Hij verbleef als frater Suitbertus in de Abdij Sint Andries te Lophem bij Brugge. In de oorlog kwam hij in contact met de illegaliteit en werd hij hoofd van een koeriersdienst. Op 28 april 1943 werd hij in zijn ouderlijk huis gearresteerd en overgebracht naar Scheveningen. Daar zat hij gevangen tot januari 1944, daarna in Utrecht waar hij op 15 maart 1944 door een vuurpeloton werd gefusilleerd.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.