkerk (1601), boer in Oud- Reyerwaard, pachter der verpondingen (1609), heemraad van Ridderkerk (1622), waarsman van Oud-Reyerwaard (1622-1624), overl. tussen 1624 en 14- 5-1626, tr. Barendrecht (otr. Ridderkerk 3-6 door schrijven van Barendrecht en bescheid gegeven om te Barendrecht te tr. 23-6) 1601 Neeltien Bastiaensdr., j.d. van West-Barendrecht (1601), weduwe van Ridderkerk (1626), waarschijnlijk dochter van Sebastiaen Lauwerensz., hoogheemraad van Barendrecht, dijkgraaf van West-Barendrecht en Carnisse, en Aryaentken Lenertsdr. Neeltien tr. 2e (3e gebod Barendrecht 22-3) 1626 Adriaen Hendriksz. Outraet, schout van Oost-Barendrecht, secretaris, stedehouder van de schout, schout van West-Barendrecht en Carnisse, taxateur der verpondingen over Oost- en West-Barendrecht, overl. waarschijnlijk 17-8-1647, zoon van Heyndrick Adriaensz. Outraet, heemraad van Barendrecht, schout van West-Barendrecht en Carnisse, en Neeltghe Bastianen. Adriaen tr. Ie Leentje Cornelisdr. en 3e Barendrecht (3e gebod aid. 7-12) 1631 Heyltge Bastiaensdr., j.d. uit de Linde (Groote Lindt), dochtervan Sebastiaen Hendricksz., heemraad van Groote Lindt, en Adriaentge Jansdr. van Barendrecht.
Het is onduidelijk waarom Daem zich met de naam 'Romeyn' ging tooien. Op het dorp Ridderkerk stond een herberg of tapperij genaamd 'Het Wapen van Rome', die in 1636 door ene Teus Meuss. (ged. Ridderkerk 22-2-1601, een zoon van Aeltgen Teusdr.?; zie I.3.b) werd verkocht aan Pauwei Ariensz. Cranendonck, die nadien promt met de toenaam Romeyn door het leven ging.54 Mogelijk is ook Daem waard in deze herberg geweest.
Daem Janss. Roemeyn stelde bij akte van 23-3-1609 Cornelis Dirckss. Bom, secretaris tot Ridderkerk, rechtelijk in handen 'sijn huys, keet met twee bergen met bomgaert ende betelinge', gelegen in Oud-Reyerwaard, zuid-oostelijk belend aan (= zijn zwager) Jelys Adryaensz. Vynck en noord-westelijk aan Harman Cornelisz., alsmede koeien en huisraad en dat vanwege borgtocht voor door hem aangenomen verpondingen.
Op 21-6-1609 kregen Daem Janssen en secretaris Bom flinke ruzie over zekere eenden, waarbij Daem voor een dief werd uitgemaakt.
Willem Jansz. Schypper, inwoner van Ridderkerk, stelde bij akte van 21-9-1612 zijn huis met inboedel op het dorp Ridderkerk en twee schuiten met toebehoren in handen van Daem Jansz. Roemeyn en dat vanwege gestelde borgtocht. 56 Een akte van 11-11-1613 heeft op deze zelfde zaak betrekking.
Bij akte gedateerd 3-8-1617 machtigde Mariken Pietersdr, weduwe van Cornells Jacobss. Keyser, in leven gewoond hebbende in de jurisdictie van Rhoon, de te Ridderkerk gedomicilieerde Daem Janss. om te Poortugaal land te transporteren aan Adriaen Willems.
Cornelis Cornelisz. Jongen Roemeyn stelde bij akte van 4-4-1622 in handen van Daem Janss. Roemeyn een 'erff huyscedulle' en dat vanwege gestelde borgtocht voor een zekere obligatie. Deze Cornelis was getrouwd geweest met Stijntje Bastiaensdr., een zuster van Daem's vrouw. Zij waren derhalve zwagers. Op 14-5-1626 compareerden enerzijds Adriaen Heindricxe Outraet, schout en secretaris in Barendrecht, als man en voogd van Neeltgen Bastiaensdr., weduwe van Daem Jansz. Roomain, en anderzijds Wouter Jansz., wonende in Mijnsheerenland van Moerkerken, voor hem zelf, en Gillis Arensz. Vinck, bailliuwsman van Zuid-Holland en capiteyn in de Linde, nomine uxoris, erfgenamen van zaliger Daem Jansz. voor de andere helft en zij transporteerden aan Heindrick Geeraertsz. 2 m. 235 roeden eigen noorden voor Oud-Reyerwaard, welke met niemand gemeen lag en aan de zuid- en noordzijde belend was aan Adriaen Pauwelsz. Dijckgraeff, 'streckende van den twaelff roeden van Dirck Ploennen Verschoor en voorts mitten damsteech van den dijck off int westen tot aen het roeden sant van de Welgebooren heere van Merode'.
Daem komt nog diverse malen voor in het rechtboek van Ridderkerk 1583-1604.
R.A. Ridderkerk nr. 9, fol. 19, 19-5-1626:
Ariaen Hendriksz. Outraet, schout en secr. van Barendrecht verkoopt als man en voogd van Neeltgen Bastiaansdr., wed. van sal. Deam Jansz. Romain, samen met (voor de andere helft) Wouter Jansz. te Mijnsherenland en Gillis Ariensz. Vinck, baljuw, man van Zuid-Holland, capitein van de Linde, nomine uxori, 2 morgen, 235 roeden land
(1) Zij is getrouwd met Daem Jansz Romeijn.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 23 juni 1601 te Barendrecht.Bron 1
(otr. Ridderkerk 3-6 door schrijven van Barendrecht en bescheid gegeven om
te Barendrecht te tr. 23-6) 1601 Neeltien Bastiaensdr., j.d.(?) van West-Barendrecht (1601) weduwe van Ridderkerk (? Volgens mij is ze nog geen weduwe, pas als Daem overli0jdt en zij een 2de maal huwt)
(2) Zij is getrouwd met Adriaen Hendricksz (Heijndricksz) Outraet.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 29 maart 1626 te Barendrecht.Bron 3
28-03-1626 Adriaen Hendricxse Outraet, wd van Neeltjen Cornelisdr,
schout tot Barendrecht
Neeltjen Bastiaenen, wd van Daem Jansse Romeijn
1e afk 08-03, getr Ridderkerk 29-03
heeft een zus Stijntje Bastiaens (zie bijgesloten documenten)
DE AFSTAMMING VAN HET GESLACHT MET DE TAKKEN VAN DER LINDE(N) EN KENNIS IN DE HOEKSCHE WAARD door K.J. Slijkerman via Hogenda
OUTRAET, EEN SCHOUTENGESLACHT TE BARENDRECHT door Mr. G. van Niekerken, Gens Nostra 1991 vanaf pag.166
OUTRAET, EEN SCHOUTENGESLACHT TE BARENDRECHT door Mr. G. van Niekerken † Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 46 (1991), doop en trouwdiskette Ridderkerk