Kind(eren):
Afstammeling van K. de Gr. Rutger was een vasal van Walram van Monchau en Valkenburg.
Rutger en Reinard worden 18-6-1285 als broers genoemd.
Rutger von Gronsveld, der 1276 und 1281 erscheint, aber kurz
danach ohne Nachkommen starb. 1285 ist die Rede von hinterlassenem Land
"Rutgeri filii Reynardi militis de Grunseilt".
Rutger en zijn broer Reinaard van Gronsveld die voorkomen in een akte van 18 juni 1285 waarin Hendrik, Graaf van Kessel, in zijn rol van procureur van het convent van Gladbach instemt met de aanschaf door het convent van een stuk land, gelegen in Westrich in de parochie van Keyenburg, waarvan 30 morgen toebehoorden aan genoemde Rutger (triginta vero fuerant Rutgeri filii Reynardi militis de Grunseilt)
In 1297 ruilde Rutger van Esde (Ten Eysden) een stuk grond met den buurman van Biessenhof. In deze acte is voor het eerst sprake van Opgeleen.
(bij de voet van Sweijkhuizen)
17 novembre 1297. Charte de Walram, seigneur de Montjoye et de Fauquemont. Il approuve l'échange de trois bonniers , situés à Opgeleen , que Rutger de Esde ,
son vassal , a fait avec la commanderie des Vieux-Joncs contre trois autres, (V, Hennés, II, 430.)
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.