Poortugaal ORA 35/54, 1- 2-1646: Rochus Willemsz. Visser, won Poortugaal doet geboden steken van omtrent 5 lijn weiland, die tegenwoordig gebruikt worden door Leendert Waddensz. Oostdorp in Poortugaal, wezende memorieland, lest bezeten bij Maartje Willems, de overleden huisvrouw van de voorn Leendert. Rochus Willemsz. beweert de oudste en naaste te zijn van het geslacht van de fondateur.
Rochus is in 1619 j.g. van Hoogvliet, met consent van Willem Rochusz., vader (DTB Zoetermeer). Op 7-5-1623 zijn Mees Maertensz. en Grietge Maertensdr. doopgetuige te Poortugaal. Zie ‘De Parenteel van Doen Beijensz. I’ door J.J. Vervloet, p. 67 en 68 voor uitgebreide informatie over Rochus Willemsz. Voogt en zijn voor- en nageslacht.
fol. 188. 05-06-1642:
(Hoogvliet) comp. Dirk Jansz. Vermeer, oud .. jaar en Rochus Willemsz. Visser, oud 49 jaar en verklaren op verzoek van Hendrik Willemsz. Buijser, dat toen de requirant door Jan Pietersz. Soeting ten huize van Maartje Willems alhier is gekwetst geworden, zij van de eerste tot de laatste daarbij zijn geweest, maar hebben niet gezien dat de voorn Hendrik Cornelisz. Buijser zijn mes getrokken of uit had.
(1) Hij is getrouwd met Leentje Hendricks.
Zij zijn getrouwd
(2) Hij is getrouwd met Geertje Maertens.
Toestemming voor het huwelijk is 8 december 1619 verkregen te Poortugaal.Bron 5
Ze zijn in de kerk getrouwdBron 6Kind(eren):
kopie doop aanwezig
kopie ondertrouw aanwezig
Rochus Willemsz de Visser alias Soeting, Voogt (Vischer) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leentje Hendricks | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geertje Maertens |
DTB Poortugaal, Gereformeerde kerk
de parenteel van Doen Beijensz. door J.J. Vervloet in samenwerking met de werkgroep Doen Beijensz
https://www.hogenda.nl/wp-content/uploads/2021/05/OV_550_juli-augustus_2003.pdf
Oud Rechterlijk Archief Poortugaal, inv.nr. 13. J.J. Vervloet, Hogenda
DTB Poortugaal (gahetna.nl)
"Familie van den Engel" door Pia van den Engel en Ad van Rijs, 1997