Volgens het tijnsregister is hij de opvolger van vader Sweer. Hij is daarmee de volgende eigenaar van Erve Egginck.
1612 - Mogelijk is hij de Albert Eggink die genoemd wordt als Ed. mede helper van Markerichter Vijt Christoffer van Munster (Tr. Markeboek Hengelo 1612-1690, p. 5)
1618 - Is betrokken bij een kwestie met een markepaal, samen met Willem Gotink (nr. 2392) (id. p.8)
1627 - In een akte wordt Hendersken als zijn vrouw genoemd. In deze akte wordt beschreven dat zij een stuk land kopen, samen met Jan Sarinck en zijn huisvrouw Jenneken: elk een halfscheid van Bijlinxkamp in de Hattemermark.
1628 - De verekens (varkens?) van Jan Saerinck hebben in Albert Eggincks saetgewas schade veroorzaakt.
1628 - Jan Sarinck, sijn hvr. Janneke ende dessen soon Lubbert worden er van beschuldigd dat ze zich drie paarden, door Harmen Strohorst geschut omdat ze op Albert Eggincks rogge liepen, met geweld tegen Harmen weer hebben toegeëigend.
1630 - hij is in dat jaar omtrent 70 (jaar oud)
1633 - In dat jaar getuigt hij in een van de processen om Besselinck - (ook) een voormalig horig goed - over de samenstelling van zijn moeders familie. Zijn leeftijd wordt dan genoemd als bij de 80. Alles ongeveerlijck staat er bij de leeftijden van de getuigen.
In Markezaken wordt nogal eens gebruik gemaakt van zijn getuigenissen.
1633 - Albert is door Jan Sarink gebloetwondef. Jan wordt hiervoor op 2 okt. beboet.
Hij is getrouwd met Hendersken Boeyinck.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Aelbert Sweers Egginck | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendersken Boeyinck |