Hij had een relatie met Lisbeth Dirck Mathijs Huijskens.
Kind(eren):
Gebeurtenis (Erfdeling) op 24 februari 1523 in Oirschot, Noord-Brabant, Nederland .Bron 1
Schepenen v. Oirschot d.d.: 24-2-1523 ================= regest 104 ====================,
Gijsbrecht, Goijaert en Dirck, broers en wettige kinderen van JAN Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Dirck
Henricks van den Berge als man van Meeusken, Laureijs Daniel Laureijssen als man van Bertha en
LAUREIJS Aerts Verhoeven als man van Merieken, gezusters en dochters van genoemde Jan Gijsbrecht
Hoppenbrouwers, welke Gijsbrecht en Dirck ook optreden voor hun zusters Oda en Lijsken, hebben
een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun vader hebben geerfd.,
.,
Genoemde Gijsbrecht, Dirck, Oda en Lijsken krijgen samen een huis, tuin etc. groot 9 lopenzaad,
gelegen in herdgang Straten, b.p. Laureijs Verhoeven waarvan wordt afgedeeld, de straat, Henrick
Schepens, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn 3 mud rogge min een zester, n.l. 18
lopen rogge aan heer Daniel de Leeuw of diens kinderen, 10 lopen rogge aan een vrouw in Den
Bosch, en verder 3 en een halve stuivers en 9 stuivers als grondchijns. Nog krijgen ze de helft
van een stuk land, zijnde het achterste deel genoemd de Lepelmaker, voor het totaal 5 lopenzaad
groot, gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Colen, Henrick Schepens, Jan Joerdens, de straat.
Lasten hieruit zijnde helft van 5 Bossche zesters rogge aan de H. Geest van Den Bosch en ook daar
te leveren, nog de helft van 7 stuivers aan het gasthuis van Oirschot, nog de helft van een pint
wijn aan de St. Petruskerk van Oirschot. Nog krijgen ze de helft van een eeuwsel genoemd de
Gevart, zijnde het achterste stuk, gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Goossens, de kinderen
van Heijn Gerits, Jan Huijskens en meer anderen. Lasten hieruit zijn de helft van een mud rogge
per jaar aan Jacop de Smid. Nog krijgen ze een stuk beemd genoemd de Ronde Verdonk, gelegen in de
zelfde herdgang, b.p. rondom in de gemeijnte. Nog krijgen ze een stuk beemd genoemd de Nageldonk
gelegen in de zelfde herdgang, b.p. Jan Dirck Hoppenbrouwers, Wouter Colen, Henrick Gijsbrecht
Hoppenbrouwers, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn een mud rogge aan het gasthuis
van Oirschot.Verder krijgen ze een jaarlijkse pacht van een mud rogge te ontvangen van Henrick
Gijsbrecht Hoppenbrouwers. Nog krijgen ze een stuk land genoemd de Paijakker, gelegen in de
zelfde herdgang, b.p. Henrick Schepens, Aernt Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Jan Colen, Goijaert
Peters van den Doeren.,
.,
Genoemde Goijaert krijgt de helft van een stuk land genoemd de Lauwer zijnde het achterste stuk,
in totaal groot 9 lopenzaad, gelegen in herdgang Straten, b.p. Aert van Zeelst, Lauwreijs Aerts
Verhoeven waarvan is afgedeeld, de gemeenschappelijke straat, de erfgenamen van heer Aert de
Crom. Lasten hieruit zijn 17 lopen rogge per jaar aan joffrouw van Os, nog een oude grote als
grondchijns. Nog krijgt hij een jaarlijkse pacht van een mud rogge te ontvangen van Henrick Aert
Jacops en nog 4 lopen rogge per jaar te ontvangen van de kinderen van Gerit Beelen. Nog krijgt
hij een stuk land genoemd de Sleebosch gelegen in de zelfde herdgang in de Herzel akkers, groot 2
en een halve lopenzaad, b.p. de kinderen van Joerden Hoppenbrouwers, de gemeenschappelijke weg.
Lasten hieruit zijn 8 lopen rogge en 8 lopen gerst per jaar aan de hertog van Bravant. Nog krijgt
hij het vierde deel van een beemd genoemd de Woekert. Lasten hieruiut zijn het een vierde deel
van de grondchijns.,
.,
Dirck Henricks van de Berge namens zijn vrouw krijgt de helft van een stuk land genoemd de
Lepelmaker, zijnde het voorste stuk in totaal 5 lopenzaad groot, gelegen in herdgang Straten,
b.p. Jan Colen, Henrick Schepens, Jan Joerdens, de straat. Lasten hieruit zijn de helft van 5
Bossche zesters rogge en daar te leveren aan de H. Geest van Den Bosch, nog de helft van 7
stuivers per jaar aan het gasthuis van Oirschot en een pint wijn aan de St. Petruskerk van
Oirschot. Nog krijgt hij een stuk land, deels akker en deels driesland, genoemd de Castaert
gelegen in de zelfde herdgang, groot 3 lopenzaad, b.p. de kinderen van Henrick Gerits, Goijaert
de Ketelaer, Frederik Willems van der Heijden. Nog krijgt hij de helft van een stuk land genoemd
deStraetekker zijnde het achterste stuk, b.p. Mathijs Huijskens, Laureijs Daniel Lauwreijssen
waarvan is afgedeeld, Gijsbrecht Vlemmincks, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn
anderhalve lopenzaad rogge per jaar aan de erfgenamen van Margriet Belaerts en een stuiver aan
het kapittel. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een beemd genoemd de Woekert, lasten hieruit zijn
het 1/4 deel van de grondchijns.,
.,
Genoemde Lauwreijs Daniel Lauwreijssen krijgt de helft van een stuk land genoemd de Straatakker,
zijnde het voorste stuk, b.p. Henrick Hasselmans, Dirck Henricks van de Berge waarvan is
afgedeeld, Gijb Vlemmincks, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn anderhalf lopen
rogge per jaar aan de erfgenamen van Margriet Belaerts. Nog krijgt hij de helft van een eeuwsel
genoemd de gevaert zijnde het voorste stuk, gelegen in de zelfde herdgang, b.p. Gielis de
Hoppenbrouwer, Jan Huijskens en meer anderen, Aert Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Gijsbrecht Jan
Hoppenbrouwers waarvan is afgedeeld. Lasten hieruit zijn de helft van een mud rogge per jaar aan
Jan de Smid en de helft van de grondchijns. Nog krijgt hij het ¼ deel van een stuk beemd genoemd
de Woekert, lasten hioeruit zijn het 1/4e deel van de grondchijns.,
.,
Genoemde LAUWREIJS Aerts Verhoeven als echtgenoot krijgt de hofstad die afkomstig is van de de
´Shogen´ erfgenamen, gelegen in herdgang Straten, groot 4 en een halve lopenzaad, b.p. Goijaert
Jan Hoppenbrouwers waarvan is afgedeeld, Gijsbrecht Jan Hoppenbrouwers, diens broer Dirck en Ida
en Lijsken zijn zusters, Henrick Schepens, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn 17
lopen rogge en een oude grote als grondchijns aan de hertog van Bravant. Nog krijgt hij het 1/4e
deel van een beemdgenoemd de Woekert, b.p. het erf van Heerbeeck, Gerit Mathijs, Kaerle
Cleijnael. Lasten hieruit zijn het 1/4e deel van de grondchijns.,
Verder moet het voorste deel altijd overpad aan het achterste stuk verlenen met de minste
overlast. Datum 24 februari 1523, getuigen Hoppenbrouwer en Hersel