Hij is getrouwd met Joanna Catharina Duijsings.
Zij zijn getrouwd op 1 februari 1728 te Berg en Terblijt.
Kind(eren):
1 april 1753 pachtte Smeets voor 6 jaar de banmolen van Valkenburg. De pachtsom bedroeg 800 gulden Brabants-Maastrichtse koers. Bovendien moest hij kosteloos een aantal hand- en spandiensten verlenen, jaarlijks 624 vaten zuivere rogge leveren aan de rentmeester van de Domeinen,de in de viskorf gevangen vissen en palingen bewaren voor de verpachter en bepaalde onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en molenwerk voor zijn rekening nemen. Tot onderpand stelde hij zijn beide woningen en landerijen in Valkenburg en Houthem. In 1758 werd het pachtcontract voor 6 jaar verlengd onder dezelfde voorwaarden als in de eerste overeenkomst. Na afloop ervan werd de huur stilzwijgend verlengd, tot in 1768 de eigenaren van de molen met iemand anders een gunstiger overeenkomst konden afsluiten. Franciscus gaf te kennen geen contract onder nieuwe voorwaarden te accepteren en vroeg aan zijn verpachtster LudovicaAlbertine Reinich, weduwe van Quirijn Collard, nog een jaar op de molente mogen blijven. Via Notaris J. Guichard uit Maastricht liet ze wetendaartoe bereid te zijn. Smeets mocht blijven 101 1 april 1769 mits hij over dat jaar 300 gulden meer huur betaalde wegens "interessen vanhetgeen door den molenaar had moeten betaald worden wegens het lopende werk zedert den jaare 1753". Zijn antwoord op 9 februari 1768 luidde kort en bondig dat hij niet van plan was een contract aan te gaan voor één jaar, maar alleen voor 6 jaren. Op 4 juni werd de banmolen voor 24jaren verpacht aan Arnoldus Quaedvlieg en zijn echtgenote Anna BarbaraDouven. Dit echtpaar had al vanaf 1763 de molen van Geulhem in eeuwigdurende erfpacht.Tot begin 1777 bleef hij in Valkenburg wonen. In oktober van dat jaarblijkt hij woonachtig te zijn in Sibbe, in de heerlijkheid van Oud-Valkenburg, waar hij vermoedelijk zijn intrek had genomen bij zijn ongehuwde zoon Johannes. Zijn eigen woonhuis verhuurde hij op 6 januari 1777voor 32 gulden per jaar aan Maria Hendrix, weduwe van Nicolaus Hollanders. Voorheen was het verhuurd geweest aan Johannes Winthaagen. In 1781 was Smeets weer inwoner van Valkenburg. Hij besloot toen zijn goederen te verdelen onder zijn kinderen en kleinkinderen, mits iedere erfgenaam hem een jaarlijks pensioen uitkeerde. Eerst werden hij en schepen David Samuel Simond benoemd tot voogden over de nog minderjarige kinderen van zijn overleden zonen Francis en winand. Daarna volgde op 12februari de verdeling van de goederen zoals die waren opgenomen door de gezworen landmeter Francis Frissen. Tien dagen later gaf de schepenbank van Valkenburg zijn fiat aan een en ander.
Franciscus Smeets overleed kort na de inlijving van onze streken bij de Franse Republiek.
Hij steirf in de leeftijd van 104 jaar, voorzien van de laatste sacramenten. Tot in 1942 werd in de Sint Nicolaas en Barbara kerk te Valkenburg op die dag een jaargetijde ghouden met orgel en zang voor zijn zielenrust en daags erna voor zijn echtgenote die hem in 1764 in de doodwas voorgegaan.
Franciscus Smeets | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1728 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Joanna Catharina Duijsings |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.