Joos Marinussen van Zuydtlandt, rentmeester extraordinair en geestelijke goederen kwartier Tholen 1578, schepen Tholen 1590 (nr. 31), burgemeester 1588/89, 1591/92 en Gecommitteerde raad 1592- 1614, geboren rond 1550, overleden in het jaar 1614. Zie voor mogelijke afstamming hierboven, bij zijn vader. Een Pieter Pietersz. Zuydtlandt was in 1581 en 1586 schepen en in 1588 en '89 burgemeestervan Bergen op Zoom. Orlers vermeldt een verdronken Zuydtlant ten zuiden van deze stad.
In de Collectie Wakker (CBG) komt drie keer een Staats officier voor die Willem van Zuydtlandt heet: een majoor van Sluis 1682 tot 1695, een waarschijnlijk
oudere sergeant-majoor, later kolonel die vermeld wordt in de Staten van oorlog van 1671 tot en met 1690, en een kapitein van een compagnie van 55 koppen, vermeld tussen 1700 tot 1706. Joos trad op als heer van Vossemeer namens de Staten voor de na de Satisfactie geconfisceerde parten (Delahaye).
Hij was als rentmeester in 1577/78 door de Staten belast met de verkoping van de Thoolse kerkschatten (De opbrengsten waren bestemd om de versterking
van de fortificaties te financieren) tegen de wil van de magistraat die ze op het stadhuis vasthield (Hollestelle, Statennotulen).
Joos was gehuwd met Aleida van Schonauwen, geboren rond 1560, mogelijk in Utrecht. Zij heette eigenlijk Aleida van Borculo, maar stamde via haar moeder
af van de heren van Schonauwen (bij Culemborg), een heerlijkheid die via een vrouwelijke lijn uit het huis Arkel afkomstig was (Wittert van Hoogland, Kastelen
en buitenplaatsen van Utrecht, 111 e.v.). Haar zuster Josina van Schonauwen was getrouwd met Willem van Merode, de baljuw van Sint-Annaland. (VZS 1988, en 1996).
Komt voor in de Karel de Grote stamreeks 31
Komt voor in de weeskameraktes op 31-1-1585, ws vanwege de kinderen van zijn overleden zus Helena
Het ‘Thoolse huis’ op het Abdijplein te Middelburg. Het werd in 1599 gebouwd toen Joos Marinussen Zuydtlandt Gecommiteerde raad namens Tholen was en diende sindsdien als ambtswoning voor hem en zijn opvolgers.
"Eén van de eerste besluiten van de statenvergadering in 1578 was de aanstelling van ‘ordinair en extra-ordinaire’ rentmeesters, die de geldstroom van belastingen en andere heffingen weer op gang moesten brengen. Voor het kwartier van Tholen waren er drie kandidaten:
baljuw Del Plano, de Reimerswaalse oud-burgemeester Willem Jansen Oliphant en een (voor ons) volslagen onbekende, Joos Marinussen van Zuydtlandt.
De staten, die blijkbaar al voorzagen dat er nogal wat lokale tegenstand te overwinnen zou zijn, benoemden de buitenstaander, die op 23 augustus tevens opdracht kreeg (officieel vanwege gebleken wanbeheer) ook het beheer van de geestelijke goederen op het eiland op zich te nemen. Op 2 september werd hij daarom tevens rentmeester van de geestelijke goederen, ongetwijfeld
tegen de wil van de zich daartegen verzettende Thoolse magistraat, die een opdracht om die goederen te inventariseren blijkbaar naast zich neergelegd had. Naarmate het jaar vorderde, verhardden zich de verhoudingen tussen stad en staten en moeten ook de spanningen binnen de stad toegenomen zijn."
"(....)
"Terwijl in Tholen alles in rep en roer moet zijn geweest, ging de statenvergadering dan ook gewoon door op de ingeslagen weg. Op 13 oktober achtte men het blijkbaar nodig om de opdracht tot inventarisatie van de geestelijke goederen wat kracht bij te zetten en werden
twee kapiteins naar Tholen gedirigeerd om die af te dwingen, desnoods ‘met assistentie van alle die wette’. Kort daarna moet ook een ketter van het eerste uur, de na 1566 door de Bloedraad verbannen Balten Huybrechtsen in de stad teruggekeerd zijn. Hij werd daar als deurwaarder aan rentmeester Zuydtland (zijn latere zwager) toegevoegd en door de staten tevens benoemd tot servitiemeester."
(...)
De overname en gedeeltelijke liquidatie van de geestelijke goederen is op het eiland Tholen uiteindelijk niet anders afgelopen dan elders in de Republiek, maar het verloop van de gebeurtenissen bleef moeizaam en de tegenstand groot. Nadat de prins zelf in december namens zijn zoon (en met voorlopig succes) aanspraak had gemaakt op die onder Sint Maartensdijk,109 werden door de staten in februari 1579 maatregelen genomen tegen de Thoolse burgemeesters, die de roerende goederen van de Thoolse kerk op het stadhuis opgeslagen hadden en weigerden deze aan rentmeester Zuydtlandt over te dragen. Na ruggespraak met Middelburg reageerde deze door de burgemeesters te laten gijzelen. Gecommitteerde Raden deden tegelijkertijd een duit in het zakje door er opnieuw een kapitein op af te sturen. Volgens de stadsrekening heeft de stad tegen deze actie geprotesteerd middels een brief aan ‘Son Altesse’, waarna de prins van Oranje de stadsbode een ‘besloten missive’ aan de staten had meegegeven, ‘dat ze Zuydtlandt souden interdiceren voorder executie te doen"
(...)
" Bij gebrek aan lidmatenregisters kunnen we de gereformeerde magistraatsleden niet met name identificeren; met een redelijke mate van zekerheid kan echter ingeschat worden dat de verhouding tussen gereformeerde en katholieke burgemeesters ongeveer fifty-fifty moet zijn geweest. Na de gereformeerde voorman Balten Huybrechtsen (in 1586/87), werd ook rentmeester Joos Marinussen Zuydtlandt (in 1588/89) burgemeester."
(....)
"Van factievorming in de Thoolse magistraat zijn in deze periode nog niet veel sporen te vinden, al kunnen we voor de periode van 1590 tot 1598 vaststellen dat elk jaar naast een nieuwkomer (Zuydtlandt, Cornelis den Exter en Jacques Dallens) vrijwel steeds een oudgediende (Struve, Strijdt, Van Vrijberghe of Colle) tot burgemeester benoemd werd. Ook lijkt Zuydtlandt na zijn vertrek naar Middelburg als gecommitteerde raad, geprobeerd te hebben om een deel van zijn lokale invloed te behouden door in zijn vroegere rentmeesterschappen medestanders te doen benoemen. Zo had Jacques Dallens al in 1585 het rentmeesterschap van de geconfisqueerde geestelijke en wereldlijke goederen voor het eiland Tholen van hem overgenomen. Deze stamde uit een van oorsprong Franse familie die al in de tijd van de Van Borsselens in dienst van de heren van Veere en Vlissingen getreden was en zijn vader was tot 1566 rentmeester van Vlissingen geweest. Hij werd in 1594 voor het eerst lid van de Thoolse magistraat, tegelijk met Jan Barentsen Bras, die met Zuydtlandts zuster, de weduwe van de oude ketter Balten Huybrechtsen getrouwd was."
Vlg. weesrek. 44/56 (de eerste rekening was van dec. 1599) was Bras’ vrouw Adriana van Zuydtlandt eerder getrouwd geweest met Balten Huybrechtsen en was zij een zuster van raadsheer Van Zuydtlandt. I.v.m. verschillende niet afgewikkelde posten (o.a. ook van de nalatenschap van Jan Pietersen van den Brande) bleef deze rekening promemorie.
Weesrekening 46/13 van dec. 1614 was voor de 3 kinderen uit zijn huwelijk met Adriana van Zuydtlandt en werd gedaan door Marinus van Zuydtlandt, ten overstaan van baljuw Pieter Resen van Poortvliet en burgemeester Huybrecht Jansen Huyghen: Geld en juwelen bedroegen 485 pond. De ontvangsten bestonden uit pachten, renten enz en bedroegen 1072 pond Vls., de uitgaven. 949 pond Vls. De vervolgrekening 46/38 van dec. 1617 is gemaakt door rentmeester Jan Bernaerts Smout. De weduwe werd daarin Adriana Marinusd. genoemd. De vervolgrek. 46/42 uit 1619 geeft geen nieuwe informatie, evenmin als de nrs. 47/11 en 47/24. Vlg. Weesboek Tholen nr, 4, f. 299 waren op 2 dec. 1614 rentmeester Smout en de baljuw van Sint-Annaland, Jacob Cornelissen tot voogden aangesteld.
den IIen December 1614 heeft mons. Marinus Zuijtlant uit den naem
van wijlen de raetsheer Joos Marinusz Zuijtland overgebracht den
staet van goeden van [den] voors. monterende ter somme van---
Ten selven daghe is bij voors. mr. Marinus van Zuijtlant
gedaen reeckeninge nae den staet van weghen sijnen vader wijlen den
raetsheer Zuijtlant ende comen de ?weesm[eesteren] te ... als bij hem meer
ontfanghen dan uitgegeven de somme van --- Ic XXIII ... XIII...
present den bailliu Jo[anne]s Philibert van Serooskercken den Borgem[eester] Cornelis de heere van Stavenisse ende mij P[iete]r Borssele
Wordt op 13 Oktober 1597 te Den haag aangesteld : Provisioneel raad ter Admiraliteit te Middelburg
Hij is getrouwd met Aleid van Borculo-Van Schonauwen.
Ze zijn in de kerk getrouwd in het jaar 1585.Bron 11
Kind(eren):
Joos Marinusz van Zuytlandt (Zuijdlandt) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1585 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aleid van Borculo-Van Schonauwen |
http://www.kareldegrote.nl/Reeks31_Hamelink_III.html
https://www.genealogieonline.nl/stamboom-geensen/I413.php
http://www.kareldegrote.nl/Reeksen/ToonReeks.php?Reeks=10
https://kzgw.nl/wp-content/uploads/2015/06/Xstuks-11178-Tienstuks-Tholen-Deel-2-WEB1.pdf
http://www.kareldegrote.nl/Reeksen/ToonReeks.php?Reeks=31
https://www.openarch.nl/search.php?useinsearch=1&name=suijtlant&number_show=10&sort=4
https://kzgw.nl/wp-content/uploads/2015/06/Xstuks-11178-Tienstuks-Tholen-Deel-1-WEB.pdf
http://www.zeeuwsgenootschap.nl/PDF/Xstuks%2011178%20Tienstuks%20-%20Tholen%20Deel%201%20WEB.pdf
https://archieftholen.nl/onze-bronnen/voorouders/persons?f=%7B%22search_s_plaats%22:%7B%22v%22:%22Tholen%22%7D%7D&ss=%7B%22q%22:%22Marinus%20Joos%22%7D
https://www.openarch.nl/ghn:309799ca-af24-102d-afe5-0050569c51dd
http://www.kareldegrote.nl/Reeks31_Hamelink_III.html, https://kzgw.nl/wp-content/uploads/2015/06/Xstuks-11178-Tienstuks-Tholen-Deel-2-WEB.pdf