Zij is getrouwd met Herman Johan Reesink.
Zij zijn getrouwd op 31 oktober 1873 te Voorst, zij was toen 26 jaar oud.
Kind(eren):
(Research):Geboorte op 26 maart 1847 te Terwolde
Vader: Hendrik Jan Massink, 32 jaar oud, onderwijzer der jeugd van beroep
Moeder: Tonia Everdina Bredenoort, zonder beroep
Kind (vrouwelijk): Hendrika Johanna Massink, geboren op 26 maart 1847 te Terwolde
Bronvermelding: Gelders Archief - Gelders Archief te Arnhem, BS Geboorte
Voorst, Voorst, archief 207A, inventarisnummer 2892, 27-03-1847, Voorst, aktenummer 59
Huwelijk Hendrika Johanna Massink en Herman Johan Reesink, 31-10-1873
Aktenummer: 60 - Huwelijksdatum: 31-10-1873 - Huwelijksplaats: Voorst
Bruid: Hendrika Johanna Massink - Doopplaats: Terwolde (Voorst) - Leeftijd: 26
Bruidegom: Herman Johan Reesink - Doopplaats: Zutphen - Leeftijd: 29 - Beroep: koopman
Moeder bruid: Tonia Everdina Bredenoort - Vader bruid: Hendrik Jan Massink - Beroep: hoofdonderwijzer
Moeder bruidegom: Jenneken Makkink - Vader bruidegom: Johan Gerhard Reesink
Toegangsnummer: 0207 Burgerlijke stand Gelderland, dubbelen - Inventarisnummer: 2870
Overlijden Hendrika Johanna Massink, 25-12-1935
Aktenummer: 290 - Aktedatum: 27-12-1935
Overlijdensdatum: 25-12-1935 - Overlijdensplaats: Zutphen
Overledene: Hendrika Johanna Massink - Doopplaats: Terwolde - Leeftijd: 88 Jaar
Moeder: Tonia Everdina Bredenoort - Vader: Hendrik Jan Massink - Weduwe van: Herman Johan Reesink
Aktesoort: Normaal - Toegangsnummer: 0207 Burgerlijke stand Gelderland, dubbelen - Inventarisnummer: 9801
Rechts aan de weg naar de pont van Brummen richting Bronkhorst ligt Spaensweerd. De kern van het gebouw is 17e eeuws. We moeten dit huis niet verwarren met het huis aan de andere kant van de IJssel, er zijn dus twee huizen Spaensweerd genaamd. In Brummen, rechts van de weg naar het Bronkhorsterveer, staat dit huis, vroeger ook wel Half- Spaensweerd genoemd. Doordat de loop van de IJssel eens verlegd is werd het landgoed Spaensweerd verdeeld in een Brummens deel en een Bronkhorster deel. Het Brummense Spaensweerd was vroeger een boerderij,
waaruit in de achttiende eeuw een buitenplaats is ontstaan. Omstreeks 1830 is er een verdieping bovenop gezet. Het huis heeft nu het aanzien van de Louis XVI Empirestijl. De oude parktuin is als een juweel; hij geniet nog een liefdevol onderhoud. Rond 1900 was er een zogenaamde Franse school gevestigd. Een Franse school was een wat deftige naam voor Mulo; men leerde er óók Frans. In feite was het een (jongens) kostschool, hoewel ook notabele boeren uit de omgeving er hun kinderen heen stuurden. Tot aan de jaren tachtig van de twintigste eeuw heeft Spaensweerd veel bewoners gekend die banden hadden met de koninklijke familie. In de jaren twintig van die eeuw betrok gravin van Byland de buitenplaats. Haar man was hoveling aan het hof van Prins Hendrik en Koningin Wilhelmina. Daarna kwam de familie Reesink naar Spaensweerd. Mevrouw Reesink was lerares Engels van Juliana. Zij werden opgevolgd door de familie Ingen-Housz, wiens dochter gouvernante was van de prinsessen. De huidige bewoners zijn de heer en mevrouw Hummelen.
Franse oorlogskinderen in Nederland - Den Haag (28 juli 2014)
Precies honderd jaar geleden, als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, wordt Nederland overspoeld door een stroom vluchtelingen. Vanuit het door de Duitsers onder de voet gelopen België slaan één miljoen mensen op de vlucht naar buurland Nederland. In 1918 volgt een groep van 40.000 Franse vluchtelingen. De Fransen valt een minder hartelijk welkom ten deel dan de Belgen vier jaar eerder. De Nederlandse bevolking staat niet te juichen om wéér een groep nieuwe vluchtelingen op te nemen. De reserves beginnen op te raken en het wordt steeds lastiger om de eigen bevolking, laat staan een grote groep ontheemden, te voeden. Toch laat de ellende van de Franse bevolking de Nederlanders niet koud. Verhalen over ondervoede kinderen in de Franse bezette gebieden zetten aan tot actie. Er worden diverse comités opgericht, die zich tot doel hebben gesteld Franse kinderen in Nederland op te nemen. In Amsterdam vormt zich het 'Centrale Comité voor de verzorging in Nederland van Fransche kinderen uit het bezette gebied'. Dit comité verklaart zich bereid 1000 Franse kinderen, in vier transporten, naar Nederland te brengen, om ze hier op krachten te laten komen.
Huize de Rees" te Brummen
De Franse kinderen worden opgevangen op verschillende plaatsen in Nederland. Zo wordt in 1917 een groep jongens en meisjes uit Noord-Frankrijk, in de leeftijd van 6 tot 16 jaar, opgenomen in landhuis 'de Rees' in Brummen, waar Hendrika Johanna Reesink (1896-1958) de scepter zwaait.
In huize de Rees kunnen de jongens en meisjes aansterken. Elke maand worden de kinderen gewogen om te controleren of hun gewicht voldoende toeneemt. Daarnaast wordt hun gedrag in de gaten gehouden. Zo vinden we in het archief een beschrijving van de individuele kinderen. Hierin wordt de veertienjarige Marceline omschreven als een 'heel aardig, opgewekt kind waar iedereen veel van houdt.' Minder blij is men met de elfjarige Louise, die 'niet aardig, ontevreden (...) oerlui en dom' zou zijn. 'Een verwend kind thuis' concludeert men.
Onderwijs
Naast verzorging krijgen de kinderen in huize de Rees ook onderwijs. Op 25 februari 1915 wordt in Nederland 'De Centrale Commissie voor het Onderwijs aan de Uitgewekenen opgericht, die verantwoordelijk zou worden voor het oprichten van scholen voor vluchtelingenkinderen. Binnen deze commissie is Prof. Dr. Gustave Cohen verantwoordelijk voor het onderwijs aan Franse kinderen. Op 1 januari 1918 zijn er in Nederland 30 Franse lagere scholen, waar 933 kinderen onderwijs ontvangen.
Votre petit Lillois qui ne vous oublira jamais
Dat het verblijf in Brummen een grote indruk heeft gemaakt op de Franse kinderen blijkt uit de briefwisselingen die na de oorlog op gang komen met mevrouw Reesink. In de brieven schrijven de kinderen over het leven na de oorlog en wordt genegenheid geuit voor de 'vrienden uit Holland'. Of zoals Gaston zijn brief afsluit 'Votre petit Lillois qui ne vous oublira jamais' (Uw kleintje uit Lille, die u nooit gaat vergeten)
Nationaal Archief / 2.04.54. Ministerie van Binnenlandse Zaken, Volksgezondheid en Armwezen, invnr. 179 2,21.136. Archief H. J. Reesink, invnrs. 11, 14,28, 29 / Roodt, E. de, Oorlogsgasten.
Vluchtelingen en krijgsgevangenen in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog (Zaltbommel 2000)
De toegang tot de afbeeldingen van de publicatie is door de auteur beperkt.
Als u bent uitgenodigd door de auteur dan kunt u inloggen en het besloten deel inzien.
Hendrika Johanna Massink | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1873 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herman Johan Reesink |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.