Besselink (ooit Groot Besselink) ligt in Keijenborg (op t Gooi), nabij de grens van de kerspelen Hengelo en Zelhem, tegenwoordig Remmelinkdijk 10.
1382 - vermeld als horig goed van de Hof van Hengelo, in een brief dd St. Gregoriusdag: Wij, Arnold van der Genaden Geest, Hertoge van Gelre en Greve van Zutphen, doen kond alle lueden, hoe Aelbert Besselinck und Wendele sijn huesfr., Johan, Aelbert, Geerte, Lambrich, Geertruydt, Lysbeth und Alijt hoer kinderen onse hoefhoeriche luyde sijn [uit OTGB10.80]
1438 - In 1438 kochten Albert, de toenmalige horige naar den Goede Besselinck en zijn vrouw Wendele het erve vrij van
Hertog Arnolt van Gelre; het werd omgezet in een tijnsgoed, Arnolt heeft in die tijd veel meer goederen vrijgemaakt, want hij had geld nodig.
1549-1563 Rijckman staat als eigenaar genoemd in het tijnsregister.
1557 - Bij de visitatie van de horige goederen moet Rijckwijn aantonen dat zijn boerderij een vrij goed is. Hij toont de brief uit 1438. Ook had hij keurig zijn tijnsen betaald.
Rijckwijn wordt opgevolgd door zoon Jan. In de jaren 1612-1614 is er blijkens processtukken een familiestrijd om Besselink. Ene Henrick Boem (Bohm) uit Vorden procedeerde tegen Hendrick en Frerick Besselinck, twee van de toenmalige eigenaren. Zijn schoonmoeder Anna, vrouw van Jan ter Hoerne (Vorden) en net als zijn vrouw Jenneken al jaren overleden, zou Besselinck geheten hebben en een dochter zijn van Rijckman uit diens eerdere huwelijk met een vrouw genaamd Tege. Anna zou ook nog een broer Herbert gehad hebben, die op de Poel woonde nabij Besselinck. Na het overlijden van Tege was Rijckman hertrouwd met Wisse Addincks zonder de kinderen af te goeden met hun rechtmatige helft van het erve. Daarom eiste Henrick Boem nu Jennekens gerechte vierdepart van Besselinck op.
Een complicatie hierbij was dat tijdens de kwade of trubbeljaren in de Achterhoek (hevige gevechten tijdens de Tachtigjarige oorlog tussen pakweg 1580-1590) het tijnsregister niet goed was bijgehouden. De uitspraak in het geding is overigens niet bewaard gebleven. Wel is het duidelijk dat de partijen grof geschut gebruikten. De getuigen van Boem waren volgens de advocaat van de Besselincks indien niet seniel dan toch minstens hoeren en bedelaars, terwijl de zielen van de Besselincks volgens Boems bediende vanwege hun hardvochtige en onchristelijke opstelling tot in der eeuwigheid zouden moeten branden [bron: T. Besselink, OTGB 96.4 en J. Renema, OTGB 96.105].
Hij is getrouwd met Wisse Addink.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Rijckwijn Besselinck | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wisse Addink |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.