Verzameling Hessel de Walle
Genoemd Bokke Hepkes Bruinsma overleden op 03-08-1572
Diversen:
Gehuwd met: Uilkje Anskes
(1) Hij is getrouwd met Uulck (Wlck Ulck) Anschkes (Anskes).
Zij zijn getrouwd rond 1525.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Griet Tyaerdts.
Zij zijn getrouwd op 25 april 1551.
Index op de Quaclappen
Naam: Bocke Bruynsma
gehuwd met Griet Tyaerdts
Datering: 25 april 1551
Bron: Archief Hof van Friesland, quaclappen
Toegang 14, inv. nr. 16690 (v/h deel YY4), blad 155
https://www.fryske-akademy.nl/fileadmin/inhoud/beelden/homepage/Kennis/Gen_Jierboek/GJ_1999.pdf
http://renebruynsma.wordpress.com/stamboom-de-jong-bruynsma/
Volgens de overlevering zou Bocke Hepkes stammen uit het adellijk geslacht der Harinxma’s en verwant zijn aan de Bockema’s en de Liauckema’s. De schrijver dr. Schoengens heeft het volgende citaat gepubliceerd van de jezuiet Anschke Bockes Bruynsma over zijn vader …pronepos illustris viri Reineri Boccema equitis…. Bocke zou dus een achterkleinzoon zijn van de befaamde Sneker ridder Rienck Bockema. Feit is echter dat de vader van Bocke Hepkes, ondanks intensief onderzoek maar moeilijk te traceren is. Wel zijn er voldoende aanwijzingen gevonden om de vader van Bocke vooreerst te identificeren met een zekere Hepka, die in 1511 voor 5 1/2 florenen gegoed is in Jacob Jans’ sate te Friens. Wellicht was zijn echtgenote Hit Bockes Bruynsma. Zeker is ook dat de familienaam Bruynsma tot stand moet zijn gekomen door het verwerven van bezit (land of renten) in Oud of Nieuw Bruynsma te Friens.
Johan Nota: Bruynsma (Genealogysk Jierboek 1999):
Hij werd voor het eerst vermeld in 1552 als weerbaar man te Ypecolsga, bewapend met roer en degen.
In 1757 was hij samen met Leylof Hoytes (Hoytema) curator over InthHolles weduwe. Als zodanig waren zij in proces contra Douwe Wopkes en Rincke Abees als voormombers over wijlen Abbe Hoytes weeskinderen (HvFYY 5 119).
Op 14 november 1559 had Bocke Hepkes zijn zoon Minne Bockes gemachtigd in de voor het Gerecht van Gaasterland hangende zaak betreffende de opzegging van de huur van landen die Romke Pijters in gebruik had. Minne Bockes op zijn beurt machtigde Sijmen Gerrijts in deze zaak (GAA 4 46v,51v, 57v).
Bocke is een eigengeërfde ('eersamen') landeigenaar met het recht van visserij en het houden van zwanen. Die visserij werd vermeld in een brief van 4 oktober 1559 van Peter Derwinne, prior van hetKarmelietenklooster te Woudsend, aan de Ommelandse ridder Johan vanEwsum: 'Bocke Hepkes woenachtig te Ipcolgae, gans vervaeren opvischenijen, want hij seels een oolt ricker visckerman is'. In dezebrief werd over Bocke verder geschreven: '... is gheboeren uyt dijenhoecke, waer wij dezen fijschenie souden coepen ende alle saeken seerwal cundich'.
Het vermelde zwanenrecht zal van Ulck Anskes familie afkomstig zijn, getuige de twee zwanen in haar wapenschild.
Bocke Hepkes (Harinxma) Bruynsma | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) ± 1525 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uulck (Wlck Ulck) Anschkes (Anskes) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1551 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Griet Tyaerdts |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.