Niet lang voor juli 1678 werden Arien Cornelisz. Jongebroer en zijn huisvrouw Hilletie Pieters Welhoek lidmaat der kerkelijke gemeente Hoogvliet.
De door mij (bron)in het artikel over de familie Welhouck in De Nederlandsche Leeuw jrg. 198374 gegeven schatting van hun huwelijk van voor juni 1668 - afgeleid van hun gezamenlijk voorkomen als lidmaat - moet worden herzien, daar zij zeer waarschijnlijk later dan in juni 1668 te Hoogvliet lidmaat werden.
Zij lieten in sept. 1675 te Hoogvliet hun eerste bekende kind dopen en maakten op 28-12-1677 te Rotterdam een testament. Zij woonden toen in de polder genaamd ’t Roozand en testeerden op de langstlevende. Bij het zonder nakomelingschap overlijden zou de langstlevende 100 gld. moeten uitreiken aan de bloedvrienden van de eerstgestorvene. Het gerecht van Poortugaal werd uitgesloten.
Een akte dd. 24 maart 1679 maakt melding van Arijen Cornelis Jongebroer. zoon van Cornelis Cornelissen Jongebroer, gehuwd het Geertjen Arijens, welke in het Roozand “onder den dorpe van Poortugaal” wonen.
Op 20 jan. 1702 testeerde Geertjen Ariens, weduwe van Coms. Corns. Jongebroer, wonende in het Roozand (zij deed het testament van haar en haar man te Schiedam dd. 4 mei 1645 te niet) en legateerde aan Arijen Pieters Koojen, die toen bij haar woonde “voor sijne trouwe diensten” 500 car. gld. Haar kinderen waren haar universele erfgenamen, waarbij zij bepaalde dat haar huis met inboedel zou komen aan haar dochters Arjaantje en Magdeleentje Corns. Jongebroer. Zij was boven de 4000 gld. gegoed.
17 aug. 1705: Corns. Corns. Buijser is 1000 car. gld. schuldig aan Arijen Corns. Jongebroer, wonende onder het Roozand.
Op 14 maart 1710 maakten Arijen Corns. Jongebroer en Hilletje Pieters Welhoeck, echtelieden, wonende in het Roozand, een mutueel testament. Zij verwierpen hierbij hun testament voor notaris De Buster te Rotterdam gepasseerd dd. 28 dec. 1677. Hun dochter Magdaleentje Ariens Jongebroer of haar man Jacob Bastiaens van der Laen zouden 3 gemet in NieuwEngeland overgedragen krijgen. Zij waren beneden de 4000 gld. gegoed.
Op 17 jan. 1712 maakten Arij Cornelis Jongebroer en zijn vrouw Hilletje Pieters Welhoek, wonende in het Roozand, opnieuw een mutueel testament, waarbij zij bepaalden dat de langstlevende al zijn goederen zou vermaken aan hun aangehuwde zoon Jacob van der Laan, die toen bij hen woonde. Ook nu waren zij beneden de 4000 gld. gegoed
Arien Corn(elis.) Jongebroer en zijn huisvrouw
Hilletie Pieters Welhoek worden vermeld op een lidmatenlijst te Hoogvliet dd juni 1668
f 6,- imp. Poortugaal 22) juli
1722
Hij is getrouwd met Hilletje Pieters Welhoeck (Welhouck).
Ze zijn in de kerk getrouwd voor 8 september 1675.Bron 4
tr. voor 8-9-1675 Hilletje (Hillitie)Pietersdr. Welhouck
Kind(eren):
Arij Cornelisz Jongebroer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1675 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hilletje Pieters Welhoeck (Welhouck) |
DE GESLACHTEN JONGEBROER TE PERNIS EN HOOGVLIET (1) (Geslacht I) door K..J. Slijkerman Eerder gepubliceerd in Ons Voorgeslacht jrg. 51 (Mei 1996, no. 471)
De Nederlandsche Leeuw 1983, 178 / 314
De Nederlandsche Leeuw 1983, 178 / 314, Dhr Slijkerman, lidmatenregister
niet in trouwlijst Poortugaal (maar er zijn ontbrekende jaartallen)