Over de familie van Neeltje Vasse is het volgende gevonden:
Haar grootouders Leendert Vassen (Lenaert Fassen), timmerman, en Neelken Cornelisdr. woonden aanvankelijk in Ridderkerk waar grootmoeder Neelken op 21 april 1585 wordt ingeschreven als lidmaat. Later vertrekt zij (na de dood van haar man?) met attestatie naar Rotterdam.
In het Rechterlijk Archief van Ridderkerk komt Leendert Vassen timmerman voor op rechtdagen 25 juni, 23 juli, 24 september, 8 oktober 1591, 2 september 1592, 15 februari, 2 maart, 16 maart, 3 maart 1593. Niet lang daarna moet hij zijn overleden. Op 29 maart 1594 wordt namelijk Neltgen, weduwe van Lendert Vassen, vermeld.
Op 17 juli 1603 dient voor het gerecht van Oost-IJsselmonde een zaak tegen de ‘collecteurs van de boelcedulle de vercochte goederen van wijlens Jan Vassen timmerman’. Mogelijk is hij een broer van Leendert Vassen uit Ridderkerk. Zoals hiervoor vermeld, heeft Heindrijck Heindrijcxsz. schiptimmerman in 1608 nog een vordering openstaan op de boedel van deze Jan Vassen.
Neeltje Vasse was derhalve afkomstig uit een familie waarvan diverse mannelijke leden het beroep timmerman uitoefenden.
Neeltje Vassen is 23 januari 1656 getuige te Ridderkerk bij de doop van Jannighjen, dochter van Jan Geeritsen en Aeghjen Vassen en op 9 februari 1659 samen met haar man Hendrick Hendricksz. getuige bij de doop te Ridderkerk van de tweeling Gerrit en Vas, zoons van het zelfde echtpaar. Aeghjen Vassen, een zus van Neeltje, was 17 maart 1652 te Ridderkerk getrouwd (otr. ald. 22 februari), als weduwe van Cornelis Ariensz., met Jan Gerrits, weduwnaar van Gilichjen Jansdr.
1-3-1672: Getuigenverklaring voor Engelbrecht van der Grijp, notaris te Ridderkerk.
Verzoekers: Cornelis Arijen Robben en Arijen Arijen Robben de jonge, dienstknecht van HenrickJansz. Verschoor, wonende beiden te IJsselmonde.
Getuigen:
1. Henrick Henricxsen de Jonge, wonende te IJsselmonde, oud 43 jaar.
2. Gerrit Pietersz. van Oosten, oud 36 jaar, wonende te IJsselmonde.
3. Leendert Pleunen, wonende te IJsselmonde, oud 40 jaar.
4. Pieter Pietersz. Lijster, wonende onder de jurisdictie van Ridderkerk, oud 23 jaar.
Beklaagden:
gebroeders Pieter Jacobsz. Beugen en Cornelis Jacobsz. Beugen, beiden wonende te IJsselmonde. De getuigen verklaarden gezamenlijk, zulks op verzoek van de verzoekers, het navolgende:
Op vrijdag 26 februari 1672 in de namiddag tussen vier en vijf uur stonden voormelde vier getuigen,
naast anderen, bij de brug te IJsselmonde aan de rivier en waren getuige van het navolgende:
voornoemde verzoekers kwamen per slede, voortgetrokken door een paard, over de dichtgevroren rivier vanuit Rotterdam van het huis van Henrick Jansz. Verschoor naar de brug bij IJsselmonde om aldaar achter de werf van Lenert Lenert(z.) Vrancken het land op te rijden. Toen de genoemde verzoekers van het ijs kwamen, zijn de gebroeders Pieter Jacobsz. Beugen en Cornelis Jacobsz. Beugen, beiden wonende te IJsselmonde, naar de verzoekers toegegaan en hebben hen gevolgd tot op de werf van voornoemde Lenert Lenertsz. Vrancken, waar voornoemde Aryen Aryensz. Robben zijn paard wilde uitslaan en Pieter Pietersz. Lijster het paard tijdens het uitslaan bij het hoofd vasthield.
Voornoemde Cornelis Jacobsz. Beugen is naar de voornoemde Aryen Robben toegekomen en heeft, zonder verder woord of weerwoord, maar wel uitroepende: ‘nu moet gij daaraan’ zijn mes getrokken en daarmee de voornoemde Robben achter over zijn rug op zijn kleding gesneden.
Pieter Lijster en Aryen Robben, zulks gewaar wordende, namen vervolgens de vlucht en hebben het paard en de slede verlaten.
(Deze getuigenverklaring is de voorloper geweest voor een later gevoerde strafrechtelijke procedure tegen Cornelis Beugen).
4-11-1713: De erfgenamen van Hendrik Hendricxz. Boom en Neeltie Vasse verkopen in openbare veiling ‘een huisje en des zelfs getimmerte of timmerage, het zij hout, steen, ijzer en riet alles tot het voornoemde huisje gehorende’, staande op de grond van het land toebehorende de kerk van IJsselmonde, belend ten oosten Verschoor en ten westen de Armen van IJsselmonde. Voormelde timmerage wordt het hoogst in bod gezet door Hendrik van der Graeff (kleinzoon van Hendrik Boom en Neeltie Vasse).
Als borgen worden genoemd: Vas Hendricxsz. Boom, Floris Elseman en Leendert van der Graeff.
27-11-1713: De kinderen en erfgenamen van Hendrick Boom en Neeltie Vasse, beiden overleden, hebben te kennen gegeven dat er een minderjarige erfgename is, namelijk Marijtie Pieters van der Graeff, dochter van Trijntie Hendricx Boom, welke Trijntie een dochter is van genoemde Neeltie. De schout en schepenen benoemen nu haar ooms Floris Elseman en Jan Pietersz. Swart tot voogden.
De kinderen en erfgenamen van Hendrick Boom en Neeltie Vasse, beiden overleden, hebben te kennen gegeven dat er een minderjarige erfgename is, nl. Marijtie Pieters van der Graeff, dochter van Trijntie Hendricx Boom, welke Trijntie een dochter is van genoemde Neeltie. De schout en schepenen benoemen nu hun ooms Floris Elseman en Jan Pietersz Swart tot voogden over Marijtie.
overl. (aang. IJsselmonde door Floris Elsemans, schoonzoon van de overledene 24-7)-1713
Zij is getrouwd met Hendrick Hendricksz (Heijndrick Heijndricksz) den Boom alias de jonge.
Ze zijn in de kerk getrouwdBron 3
Kind(eren):
http://www.wouterclaes.nl/persoon.php?kaart=13524⟨=nl
BOOM / LEEGENDIJCK TE IJSSELMONDE / CHARLOIS door Jelte G. Lagendijk*OV 12-2020
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoek-en-ontdek/notariele-akten/zoekresultaat-notarieel/?mistart=544&mivast=184&mizig=365&miadt=184&miamount=4&milang=nl&misort=unitdate%7Casc&miview=ldt&mizk_alle=boom&miaet=1
BOOM / LEEGENDIJCK TE IJSSELMONDE / CHARLOIS door Jelte G. Lagendijk* OV 12-2020