het overlijdensbericht (rouwkaart) is in het familie-archief ondernummer 01738-O11.jpg
de overlijdensadvertenties zijn in het familie-archief onder nummer 01738-13.jpg
de Persoonskaart is in het familie-archief onder nummer 01738-O20 t/m O21.jpg
Cees is begraven op de Begraafplaats Hardenbergh in Veen
de foto van de grafsteen is in het familie-archief onder nummer 01738-O30
Begraafplaats "Hardenbergh"
Hij is getrouwd met Judina Jozina van HERPEN,.
Zij zijn getrouwd op 20 augustus 1952 te Rijswijk, Noord-Brabant, Nederland , hij was toen 25 jaar oud.
de dankbetuigingsadvertentie voor de belangstelling bij het huwelijk is in het familie-archief onder nummer 01738-H13B
Kind(eren):
Opmerking:
Kees gaat in 1933 naar de Openbare Lagere School te Veen, Hoofd der school is meester Van Donk.
In 1941 gaat hij naar de Ambachtsschool te Gorinchem, om het timmervak te leren, dit gaat hem bijzonder goed af. Door weer en wind fietst hij dagelijks de 13 km lange weg naar Woudrichem om vandaar met de veerboot naar Gorinchem te varen. Als er in deze oorlogstijs op een gegeven ogenblik geen fietsbanden meer te krijgen zijn, wordt door Piet Mansfelder uit de timmerwinkel de fiets voozien van houten banden en zo ratelt Kees over de dijk, bestraat met klinkerkeien, naar school.
Na het behalen van zijn diploma komt hij thuis in de zaak. In de oorlogstijd is het moeilijk om aan normaal timmerwerk te komen en wordt er druk gezocht naar alternatieven. Die worden gevonden door het maken van houten schoenzolen en sandalen voor de schoenfabrieken te Waalwijk. Duizenden paren worden er wekelijks afgeleverd. Ook worden er in het laatste oorlogsjaar klompen verzoold. Als er in de
laatste oorlogsmaanden geen stroom meer is, wordt de lintzaag omgebouwd tot handkracht. Geen pretje voor diegene die de zaagdraaiende moet houden.
In 1947 wordt Kees gekeurd voor de Militaire Dienst en wordt gelegerd in Bergen op Zoom. Ondanks dat hij in eerste instantie de medeling krijgt dat hij niet uitgezonden zal worden naar Nederlands-Indie, krijgt hij op het laatste moment alsnog een oproep voor uitzending.
Op 4 december 1947 vertrekt hij vanuit Rotterdam met het m.s. "Sloterdijk" naar de Oost. Kees komt met zijn onderdeel terecht op Sumatra en wordt gelegerd in de stad Palembang. Hij krijgt al snel last van malaria en wordt daardoor vrijgesteld van velddienst. Hij wordt tewerkgesteld in de kantine en wordt
later oppasser van Majoor Berlijn. Genoemde Majoor heeft veel voor Kees betekend, vooral bij zijn latere ziekte.
De malaria zet echter door en wordt zo erg dat op zeker moment zijn milt scheurt. Met spoed wordt hij opgenomen in het Militaire Hospitaal van Palembang en direkt geopereerd. Zeer zorgelijke tijden breken aan, want de verbindingen tussen Nederland en Indië zijn zeer slecht. Het duurt dagen voordat er meer berichten doorkomen en die blijken dan achteraf nog niet juist te zijn. Het is Majoor Berlijn, die uit Palembang laat weten dat geprobeerd moet worden om in Nederland het initiatief te nemen om Kees naar Nederland over te laten brengen, want vanuit Nederlands-Indië is van de Militaire zijde geen medewerking te verwachten om de ernstig zieke Kees naar Nederland over te brengen. Het is vooral Ds. Harkema uit Wijk en Aalburg en consulent in Veen, die ervoor gezorgd heeft dat Kees naar Holland terug
kan. Op 7 September 1949 komt hij met het m.s. "Johan van Oldenbarnevelt" in Holland aan.
Voor het ouderlijk huis is door leden van de jongelingsvereniging een boog geplaatst met "Welkom thuis" erop. Van de buurt krijgt hij een polshorloge aangeboden. Bijzonder tragisch is het dat twee uur voordat Kees thuiskomt, zijn grootmoeder Clasina Honcoop-Lankhaar op 87-jarige leeftijd overlijdt.
De overbuurman Hubertus Schreuders, spreekt dan de wijze woorden; "de boog blijft staan tot Kees thuis is, want de vreugde is hier groter dan het verdriet. Ik zal er persoonlijk op toezien dat straks alle versierselen worden verwijderd."
Kees krijgt het niet gemakkelijk met het Ministerie van Defensie. Na diverse keuringen wil men hem voor de Militaire dienst afkeuren. Tussen neus en lippen door vertellen ze hem dat er een vlekje op een van de longen zit, maar dat zou er al vanaf zijn jeugd zitten, dus dat is geen oorzaak van zijn ziekte. Er wordt gevraagd of hij het daarmee eens is en of hij een formulier wil tekenen dat hij met deze verklaring
akkoord gaat. Het bevreemdt Kees dat hij iets moet tekenen, waarover hem nooit iets verteld is. Toch is hij ziek en wil men hem afkeuren. Hij weigert te tekenen.
Nader onderzoek brengt aan het licht dat Kees tbc heeft en dat hij dat in Nederlands-Indië moet hebben opgelopen. Aanvankelijk weigeren de Militaire Artsen de keuringsrapporten van 1947 af te geven. Na lang aandringen van zijn behandelend longarts van het sanatorium "Zonnegloren", waar Kees verpleegd wordt, en van dokter J. Schmitz te Amsterdam, lukt het deze gegevens te krijgen en dan blijkt dat er voor zijn vertrek naar Indië nog geen sprake was van deze ziekte en Kees toen kerngezond was. Hij is dan inmiddels geopereerd en verblijft meer dan een jaar in "Zonnegloren".
De kosten van de verpleging en de operatie worden, na jaren van touwtrekken, door het Rijk vergoed. Mede door deze ziekte en door het verwijderen van zijn milt wordt hij voor 50% afgekeurd.
Kees trouwt op 20 Augustus 1952 in Rijswijk (N-Br) met Judina Jozina van Herpen. Er worden 4 kinderen geboren.
Na eerst een poosje te hebben ingewoond bij zijn schoonouders in Rijswijk, betrekt hij het zuidelijk gedeelte van de dubbele woning aan de Grotestraat in Veen. In 1959 koopt hij een stuk grond naast de bestaande woning en bouwt daar een nieuw huis op. Hoewel het aannemersbedrijf annex timmerfabriek een familiebedrijf is, waar zowel vader Maarten en zijn broers Dick en Piet in werken, heeft Kees de leiding over de timmerfabriek. Hij werkt daar met veel enthousiasme.
Naast zijn dagelijks werk heeft Kees nog liefhebberijen. Zo is hij in de vijftiger jaren voorzitter van de plaatselijke voetbalclub "Achilles" en jarenlang bestuurslid van de gymnastiek- en wandelvereniging "Lios".
Begin jaren zeventig worden de lichamelijke klachten steeds ernstiger en gaan over in een ernstig slepende ziekte. Na veel lichamelijk lijden, maar verzekerd dat hij zich geborgen mag weten bij zijn Heere en Heiland, overlijdt Kees op zondag 10 november 1974 op 47 jarige leeftijd. Vrijdag 15 november wordt hij vanuit de Ned. Herv. kerk te Veen begraven op de Algemene Begraafplaats te Veen. De rouwdienst wordt geleid door zijn vriend ds. J.L. Ravesloot en door de plaatselijke predikant ds. W. Westland.
[...] h
Bron(nen):
Naam, geb, huw en ovl:Persoonskaart overlijden 10-11-1974, van Cornelis zelf.
naam, geb en huw: Persoonskaart overlijden 02-05-1984, van zijn vader Maarten Honcoop.
Cornelis Mzn HONCOOP | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1952 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Judina Jozina van HERPEN, |