nr. 975, 1235 januari 13
Hendrik van Leuven, oudste zoon van de hertog van Lotharingen, meldt aan de schouten Hendrik van Borgvliet en Hendrik van Herentals en aan alle mannen in het land van Breda dat hij afziet van verzet tegen
Godfried IV, erfgenaam van Breda, dat hij toestaat dat deze diens recht in de opvolging aanvaardt, en dat Wouter Berthout Godfried in het bezit zal stellen van alle goederen die diens vader, de heer van Breda,
op dezelfde wijze van de hertog van Brabant in bezit had.
nr. 977, 1235
gemaakt ter beslechting van het geschil inzake die bezetting, en met de hertog ter beslechting van het geschil inzake de smalle tiend te Bergen (op Zoom), waarvoor thans, namens de zoon van de onlangs overleden Godfried III van Breda (Godfried IV), de voogd van Bethune optreedt, en inzake Engelbert van Enghien.
nr. 984, 1239 mei
Arnoud, abt, en convent van de St.-Michielsabdij te Antwerpen sluiten een overeenkomst met de heer van Bethune als voogd van de minderjarige Godfried (IV) van Breda inzake de wederzijdse rechten te Zandvliet.
1000
1246 april 25
Broeder Willem van Eike, predikheer te Antwerpen, verklaart dat wijlen Godfried IV, heer van Breda, in zijn aanwezigheid zijn tiend van Zandvliet heeft geschonken aan de St.-Michielsabdij te Antwerpen om
daarvoor eeuwigdurend diens jaargetijde te houden.
Gottfried IV van Schoten - Breda (Heer van Breda, Voogd van Betuwe) |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.