Prins van Oranje en vorst van Nassau-Dietz.
Hij was de eerste erfstadhouder van de RepubliekderVerenigde Provinciën. Hij was voornaam, vredelievendenminzaam in zijn optreden, maar had te kampen met eenzwakkegezondheid en een vergroeiing van zijn rug watzijnpolitiek-bestuurlijke optreden meer en meer parten zougaanspelen.
De titel stadhouder betrof, zowel voor als na 1648 -Vredevan Munster - toen Nederland algemeen erkend werdalszelfstandige staat (een confederatieve republiek),eenfunctie-aanduiding. In eerste instantie stond hetvoorplaatsvervanger van de regerend vorst. Dat was begin16deeeuw de Duitse keizer Karel V, tevens koning vanSpanje.Daardoor was het stadhouderschap in feite hethoogstebestuurlijke ambt van het land.
Na de Vrede van Munster bleef de functie bestaan,alhoewelde leiding van de staat niet meer in handen lag vaneenpersoon - de regerend vorst - maar in dat vandeStaten-Generaal. In feite was sprake van eencollectiefstaatshoofdschap, de tweede in zijn soort op hetEuropesecontinent (naast statenbond Zwitserland). Het ambtkon dooreen, enkele of door alle zeven staten van deNederlandserepubliek vergeven worden. Zoals bleek: aantelgen van hetvan origine Duitse adelsgeslacht von Nassau.Plichten enbevoegdheden van het ambt waren ingedetailleerdeinstructiebrieven geregeld.
Dat het Stadhoudersambt in de loop van degeschiedenisvrijwel uitsluitend aan leden van dezeadellijke familie istoegevallen, was het gevolg van deprominente rol die eenvan hen heeft gespeeld in de groteNederlandsebevrijdingsoorlog, de Tachtigjarige Oorlog van1568-1648.Het betreft de Duitse graaf Wilhelm vonNassau-Dillenburg,later ook Prince d'Orange, die doorkeizer Karel V totplaatsvervangend bestuurder('Stadhouder') van Holland,Zeeland en Utrecht was benoemd.Als 'Willem de Zwijger' zouhij als leider opereren van deopstand in Nederland tegende Spaanse koning Philips II,zoon van keizer Karel.
Naar mate leden van het Huis Oranje-Nassau huwden mettelgenvan koninklijke geslachten in Duitsland enGroot-Brittannië,werd dit ambt door de dragers ervan meeren meer indynastieke zin gekoesterd en metdienovereenkomstigepretenties omgeven. Daadwerkelijk luktepas het omzetten vanhet stadhouderschap in een erfelijkstadhouderschap (vanalle zeven 'Provinciën'), Prins WillemIV. Dat was in hetoorlogsjaar 1747. Hij kon zich vanaf datjaar Erfstadhoudervan de Republiek der VerenigdeProvinciën noemen, metautomatisch recht van opvolging doorzijn eerstgeboren zoon,Erf-stadhouder Prins Willem V vanOranje-Nassau.
Willem IV stierf op 22 oktober 1751 in Den Haag na eenkuurin Aken. De teraardebestelling vond plaats op 4februari1752 in de grafkelder van de Oranjes te Delft.Deerfstadhouder werd opgevolgd door zijn dan drie jaaroudezoon. Anna van Hannover nam de landszaken waar tot1759;Friesland benoemde haar schoonmoeder Maaike Meu, diedefunctie van regentes uitoefende tot 1766.
Hij is getrouwd met Anna van Hannover.
Zij zijn getrouwd op 25 maart 1734 te paleis St. James, Londen, Engeland , hij was toen 22 jaar oud.
Kind(eren):
Gebeurtenis (tekst) in het jaar 1734.
De onderhandelingen voor het huwelijk van Prinses Annametde Nederlandse vorst hadden zes jaar geduurd. Deoorzaakhiervan lag grotendeels op het internationalepolitiekevlak. Na de dood van Koning-StadhouderWilliam/Willem III,tijdens het Tweede StadhouderlozeTijdperk, warenPruisische en ook Engelse diplomaten enjuristen drukdoende om voor hun vorst aanspraak te maken opdebegerenswaardige titel 'Prins van Oranje', met allehierbijbehorende emolumenten en bezittingen. ToenStadhouderWillem Hendrik Carel Friso door de Pruisischekoninguiteindelijk als Prins van Oranje werd erkend, steegdewaarde van zijn 'papieren' aanzienlijk op deadellijkehuwelijksmarkt in Europa.
Anna, die niet als een uitgesproken schoonheid bekendstond,was wel bereid om haar bruidegom ongezien teaccepteren. DeEngelse ambassadeur had haar ingefluisterddat Willem nietzo onaantrekkelijk was als waarover zij hadgehoord.
Willem IV van Oranje-Nassau | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1734 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna van Hannover |