Hij is getrouwd met Johanna van Gils.
Ze zijn in de kerk getrouwd op 17 mei 1795 te Breda, hij was toen 26 jaar oud.
Kind(eren):
Beroep: kleermaker. In de huwelijksinschrijving staat dat Johannes een jongeman is, afkomstig van Bilzen in het Land van Luik. In het bevolkingsregister van 1830 woont Johannes met zijn kinderen (van wie de oudste Johannes, als 24 jaar is) in het Bleekstraatje 74. Johannes is dan al 61 jaar, en zijn beroep is sjouwer. Zoon Willem is dan al het huis uit. De getuigen op zijn overlijdensakte zijn beide bekenden van hem, en beiden zijn schoenmakers. Bij zijn overlijden woonde hij in de Bredase Nieuwstraat.
Een prangende vraag: waarom vertrok Johannes Nijs uit Bilzen, en vestigde zich te Breda? Er is een aardige, maar onbewezen verklaring voor zijn vertrek uit Belgisch Limburg... In de Zuidelijke Nederlanden regeerde al sinds begin 18e eeuw de keizers van Oostenrijk. Vanaf 1780 was dat keizer Jozef II, één van de verlichte despoten van de achttiende eeuw. Deze vorsten waren zich bewust dat er veel moest veranderen in de maatschappij en besloten dat zelf te doen, en dit niet te laten afdwingen door het volk. Hun leus was: "alles vóór het volk, maar niet dóór het volk". De politieke en sociale hervormingen begonnen al in 1781 en werden d.m.v. plakkaten aan de bevolking bekend gemaakt. Dat ging in hoog tempo: wekelijks werden er wel nieuwe plakkaten opgeplakt...
De hervormingen vonden allereerst plaats op kerkelijk gebied. beschouwende kloosterorden werden afgeschaft en hun bezittingen verkocht. Trouwen kon voortaan alleen nog in het stadhuis, doden mochten niet meer in kerken begraven worden, regligieuze broederschappen en procesisies verboden, parochies werden heringedeeld. Dit alles wekte uiteraard de woede van de invloedrijke geestelijkheid, maar ook de diepgelovige burgers van de Kempen. Andere veranderingen vonden plaats op sociaal gebied: de gilden werden van hun voorrechten beroofd, de in- en uitvoer van graan en levensmiddelen werd aan banden gelegd en de vele kermissen werden vervangen door één jaarlijkse kermis. Om het gemor onder de bevolking te onderdrukken over al deze veranderingen werden er buitenlandse troepen gestationeerd in het land, die door de plaatselijke bevolking van voedsel, hooi en onderdak voorzien moesten worden.
Deze hervormingen kwamen te snel en op een ongunstig economisch tijdstip. En die crisis werd het hardst gevoeld door de toch al straatarme en conservatieve bevolking van de Antwerpse en Limburgse Kempen, die de hervormingen als onderdrukking voelden. In 1789 sloeg de vlam in de pan. Zowel in het Prinsbisdom Luik (waar Bilzen onder viel) als in het Belgische Brabant braken opstanden uit, de Brabantse en Luikse Omwenteling genoemd. Onder aanvoering van de Brusselse advocaat Hendrik van der Noot werd een protestbeweging opgestart, de Statisten, gesteund door de geestelijkheid en adel, die streefde naar het herstel van de oude situatie. De Oostenrijkers probeerden Van der Noot te arresteren, maar hij vluchtte eerst naar Engeland, en daarna naar Breda (!). Van daar uit probeerde hij zoveel mogelijk steun te verwerven voor zijn zaak, onder meer bij de Belgische bevolking, maar ook (tevergeefs) bij de omringende landen: Pruisen, Engeland en de Staten-Generaal van Nederland.
Er was ook een groep Belgische burgers die niets zagen in het herstel van het Ancien Regime, maar juist gegrepen werden door de democratische staatsinrichting van de Franse Revolutie. Naar hun leider, Jan Frans Vonck, werden zij Vonckisten, maar later simpelweg ook Patriotten genoemd. In het geheim richtte Vonck een genootschap op dat in heel België geld en vrijwilligers moest inzamelen om gewapenderhand het Oostenrijkse bewind omver te werpen. Dit genootschap heette 'Pro Aris et Focis', dat 'Voor Altaar en Haard' betekent. Dit genootschap opereerde vanuit het vlak bij Bilzen gesitueerde Hasselt, dat gelegen was in het prinsbisdom Luik, en dus buiten het juridisch bereik van het Oostenrijkse gezag. Hier organiseerde Vonck zijn vrijwilligersleger, dat onder andere gefinancierd werd door rijke abdijen en bemand met jongemannen uit gegoede families. Daarna meldden zich ook deserteurs en jongemannen uit de lagere sociale klassen, die voor 10 stuivers soldij en de belofte van avontuur in dienst traden. Met geldinzamelingen onder de bevolking werrden de fondsen geworven om kanonnen en musketten aan te schaffen. Het waren jonge idealisten, en er ontstond al snel een leger van bijna drieduizend man dat in de streek rond Hasselt getraind werd. Commandant van dit volkslegertje was de Vlaming Jan Andries Vandermeersch, een oud-officier van het Oostenrijkse leger. Ook de jonge Johannes Nijs moet hier getuige van zijn geweest, en heeft zich wellicht aangesloten bij deze opstandelingen.
De Oostenrijkers bereidden echter een tegenactie voor, waar de partiotten lucht van kregen. Omdat Vandermeersch besefte dat hij met zijn matig geoefende allegaartje van gewapende burgers geen schijn van kans had tegen de ervaren Oostenrijkse strijdmacht, verplaatste hij zijn leger begin oktober 1789 richting het veilige Nederland, waar ze in en rondom Breda onderdak vonden. Gedurende de komende strijd zou deze stad het hoofdkwartier en basiskamp blijven van het patriottenleger, waar zij hun leidinggevende vergadering, het Comité van Breda oprichtten. Zo kan ook Johannes Nijs voor het eerst in Breda terecht zijn gekomen?
Op 24 oktober 1789 viel het patriottenleger vanuit Breda de Kempen binnen. Na eerst Hoogstraten veroverd te hebben, viel op 27 oktober Turnhout in hun handen, na een chaotisch gevecht in de straten van deze stad. Een algemene volksopstand tegen de Oostenrijkers bleef echter uit, het patriottenleger was klein, slecht uitgerust en weinig gedisciplineerd, dus Vandermeersch durfde de mars op Brussel niet aan, en hij trok zich weer terug naar Breda. Daar werkte hij in de weken erna aan de training van zijn troepen. Ook in de streek rondom Hasselt en Bilzen had het patriottenleger nog enkele operatiebases, waar ook druk geoefend werd in de wapenkunst door de vele duizenden toestromende vrijwilligers. Ondertussen had een deel van het patriottenleger enkele successen geboekt in de rest van België, waarbij onder meer de steden Diest, Mons en Namen werden veroverd. De Oostenrijkers verloren zoveel terrein, dat ze uiteindelijk vluchtten naar Luxemburg, waarna het Comité van Breda de macht overnam in Brussel. Al snel ontstond er echter verdeeldheid tussen de Vonckisten en de Statisten, onder meer over het bevelhebberschap van Vandermeersch. Deze werd vervangen als opperbevelhebber en zelfs enige tijd gevangen gezet.
Eind 1790 waren de Oostenrijkers weer bij machte om terug te slaan, onder meer omdat ze hun gelijktijdige oorlog tegen de Turken hadden beëindigd. Ze heroverden grote gebieden op de vluchtende Belgische legers. Op 2 december 1790 capituleerde Brussel en trokken de Oostenrijkers de stad binnen, en herstelden hun gezag over België. De voormalige opstandelingen vluchtten naar Noord-Brabant en Frankrijk. Iedereen die had meegevochten in de patriottische zaak (zoals wellicht Johannes Nijs), werd genadeloos vervolgd. De Oostenrijkse overwinning duurde maar kort, want vanaf 1793 trokken de revolutionaire Franse legers de Nederlanden binnen, en wisten al snel het land te veroveren. Johannes is echter niet terugggekeerd naar Bilzen, maar trouwde in 1795 met Johanna van Gils en vestigde zich permanent in het oude patriottische 'opstandelingenkamp' Breda.
Als tegenargument voor deze 'romantische' verklaring van de emigratie naar Breda: in 1785 kreeg ene Joannes Nijs in Breda met ene Joanna Maas een bastaardzoon die ook Joannes heette. Ook deze Joannes Nijs was afkomstig uit Bilzen, en was wellicht de oom van 'onze' Joannes. Bij de doop van dochter Joanna Elisabeth zijn Joannes Nijs en Joanna Maas peter en meter van het kind van 'onze' Joannes en zijn vrouw Joanna van Gils. Het kan dus ook zijn dat de jonge neef Joannes op familiebezoek ging bij zijn ome Jan, en niet meer is teruggekeerd naar Bilzen?
grootouders
ouders
broers/zussen
kinderen
Johannes Nijs | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1795 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna van Gils | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.