O.N.A. Dordrecht, inv. nr. 50, fol. 89: Op 27 januari 1663 compareert voor G. de Jager de Oude, nots. te Dordrecht, Eeuwout Willems., wonende te Charlois,
oud 22 jaren, en attesteert ten verzoeke van de requirant Floris Dircxx., wonende te Dubbeldam op de hofstede van ‘de Heer Willem Paets, bij wie hij op het laatst van meiji of in het begin van juni laatstleden, op een zaterdag 31 weken geleden heeft gewoond, dat hij getuige is geweest van het feit dat zekere van Duvelant een pistool heeft getrokken en heeft gedreigd Floris Dircxx. en zijn hond dood te zullen schieten.
R.A. Dubbeldam, inv. nr. 1, fol. 19, acte d.d. 26 januari 1665: Vermeld worden ,,zeeckere vijffentwintich mergen driehondert twaelff roeden lants metten daer op ende aen zijnde, staende ende gelegen in ‘t oudelant van Dubbeldam, tegenwoordigh in huyre gebruijckt werdende bij Eeuwout Willemsx. Verschoor”, etc.
idem, fol. 28 en 29, acte d.d. 28 oktob’er 1666: Zelfde vermelding met de aantekening ,,voor desen gebruijckt bij Arien CorneUs Pater, ende tegenwoordich gebruijckt werdende bij Eeuwout Willemsx. Verschoor”.
idem, fol. 89 verso en 90, acte d.d. 31 juli 1670: De w e d u w e v a n Lambert Lambertsx. Schaep, Anneken Leenderts, geadsisteerd met Johan van Aken, koopman te Dordreoht, haar gecoren voogd, transporteert aan Eeuwout Willemse. Verschoor te Dubbeldam ,,een geheel huys, schuijr, berch ende keet, mitsgaders den werff, voor sooveel sij daer aen eygendom is hebbende, staende ende gelegen aen den Oudendijck van Dubbeldam, bij haer comparante laetst bewoont ende nu bewoont bij den voornoemden Eeuwout Willemse. Verschoor met alle plantagie staende op den voors. werff”, etc., voor 700 car. gld.
idem, fol. 170verso, acte d.d. 12 januari 1680: Voor schout en heemraden van Dubbeldam commpareert Eeuwout Willemsx. Verschoor in zijn hoedanigheid van
diaken en armmeester in Dubbeldam en transporteert een huisje met toebehoren staande aan de buitenloop van de dijk van de Zuidpolder van Dubbeldam voor f 43,~.-.
idem, foa. 206, acte d.d. 12 april 1684: Eeuwout Willems. Verschoor is 500 car. gld. schuldig aan de Heer Willem Bosch wegens geleende penningen.
R.A. Charlois, inv. nr. 43, acte d.d. 12 maart 1698:
Voor schout en schepenen van Charlois surrogeren de erfgenamen van Aert Willemsx. Verschoor de testamentaire voogden over diens minderjarige erfgenamen, Eeuwout WiZZemsx. te Dubbeldam wegens overlijden en
Johannes Dijckman te Delfshaven op eigen verzoek wegens oluderdom, door Arien Eeuwoutsz. Verschoor (N.B. pleelgzjoon van Aert Willemsx. Verschoor en zoon van Eeuwout Adriaensx. Verschoor en H u y c h Jans. den Hertig (N.B. x Styntje Aertsdr. Verschoor.
O.N.A. Dordrecht, inv. nr. 50, fol. 89: Op 27 januari
1663 compareert voor G. de Jager de Oude, nots. te
Dordrecht, Eeuwout Wille’msx., wonende te Charlo’is,
oud 22 jaren, en attesteert ten verzoeke van de requirant Floris Dircxx., wonende te Dubbeldam op de hofstede van ‘de Heer Willem Paets, bij wie hij ofp het
laatst van meti of in het begin van juni laatstleden,
op een zaterdag 31 weken geleden heeft gewoond, dat
hij getuige is geweest van het feit dat zekere wan
Duvelant een pistool heeft ‘geNtrokken en heeft gedre#igd
Floris Dircxx. en zijn hond dood te zullen schieten.
R.A. Dubbeldam, inv. nr. 1, fol. 19, acte d.d. 26 januari 1665: Vermeld worden ,,zeeckere vijffentwintich
mergen driehondert twaelff roeden lants metten huyslinge, schuijre, plantagie ende verdere gesvolge van dien,
daer op ende aen zijnde, staende ende gelegen in ‘t oude
lant van Dubbeldam, tegenwoordigh in huyre gelbruijckt
werdende bij Eeuwout Willemsx. Verschoor”, etc.
idem, fol. 28 en 29, acte d.d. 28 oktob’er 1666: Zelfde
vermelding met de aantekening ,,voor desen gebruijckt
bij Arien CorneUs Pater, ende tegenwoordich gebruijckt
werdende bij Eeuwout Willemsx. Verschoor”.
idem, fol. 89 verso en 90, acte d.d. 31 juli 1670: De
w e d u w e v a n Lambert Lambertsx. Schaep, Anneken
Leenderts, geadsisteerd met Johan van Aken, koopman
te Do,rdreoht, haar gecoren voogd, transporteert aan
Eeuwout Willemsa. Verschoor te Dubbeldam ,,een geheel huys, s#ohuijr, berch ende keet, mitsgaders den
werff, voor sooveel sij daer aen eygendom is hebbende,
staende ende gelegen aen den Oudendijck van Dublbbeldam, bij haer cornparante laetst bewoont ende nu bewoont bij den voornoemden Eeuwout Wille’msa. Verschoor met alle plantagie staende op den vo’ors. werff”,
etc., voor 700 car. gld.
idem, fol. 170verso, acte d.d. 12 januari 1680: Voo’r
schout en heemraden van Dubbeldam commpareert
Eeuwout Willemsx. Verschoor in zijn hoedanighe’id van
diaken en armmeester in Dubbeldam en tranfsporteert
een huisje met toelblehoren staande aan de buitenloop
van de dijk van ‘de Zuidpo’lder van Dubbeldam voor
f 43,~.-.
idem, foa. 206, acte d.d. 12 april 1684: Eeuwout
WiZZe8msx. Verschoor is 500 car. gld. schuldig aan de
Heer Willem Bosch wegens geleende penningen.
R.A. Charlois, inv. nr. 43, acte d.d. 12 maart 1698:
Voor schoat en schepenen van Cha,rloiss s,urrogeren de
erfgenamen van Aert Willemsx. Verschoor de testamentaire voogden ove,r diens minderjarige erfgenamen,
Eeuwout WiZZemsx. te Dubb’eldam wegens overlijden en
Johannes Dijckman te Delfslhaven op eigen verzoek
wegens oluderdom, door Arien Eeuwoutsz. Verschoor
(N.B. pleelgzjoon van Aert Willemsx. Verschoor en zoon
van Eeuwout Adriaensx. Verschoor, zie IVh en Vh) en
H u y c h Jansx. den Hertig (N.B. x Styntje Aertsdr.
Verschoor, zie Va, 4).
woont 1663 te Charlois, na omstreeks 1665 landbouwer te Dubbelldam, aldaar diaken en armmeester 1680
Steven Cuyl (Kuil), wagenmaker in Charlois, machtigt zijn vrouw Stijntge Jacobs, dochter en mede erfgenaam van Jacob Cornelisz, om namens hem voor schout en schepenen van Charlois zijn zevende deel in het huis en erf, gelegen aldaar, dat hem nagelaten is door Jacob Cornelisz, over te dragen aan Jacob Willemsz Verschoor. Het huis is door alle erfgenamen aan Verschoor verkocht.
Eewout Willemsz Verschoor | ||||||||||||||||||
1663 | ||||||||||||||||||
Maaijke Cornelis Pater |
Hij is getrouwd met Maaijke Cornelis Pater.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 18 maart 1663 te Dubbeldam.Bron 1
8 kinderen
zie De Nederlandsche Leeuw 1974, vanaf 179/244
Geen voorouders in deze lijn dus niet uitgewerkt