Hij is getrouwd met Margaretha van Diest.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Udinchem (Uedechim, Udekem).
Naar alle waarschijnlijkheid was dit heem gelegen aan de mooie ligging waar zich nu het Vijverhof bevindt, en was dit gehucht Udekem een allodium, geen leen. Naast dat "Huedecens hof", zoals het tot in de 18de eeuw genoemd werd in het Korbeekse, werd de kerk van Korbeek-Lo gebouwd. In het 'Udinga Haima' in Korbeek-Lo moet ooit (wellicht rond het jaar 1000) een voorvader van Prinses Mathilde gewoond hebben.
Over de geschiedenis van de streek van Vlaams-Brabant voor het jaar duizend is weinig of niets bekend.
Wat Leuven betreft begonnen enkele geslachten zich rond het jaar 900 onder de voogdij van de graven van Haspengouw op te werpen als vrijheren.
Ze werden de eerste bestuurders van de stad Leuven. Naast de heren van Uten Lieminghen, die een gebied bezaten op de plaats waar de abdij van Vlierbeek gelegen is en die, getuige het enorme aantal schepenen die de familie aan de jonge stad leverde, aan de basis van de ontwikkeling van de stad Leuven lagen, waren dat (volgens de overlevering) de families Gielis, Van den Steene, Van Redingen, Van der Calstren, Verrusalem en Van Rode.
De familie Udekem behoorde niet tot de (mede)stichters van Leuven, hoewel Udekem reeds vroeg in het Leuvense aanwezig was.
Uit de tak Tudekem uit Herent kwamen wel schepenen van Leuven voort.
Na het verhuizen naar de stad bleven de afstammelingen van Udo die in 939 leefde zich nog steeds Udekem noemen.
Mogelijk gaat het hier om Odo van Vlaanderen (Graaf van Kamerijk Cambrai) zoon van Arnulf I de grote van Vlaanderen.
De Udekems waren vazallen van de hertogen van Brabant, de hertogen die voortkwamen van de graven van Leuven, beginnend met Lambert I, 950-1015.
De totstandbrenging van de stad ging hun tijdens de oudste feodale tijden niet aan.
Als afstammelingen van een 'woudbaron' ging hun aandacht waarschijnlijk voor een deel uit naar het Meerdaalwoud, dat een bezit was van de heren van Bierbeek.
De oudste geschreven bronnen vermelden in 1156 een Rosso van Udekem als vazal van de hertog van Brabant (Godfried III) naast nobele heren als Gossein van Heverlee, Godfried van Rotselaer, Arnold van Diest en Wauter van Bierbeek.
Zeven van de negen zonen van Rosso van Udekem waren ridder.
Drie daarvan, Reinier, Nicolaas en Arnold, staan vermeld als vazallen van Hendrik I, hertog van Brabant, graaf van Leuven en markies van Antwerpen.
Reinier van Udekem, de jongste zoon van Rosso van Udekem, was heer van Pellenberg en Lubbeek.
Raes van Udekem (Heer van Udekem , Pellenberg , Lubbeek , Schaffen) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margaretha van Diest |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.