Gerrit IJsbrantsz wonende te Carnisse verklaart dat hij op verzoek van Hendrick Cornelisz Aendewech, penningmeester van de Zuidpolder van Barendrecht, op 20 maart 1651 naar het huis is geweest van Gerrit Tonisz van der Vliet om hem te vragen of hij tarwe verwachtte voor ene Willem Cornelisz Besemer. Van der Vliet was niet thuis en de aanwezige kinderen zouden het aan hun vader vragen als hij thuiskwam. Zo heeft Gerrit IJsbrantsz dit overgebracht aan Hendrick Cornelisz Aendewech.
Ariaentgen Vrancken, tegenwoordig echtgenote van Heijndrick Cornelisz Aendewech te Carnisse, ziek op bed liggend, maakt haar 5 kinderen tot erfgenaam, t.w. Geertruijt, Adriaen, Haesjen, Margreta en Henrick Henricxsz, verwekt door Heijndrick Ariensz Hoogendijck, haar eerste man zaliger. Ook Marijken Heijndricx Aendewech, verwekt door haar huidige echtgenoot, is erfgenaam. Ook haar dochter Hillegondt Henricx Hoogendijck, getrouwd met Gillis Jansz Herweijer, zal een zevende part krijgen. Als executeur en voogd over eventuele minderjarige kinderen benoemt zij Rutgaerd van der Lith, haar zwager, schout te Klaaswaal.
Hendrick Cornelisz aen den Wegen te Barendrecht stelt zich borg voor Pieter van Hoogendijck, oom van de nagelaten kinderen van Hendrick van Hoogendijck, voor de borgtocht, van 1016 gulden, die hij, Pieter van Hoogendijck, op 18-09-1651 heeft verworven ten laste van Adrijaen van Strijen, secretaris van Strijen, als principaal en Hendrick Adrijaens van Driel en Claes Adrijaensen van Driel als borgen.
Heyndrick Anwegh uit Barendrecht, machtigt NN, procureur, om zijn zaak waar te nemen voor het Hof van Holland inzake afwikkeling van obligaties. Het betreft obligaties uit 1640 ten laste van hem en Adriaen Cornelisz Aendewegh uit Spijkenisse en Geemen Anthonisz uit Barendrecht, a)ten behoeve van Adriana Pieters, weduwe van Reyer Tromper; en b)ten behoeve van older Huybert van der Meer. Hiervoor zijn als borg opgetreden: contstituant; Geemen Anthonisz Hoogerwerff; Aert Pietersz Sandelingh; Gerrit Antheunisz van Vliet; Bastiaen Anthonisz Groenewerff; Cornelis Antheunisz Strevelshoeck; en Willem Cornelisz Besemer (ieder voor 1/7e deel). Adriaen Cornelisz heeft het geleende geld "genoten".
Tevens vanwege een obligatie ten laste Aegjen Cornelis, weduwe van Geemen Anthonisz uit Barendrecht, die constituant heeft voldaan aan Damas van Slingelandt uit Dordrecht.
Heijndricq Anwegh, wonende te Barendrecht, die middels een bevelschrift van 13 oktober 1651, verkregen door Johan Tromper, was opgeroepen om voor het Hof van Holland te verschijnen, machtigt een procureur. Deze dient namens hem bij het Hof vrijwillig in te stemmen met het vonnis aangaande twee obligaties die op 20 juni 1640 zijn gepasseerd bij notaris Arnout Hoflandt.
Het betreft twee obligaties die zijn verleden door Adriaen Cornelissen Aendewegh, wonende te Spijkenisse, Geemen Anthonissen, wonende te Barendrecht, en Anwegh. De ene is ten behoeve van Adriana Pieters, weduwe van Reijer Tromper, en de andere ten behoeve van Older Huijbert van der Meer.
Voor de obligaties hadden zich borg gesteld: genoemde Hijndricq Anwegh, Geemen Anthonissen Hoogewerf, Aert Pieterssen Sandelingh, Gerrit Antheunissen van Vliet, Bastiaen Anthonissen Groenewerf, Cornelis Antheunissen Strevelshoeck, en Willem Cornelissen Besemer.
De procureur dient verder nog:
- een mandament te verzoeken om betaling te verkrijgen van de andere borgen
- een mandament oftwel executoir te verzoeken tegen Aeghjen Cornelis, weduwe van Gemeen Antheunissen, wonende te Barendrecht, voor wie Anwegh, als borg voor een obligatie van 20 juli 1650, een bedrag van 1000 gulden heeft betaald aan Damas van Slingelandt te Dordrecht.
Notariële akte
Heijndricq Cornelissen Anwegh, 38 jaar, en Pieter Andriessen, 25 jaar, beiden wonende te Barendrecht, leggen een verklaring af op verzoek van Antheunis Francken, mede wonende aldaar. Zij verklaren dat:
- van de drie weeskinderen van Adriaentgen Coenen en Franck Geertssen alleen de requirant in leven
- de overige twee kinderen, genaamd Jop Francken en Lijntgen Francken, respectievelijk zeker al 12 jaar en 2 jaar geleden zijn gestorven.
- de inhoud van een obligatie van 1 mei 1635, bedragende 300 gulden, die door Gemeen Koenen, wonende te West-Maas, ten profijte van de requirant cum socijs is gepasseerd, daarom nu alleen aan de requirant toebehoort.
Andewech, Heijndrick Corn. Testament 4- 6-1664 3934, no. 96 penningmeester, voogd; won. Barendrecht
Hier leyt begraven Henderik Cornelisse Aenwegh in sijn leven geweest hebbende hooghdijckheemraet van de Zuidpolder van Barendregt en Kernisse mitsgaders penningmeester van
het Binnen en Buitenlant van Barendregt en Kernisse enz. sterft den 17en October anno 1679
out sijnde 67 jaeren ende sijn huysvrouwe Adriane Francke de Vos is gestorven den . . . . en
October anno 1680 out sijnde 80 jaeren
Hij is getrouwd met Ariaentje Francken de Vos.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 13 september 1637 te Barendrecht.Bron 10
is 38 jaar in kate van 1652
vermelding in akte
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mivast=184&miadt=184&mizig=365&miview=ldt&milang=nl&micols=1&misort=unitdate%7Casc&mizk_alle=aendewech
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mistart=904&mivast=184&mizig=365&miadt=184&miamount=4&milang=nl&misort=unitdate%7Casc&miview=ldt&mizk_alle=driel&miej=1700&miaet=1
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mivast=184&miadt=184&mizig=365&miview=ldt&milang=nl&micols=1&misort=unitdate%7Casc&mizk_alle=aendewegh&mibj=1590&miej=1710
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mivast=184&miadt=184&mizig=365&miview=ldt&milang=nl&micols=1&misort=unitdate%7Casc&mizk_alle=anwegh&mibj=1590&miej=1710
Index Archief van Dirck Cornelisz van der Spuij, notaris te CHARLOIS(1660-1664) Not. Arch. Charlois 3934 (Stadsarchief Rotterdam) Archiefcode 18, J. Heemskerk
zie grafschrift
Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de Ned. Herv. Kerk te Barendrecht door Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins
De Nederlandsche Leeuw 1959, pag 10/266