vermeld 1213-1240
Hij heeft/had een relatie met NN van Straelen.
De relatie startte
Kind(eren):
Volgens sommige naamkundigen zou de Groote Molenbeek (een nog jonge naam) die door Sevenum, Horst en Meerlo stroomt vroeger "de Mier" geheten hebben. De naam Mier, die duidt op een moerassig gebied, vinden we nu nog terug in de Mierbeek bij Grubbenvorst. De uitgang -laer gaat terug op het oud-Germaans en duidt op een open, bewoonde plek
Het kasteel van de Heren van Mierlaer lag aan de Groote Molenbeek
De oudste vermelding vinden we in een akte uit 1134 waarin Hermanno de Mirlare genoemd wordt onder de getuigen "leeken en geestelijken van grooten invloed" van de Utrechtse bisschop Andries van Cuijk bij de schenking van de kerk van Lochem aan de kanunniken van Zutphen door gravin Ermengardis, de weduwe van graaf Gerard (van Gelre).
Jacob I van Mierlaer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
NN van Straelen |