Zij is getrouwd met Peter Janssen.
Zij zijn getrouwd op 24 september 1828 te Groesbeek, Gelderland, Nederland , zij was toen 21 jaar oud.Bron 2
Kind(eren):
Gebeurtenis (Huwelijksbijlagen) in het jaar 1828 in Groesbeek, Gelderland, Nederland .Bron 3
Gebeurtenis (Afbranden huis, allen overleden behalve dochter Wilihelmina) op 18 augustus 1836 in Groesbeek, Gelderland, Nederland .Bron 4
Arnhem den 16. Augustus.
Het zwaar onweder, dat er Zondag namiddag en avond is geweest, hef top meer dan eene plaats onheilen veroorzaakt.
Ontzettend inzonderheid is het voorgevallene te Groesbeek. Omstreeks zes uur des avonds werd het huis, door Peter Janssen en Jan Doekbrijder bewoond, door den bliksem getroffen. Hij sloeg door den schoorsteen in het vertrek van Peter Janssen. Deze bevond zich daar met zijne vrouw, drie kinderen en eene meid. Hij werd dood ter nedergeslagen. De vrouw viel ook en verloor kortstondig haar bewustzijn. Het huis stond in een oogenblik in brand. De meid, oud 13 jaar, gelukte het echter uit het achterhuis te ontkomen. Zij ijlde naar den nabij wonende Peter Bons; den vader van de vrouw, en riep om hulp. Deze snelde dadelijk toe, maar vond het huis reeds rondom in brand. Hij sprong echter door de vlammen heen in het woonvertrek van zijnen schoonzoon. Dezen vond hij nu daar dood liggen; terwijl zijne dochter hem in den jammerlijksten toestand toeriep: Ach vader redt toch maar mijne ongelukkige kinderen; want ik, ik kan mij niet redden!â. Hij greep dadelijk het oudste zevenjarige meisje en het driejarige jongentje op, maar moest het laatste, om zelf niet om te komen, achterlaten. Met het meisje drong hij door de felle vlammen heen, en kwam deerlijk getroffen buitenâs huis. De vrouw, met twee zoontjes, het eene vijf, en het andere van drie jaren, dat de grootvader niet mogt behouden, werden op eene verschrikkelijke wijze eene prooi der vlammen, en hunne lijken, met dat van den door den bliksem gedooden man, uit het puin opgehaald. De vrouw welke vijf maanden zwanger was, is ook nog ontijdig verlost en de vrucht verbrand naast haar gevonden. Alle huisraad, kleeding, eene koe; een varken, in een woord genoegzaam alles is in de as gelegd. Jan Doekbrijder, die met zijn gezin in een ander vertrek van hetzelfde huis woonde, is het gelukt, zijne vrouw, kind en vee te redden; maar zijne ingeoogste granen en meest al zijn huisraad is verbrand.
Elisabeth van de Sande | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1828 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Peter Janssen |