Kwartierstaat Jonkman » Wouter Dirkse Duijn (± 1756-1802)

Persoonlijke gegevens Wouter Dirkse Duijn 

• Hij is geboren rond 1756 in Breesaap,, Noord-Holland, Nederland.
• Hij is overleden op 3 maart 1802 in Heemskerk, NH.
• Hij is begraven op 6 maart 1802 in Heemskerk, NH.
• Een kind van Dirk Woutersz. Duijn en Elisabeth Hendrikse Tilens
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 27 april 2023.

Gezin van Wouter Dirkse Duijn

Hij is getrouwd met Hendrika Andriesdr Heijstek.

Zij zijn getrouwd op 28 november 1790 te Velsen.Bron 1

tekst 17-180 Getrouwd op 18-12-1790 Wouter D. Duijn, uit Velserduin met Heijntje Heijstek, uit Velserduin. Getuigen Catharina Swart en Maria Mensen.

Kind(eren):

1. Dirk Duijn  1792-????
2. Aagje Duijn  -< 1820
3. Wouter Duijn  1794-1866 
4. Andries Duijn  -± 1798
5. Willempje Duijn  -1871
6. Cornelis Duijn  1798-????
7. Cornelis Wouterse Duijn  1799-1837
8. Elisabeth Duijn  1801-± 1846 
9. Caatje Duijn  1802-????

Notities over Wouter Dirkse Duijn

OUD-RECHTERLIJK ARCHIEF, #945, Schepenrol, Velsen, 22 dec.1772, fol.96: Compareren Grietje Pieters, vroedvrouw, Helena Willems, huijsvrouw van Gerrit Gouwenberg, Steijntje Bijlderman, huijsvrouw van Klaas van Beek en Antje Kool, huijsvrouw van Hermanus Nijberge, wonende alle alhier, en verklaren dat toen Cornelia de Winter op zaterdag den 19e dezer maand december des 's namiddags hebben gevonden Cornelia de Winter, zittende of zig bevindende in Barensnoods, dat zij telkens heeft gezegd dat niemand anders dan Wouter Dirksz Duijn de vader was van het kind waarvan zij stond te verlossen.

OUD-RECHTERLIJK ARCHIEF, #945, Schepenrol, Velsen, 1773, folio 95: Cornelia de Winter, ongehuwde dochter, alhier woonagtig, verklaart dat zij het ongeluk heeft gehad van geloof geevende en al te veel vertrouwende op en aan d'aanzoekingen, vleiende reedenen en beloften van zeekeren Wouter Duijn, zoon van Dirk Woutersz Duijn en woonende inde Breesaap, haar zooverre te laten verleiden, dat zij haar in vleeschelijke conversatie met denzelve Wouter Duijn heeft overgegeven, welk ten gevolge heeft gehad, dat zij suppliante door den selve is beswangerd geworden en op den 19e december des voorleeden jaars 1772 is verlost van een zoon, waar van zij in baarensnood heeft verklaard den zo eeven genoemde Wouter Duijn te zijn de vader, zonder ooit met iemand anders eenige vleeschelijke conversatie te hebben gehad. Dat sij daaromme ook billijk meergemelde Wouter Duijn hadde aangesprooken en in der minne getragt hem te beweegen tot de prestatie van alimentatie en kraamkosten van en voor het kind aan haar verwekt, mitsgaders de beetering haarer geschondene Eere, waar toe hij na regten gehouden en verpligt is, dan het welke hij absolutelijk is declinerende. En dewijl zij suppliante, als gealimenteerd werdende bij Armmeesteren van de gemeene Roomsen Schaal Armen deezer dorpe buiten staat is Proces kosten te supporteren, versoekt sij te moogen werden bediend Prodeo. [w.g. Nicolaas Galle, 1773]

OUD-RECHTERLIJK ARCHIEF, Velsen 2 maart 1773, #185 (Procuratie ad lites = aanklacht): Cornelia de Winter, meerderjarig en ongehuwd, wonende in Beverwijk stelt Nicolaas van Leijden, Procureur voor de Vierschaar der stad Haarlem aan, om haar belangente behartigen in de "Cas Matrimonieel" tegen Dirk Woutersz Duijn, vader en voogd over zijn nog minderjarige zoon Wouter Duijn, en tegen Wouter Duijn zelf, beiden woonachtig in de Breesaap.

OUD-RECHTERLIJK ARCHIEF, #945, Schepenrol, Velsen, 5 maart 1773, folio 97: Rechtdag: Cornelia de Winter, meerderjarige ongehuwde dogter, woonende in de Steede Beverwijk, op ende jeegens Dirk Woutersz Duijn, als vader en voogd over zijne nog minderjaarige zoon Wouter Duijn, en denselve Wouter Duijn, beiden alhier woonagtig. [Nicolaas van Leijden, procureur, optredend voor Cornelia de Winter, schetst nogmaals de hele situatie, zoals omschreven in de eerder vermelde verklaring voor notaris Jan van der Cocq en eist dat Wouter alsnog met Cornelia in het huwelijk zal treden. Indien Wouter besluit daaraan niet te voldoen, eist Van Leijden schadevergoeding ad f 200.- voor "haare defloratie", f 50.- voor kraamkosten en f 2.- per week voor het onderhoud van het kind.]

OUD-RECHTERLIJK ARCHIEF, Velsen 21 maart 1773, #187 (Procuratie ad lites): Dirk Woutersz Duijn als vader en voogd over zijn zoon Wouter Dirksz Duijn, minderjarige jongeman, en dezelver Wouter Dirksz Duijn, wonende in de Breesaap, benoemen Wernerus Kohne, Procureur voor de Vierschaar der Stad Haarlem, om voor hen op te treden in de "Cas Matrimonieel" tegen Cornelia de Winter.
OUD-RECHTERLIJK ARCHIEF, #945, Schepenrol, Velsen, 24 maart 1773, folio 99: Regtdag: Cornelia de Winter op ende jeegens Dirk Woutersz Duijn en zijn minderjarige zoon Wouter Duijn. Wernerus Kuhne, procureur, optredende voor vader en zoon Duijn verklaart dat den tweede gedaagde berijd is onder solemneele eede te verklaaren dat hij nooijt ofte nooijt aan de Eijsschersse eenige Trouwbeloften heeft gedaan ofte gegeven, als mede dat hij nooijt ofte nooijt met de Eijsschersse eenige vleeschelijke conversatie heeft gehad ofte gehouden.

IDEM, 21 april 1773, folio 100: Jan Caspersz Alders, Aagje Klaase Hugtenburg, Gerrit Velserman, Klaas de Boer en Teunis Kool worden opgeroepen te verschijnen als getuigen van de Eijsscheres.
IDEM, 12 mei 1773, folio 100: Scheepenen besluiten dat de pleidooien op 2 juli zullen plaats vinden.
IDEM, 2 juli 1773, folio 101: Scheepenen, houden de dispositie van desen zaak in advijs; ordonneren partijen hinc inde te fourneren ieder de sommen van f 15.-, binne den tijd van twee weeken; omme op het different in questie met Regtsgeleerden te consulteren en hun Advis in te neemen. OUD-RECHTERLIJK ARCHIEF, #948, Bijlagen tot de Schepenrol (vier bijlagen), Velsen, 3 aug.1773: [De rechtskundig adviseurs van Schout en Schepenen van Velsen, de heren Meijnsma en Bond uit Amsterdam, adviseren ten gunste van de gedaagde; uit hun adviesen blijkt evenwel dat zij grote twijfel hebben over het waarheidsgehalte van de verklaringen van Wouter Duijn; ook menen zij dat de vader van Wouter mogelijk zijn zoon beinvloedt; zij adviseren "alvorens hemden eed afteneemen hem dan in het particulier en buiten tegenwoordigheid van zijnen vader, die men zoude kunnen ordonnereeren buiten te staan zo wel als de verdere gemeente, serieuslijk onderhielden over het gewigt van den eed; en de straffe des meineeds".]

OUD-RECHTERLIJK ARCHIEF, #945, Schepenrol, Velsen, 17 aug.1773, folio 102: Scheepenen, na ingenoomen advijs van twee neutrale Regtsgeleerden, ontzeggen de Eijsschersse haaren Eijsch, met de kosten; mits de tweede gedaagde onder solemneele Eede verklaare dat hij nimmer ofte ooijt met de Eijsschersse eenige vleeschelijke conversatie heeft gehad en gehouden. En bij refuus van gemelden Eed, condemneren Scheepenen den tweede gedaagden aan de Eijsschersse voor defloratie te betaalen een somme van f 200.- en voor kraamkosten een somme van f 50.-, mitsgaders weekelijks tot onderhout van 't kind een somme van f 2.-, te reekenen van den 19 December 1772 af, tot dat het zelve kind den ouderdom van 18 jaaren zal hebben bereikt.
IDEM, 8 sept.1773, folio 107: Wouter Duijn verklaart bereid te zijn de eed af te leggen.
IDEM, 29 sept.1773, folio 107: Wouter Duijn legt de eed af.

Maart 5 1802 Jacob Graman geeft aan het lijk van Wouter Dirkse Duijn, alhier
overleden, in de 4e clasje 3,-.
Naar aftrek der lasten en schulden, beneden de vier duizend guldens
J. Karshoff
Provis. Secretaris
No 15
Inventaris van den boedel en nalatenschap van wijlen Wouter Dirkse Duin op den derde maart 1802 te Heemskerk overleden.
Gepasseerd den 10e Maart 1802.
Inventaris van den gansschen boedel en nalatenschap van wijlen Wouter Dirkse Duijn, weduwnaar en volgens de Mutuele Testamente in dato 2 Februarij 1794 gepasseerd voor den notaris Gerrit van der Jagt en getuigen in de Beverwijk resideerende, eenigegeinstitueerde erfgenaam van wijlen Hendrica Andriesdr.Heijstek, beide gewoond hebbende en onlangs onder Heemskerk overleden. Gedaan maken ten verzoeke van Jacob Graman, Jan Graver en Jan Jansz. Duin, als executeurs in den boedel en voogden over de nagelaten minderjaarige kinderen van wijlen gemelde Wouter Dirkse Duijn, ingevolge acte van Executeurschap en voogdij in dato 26 Februarij 1802 gepasseerd voor Jan Karshoff Provisioneel Secretaris van Heemskerk, ten overstaan van twee scheepenen derzelver Banne. Mitsgaders op de op en aangeving van dezelfde gemelde Executeurs en Voogden. En is deeze Inventaris beschreeven en in geschrift gesteld, door mij Provisioneel Secretaris hier vorengemeld op den Tiende Maart 1802 ten overstaan van de na te meldene scheepenen, als getuigen.
En bestaat den voorgeschreeven Boedel en nalatenschap, in 't geen volgt,
namenlijk:
Vaste goederen
Een stuk land, genaamd de Kamp aan Breetweer, liggende binnen deze Banne groot Een Morgen (0,8516 ha) 626 Roeden.
Contante Gelden
In zilvere Specien, Eene Somma van Tweehonderd, Eenendertig Guldens, en veertien Stuivers
In Goude Specien, Eene Somma van Tweeenveertig Guldens
Gemaakt Goud en Zilver
Twee Goude Spelden
drie dito naalden
een dito oirijzer
twee dito Bellen
twee dito Ringen
een dito Gesp
een dito Kruis
een dito Haak
een Bloed Coraale Ketting
een roode dito dito met een Goude haak
een goude hairnaald
een roode Bloed Coraale Ketting met een zilvere Haak
twee zilvere naalden
een dito oirijzer
een paar dito haaken
een dito printhaak
elf dito stukjes
vierentwintig dito knoopjes
een dito beugeltas
een dito snuifdoos
een dito eau de l'reindoos
drie dito gespen
een dito dito
eenenveertig dito doorlugtige knoopjes
twee zilveren pennetjes
een dito eijerlepeltje
een dito horlogie
agt dito plaatjes en twee dito krapjes
een boek met vier dito plaatjes en krapje
Voorts de volgende goederen
In de Paardenstal
vier paarden
eenige tuigen
een partij gereedschap
In de koe-stal
dertien koeijen
vier vaarsen
schoffels en hark
een vork
Op de koes
twee bedden met hun toebehoren
Op de dors
een boerewagen
een speelwagen
een wan
een zeeff
een hooijlijn
drie paar bitten met hun toebehoren
een waaijer
eenige rommelijn
In de Hoijberg
vier kalveren
een vlonder
een hooijgraaf
twee vorken
een stuit hooij
Op de zolder boven de koestal
eenige tuigen
een scrop net
een stoop spaanders
een kaas pars
een half agezel??
een voerkist met voer
negen zakken met haver
drie zakken met bonen
zes zakken met erwten
een zak met groote bonen
twee hooijlijnen, twee Ponders
een fourgon boom
dertien ledige zakken en twee koedekken
een pis-emmer
Op zolder boven de zomerkeuken
eenig bindstro
eenie drooge takken
eenige rommeling
Op de zolder boven de keuken
twee slazaaken en een zen
eenige droogstokken
eennige hooijharken en vorken
een hoop turf
twee schalen met zijn blans
eenig gewigt
eenige kannen
eenige kaaszetters
een erwtenplanter
een mout met erwten
een ketel met erwten
drie zigten, drie mathaken
Op de Werf
een kruiwagen
drie mistplanken
een slijpsteen
vijf stapels hout
drie stukken hout
een hennenhok met zijn loop en drie hennen
vier eiken palen
Aan de Thuin en in de Thuin
drie stammen en enige rijfen
Boonestokken
twee stukken hout
een hoop takken
een hoop wortelenden
In de buitenstal
drie paar wagentuigen
twee paar ploegetuigen
een paar ploegtuigen
een eg
een chais
een boerewagen
een fourgon met zijn toebehoren
twee stalvorken met zijn toebehoren
twee stalvorken met een schop
drie paardenklusteren, en een gieter
Op de zolder van de buitenstal
een brug met zijn leggers
een valgploeg
eenige boschen roggestroo
een kinderwagen
een lange wagen met zijn werff
een kegelspel
In 't varkenshok
een halff
twee pinken
eenig rommeling
Bij de Waagemaaker
eenige stukken hout
Op de Scheepenskamer
twee tafels en eenige stoelen
een bed met een kussen
eenige schotels
een kasje
eenige kelken en glaazen
een spiegel en eenige schilderijen
In de Voorkeuken
een bed met een peluw en een kisjen
eenige stoelen en een tafel
twee zakken met schotels
Aan de Schoorsteen
eenige schotels
In 't Glazen kasje
elf porceleine Borden
eenige dito kopjes en schotels
een groote trekpot
Onder in de kast
twee tinne waterpotten
eenige borden en leepels en vorken
een mandje met kelken
In de Middelkeuken en aan de Wand
eenige schilderijen, een trommel
eenige schotels
In de Provisiekast
vijf tinne borden
twee gatebetielen
In 'kabinet
eenige manskleederen
zes vrouwejakken
drie damaste rokken
een gestikte rok
twee gebloemde dito
drie gestreepte dito
een reegenkleed
een zwart boesel
twee blaauwe dito
een bont dito
eenige paare kousen
een half dozijn servetten
een tafellaaken
dertien laakens
een lap linnen
zeeven hembden
een bakje met kindergoed
zes kussen sloopen
vier schoorsteenvallen
eenige gordijnen
Op de vloer
twee tafels
een la-tafel
vier porceleine borden
vier manden en twee wiegen
een bed met zijn toebehoren
een vat met vleesch
een vat met spek
een worstpot
een emmer
In de Gang
een kast
een karn
een ledig bak
In de Zoomerwooning
een tinnekast
In de kast
eenige porceleine borden
dito kopjes en borden
dito spoelkommen
eenig tinnegoed
In de Bedstede
een bed met zijn toebehoren
In de Spin
eenige borden
twee tinne kandelaars
een koopere ketel
eenige potten en pannen
een la-tafel
drie tinne borden
een koffijkan
een bak met glazen
een dito met leepels
drie lampen
twee roomvaten
vier emmers
twee keetels
vier paar melkemmers
twee tafels
een houtbak
een koffijkan en ketel
In de Schoorsteen
eenig spek en vleesch
een tang en asschop
In de Wijnkelder
twee manden met wijn
twee kannen
een vaatje geneever
een dito met bier
een dito met brandewijn
In de Melkkelder
eenige mouten
een pot met smeer
een ton aardappelen
En verklaarden zij Rendanten Jacob Graman, Jan Graver en Jan Jansz. Duin op dezen Inventaris te hebben gebragt en doen stellen, al hetgeene eenigzints tot den Boedel en Nalatenschap van nu wijlen Wouter Dirkse Duijn is behoorende of specteerende zonder hunnens weetens iets verzwegen, of ter kwader trouwe agtergehouden te hebben, ofte weerloos geworden zijn. Beloovende echter ingevalle hun Rendanten na dato dezes nog iets te voren mogt koomen, dat tot voorschreeven boedel behoorde, of op dezen inventaris iets was gebragt, dat tot dezelve niet specteerde, deezene Inventaris daar meede te zullen Amplieren, of diminieren.
Bereid zijnde de deugdelijkheid van voorschreeven hunne opgaaven (des gerequireerd wordende) nader met Eeden te sterken.
Aldus geinventariseerd en beschreven ten verzoeke, mitsgaders op de op en aangeving als in den hoofde deezes is gemeld.
En is deezen Inventaris gesloten en Gepasseerd, op de Tienden Maart des Jaars Aggtienhonder en Twee, ten overstaan van mij provisioneel secretaris hier vorengemeld, in Presentie van Jan Mientjes en Klaas Florisz. Twisk, Scheepenen van Heemskerk alsgetuigen.
Bron: oud rechterlijke archieven inventaris nr. 305, acte nr. 15
RA Haarlem

Inventaris nr. 293 Beverwijk (Oud Notarieel)
22 december 1772
verklaring van getuigen dat Cornelia de Winter, ongehuwd; op zaterdag 19 maart in barensnood heeft verklaard dat de vader van het kind is Wouter de zoon van
Dirk Woutersz Duijn, wonende in de Breesaap.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Wouter Dirkse Duijn?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Wouter Dirkse Duijn

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen