Pieter Arisse Meijers was owner of the inn "De Hollandse Tuin" in 1773 together with Hendrik Cornelisz Schoenmaker, and 3 years later alone (GAL nr. 86 fol 218 (1773) and fol 117 (1776)). He did not seem to work at the inn, though. The inn was kept by Aart Hoogenbosch at that time (RAU RA 927 - 26 May 1786). In 1792 after the death of Pieter Meijers his heirs sold the inn to Jacob Gerritsz Das (GAL nr. 86 fol 386).
"De Hollandse Tuin" was the main inn in the town, centrally located in between the churches of Oud- (Oukerck) and Nieuw-Loosdrecht (Ter Sype), opposite the "Rechthuis", the townhouse where the town councillors met. The conveniently located inn was agood place to slake the thirst of the councillors after heated town meetings at the Rechthuis, and for the regular townsfolk to meet over a drink. The inn was also regularly used to sign sales agreements in the presence of the notary.
Pieter Meijers probably became owner of the inn through the family connections with De Nooij family. Adriaan de Nooi was recorded as the owner of the inn in 1723 (RAU Archief Mijnden nr. 170 - 4 Aug 1723) and in 1763 (Kohier Verpondingen 1763) afterwhich ownership was transferred to his son Pieter Adriaansz de Nooij, president-schepen (GAL nr. 86 fol 300 nr. 210) who only held ownership briefly until 1764. Adriaan Pietersz de Nooij was an uncle of Pieter Meijers (his mother, Rijkje de Nooij was a sister of Adriaan).
Earlier Pieter Arisse Meijers was listed in tax records of 1743-44 (Alg. Rijks Archief, Den Haag. Arch. Rekenkamer ter Auditie no: 38 fol. 8 en 9) as "bierschooyer" or beer merchant, possibly supplying "De Hollandse Tuin".
See also: Historische Kring Loosdrecht Periodiek 55, 1985 and 22, 1978.
VERVENING
1749.
Een aantal Loosdrechters waren 6 januari met schout Cornelius van Steenwijk en enkele schepenen ‘bij malkanderen gekoomen.’ Er waren klachten in de richting van ambachtsvrouwe Anna de Haze. Eerder had men vier personen aangewezen om ‘op een vriendelijke en onaanstootelijke wijze te spreeken’ en diverse keren was gevraagd en aangeboden haar te bezoeken ‘om verschillen in der minne weg te neemen of tenminsten soo verre te brengen dat de opgesetenen daarin konden genoegen neemen, opdat haar weledele met de opgeseetenen in lieffde en vreede zoude moogen verkeeren.’ Maar alles tevergeefs. De voornaamste grief was dat zij ‘soo weygerig is om aan de opgeseetenen consent te verleenen om te moogen veenen.’ Als men al toestemming krijgt, dan diende behalve de halve stuiver op iedere roede slijk die geturfd werd, ten behoeve van de ambachtsvrouwe ‘tot een pretense uytkoop ¦150,-- per mogen betaald te worden.
Door de weigering was veel armoede ontstaan. Daarbij kwam nog ‘sterffte onder het runtvee’ en daardoor ‘verslappinge van neeringten en ambagten [waardoor] vele menschen buyten staat blijven om haaren ordinaire lasten aan het gemeen lant op sijn tijtte betaalen.’ De armsten moesten zelfs hun veenland verkopen. Men verzocht nu het gerecht er alles aan te doen om de ambachtsvrouwe te bewegen ‘of te nootsaaken’ om hen weer te laten slagturven en ‘niet meer te neemen voor het verleenen van consentals een halve stuyver’ per roede slijk, en dat de armen binnen Loosdrecht mogten genieten haar tweederde parten van de boete, zo die gevallen zijn ofte nog mogten vallen over het quaalijk veenen’, volgens de buurordonnantie van 1614. Nu was het zo,dat de ‘armebezorgers bij de deur moeten gaan collecteeren.’ Dit verzoek was ondertekend met naam of een kruisje door:
Krijn Jansz Gijsen, Ary de Liefde, Klaas Jacobsz Schipper, Vreek Groen, Paulis van Oostveen, Willem Grootendorst, Dirk Pos, Cornelis Regtuyt, Pieter Bakker, Jan Gerritsz Bakker, Frans Gerritsz Bakker, Sijmen Pietersz Gijsen, Dirk Fransz Timmer, Pieter de Liefde, Bastiaan Dirksz Biesder, Cornelis Swerretsz, Dirk Gerritsz de Ronden, Melis van der Wulk, Anthony Arisz, Johannes Bakker, Gerrit Fransz Bakker, Jacob Hendriksz Winning, Adam Lofvelt, Gerrit Dulman, Aart Streefkerk, Arie Jansz Vermeulen, Jan Berning, Willem Arisz Pos, Goossen van Bemmel, Hendrik Bruynsz Schipper, Jacob Schipper, Jan Schipper, Jacob Pos, Gerrit Otten, Klaas Pietersz, Abraham Schipper, Pieter Meijersen, Jan Elbertsz Meijers, Krijn Gijsbert Soetbrood, Sweer van Masijk, Rut Elbertsz Pos, Elbert Cornelisz Schoenmaker, Merritje Reyers Sypesteyn, Reyer Sypesteyn, Gerrit Meijers, Cornelis Otten, Jan Groenevelt, Wiggert Kuyk, Anthony Barmentloo, Jan Barentsz Krijt, Willem Harscamp, Jan Elbertsz Loenen, Willem Jansz Loenen, Gerbert Coppen, T. Meijers, Hendrik Cornelisz, Jacob Harmensz Pos, Cornelis de Raadt, Barend de Ronde, Barent Jansz Krijt, Pieter Rutsz Seldenrijk, Harmen van Hattum, Hendrik Rutsz Seldenrijk, Elbert Goosen, Flip Cornelissen, Mijndert Seldenrijk, Jannitje Elders Loenen, Sijmen Klaassen, Pieter Jacobsz Henpman, Gerrit Sukkel, Gerrit Hendriksz Gijsen, Lauris Claassen, Teunis Timmerman, Rut Seldenrijk, Pieter Sypesteyn, Hendrik Boelhouwer, Theunis van Oostveen, Jan de Graaf, Willem Manten,Jan Fredrik Helvetius.
Schepenen: Gijsbert van Veeren, Gerrit Schippper, Gerrit Krijt, Jacob Loenen. Deze schreven dus een brief, ‘alsoo wij geerne sagen dat tussen de Weledelgeboore en de ingesetenen geen verdere verwijdering gemaakt werde.’ Men vroeg om een gesprek. President-schepen Fredrik de Bruyn en schepen Jan Dorland adviseerden om aan advocaten te vragen of het gerecht verplicht was het rekest aan de ambachtsvrouwe door te geven of dat het de plicht van gecommitteerden was. Schepen Barend Uytenhove verwees naar zijn eed en naar de resolutie op het rekest van 22.1.1750 en meende met het gehele college advies van neutrale advocaten te moeten inwinnen, en hij protesteerde tegen alle kosten en schaden die de ‘goede ingesetenen soude komen te lijden.’
Getekend: Cornelius van Steenwijk, schout; Harmanus Sas, buurmeester; Fredrik de Bruyn, G. Van Veeren, Gerrit Schipper, Gerrit Krijt, Jacob Loenen, Barent Uytenhove, Jan Dorlant.
(1) Hij is getrouwd met Aafje Gerrits Schipper.
Zij zijn getrouwd op 8 mei 1740 te Oud-Loosdrecht, .
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Marretje Jacobs Pos.
Zij zijn getrouwd op 11 november 1753 te Oud-Loosdrecht, .
Kind(eren):
Pieter Adriaans MEIJERS, schepen te Loosdrecht, gedoopt (Geref.) op 28-01-1720 te Oud-Loosdrecht (getuige(n): Jannitje Pieters), overleden op 18-10-1781 te Oud-Loosdrecht op 61-jarige leeftijd, begraven op 25-10-1781 te Oud-Loosdrecht, zoon van Adriaan (Arie) Meijertze MEIJERS en Rijkje Pieters de NOOY.
Gehuwd voor de kerk (1) op 20-jarige leeftijd op 08-05-1740 te Oud-Loosdrecht (Geref.) met Aafje Gerrits SCHIPPER, 21 jaar oud.
Gehuwd voor de kerk (2) op 33-jarige leeftijd op 11-11-1753 te Oud-Loosdrecht (Geref.) met Marretje Jacobs POS, 25 jaar oud.
Uit het eerste huwelijk:
1. Arie Pietersz MEIJERS.
2. Rijkje Pieters MEIJERS.
3. Gerrit Pietersz MEIJERS.
Uit het tweede huwelijk:
4. Pieter Pietersz MEIJERS.
5. Jacob Pietersz MEIJERS.
6. Marretje Pieters MEIJERS.
7. Pieter Pietersz MEIJERS.
8. Aaltje Pieters MEIJERS.
9. Aaltje Pieters MEIJERS.
10. Geertjen Pieters MEIJERS.
---------------------------------------------------
nr.: 727
BEVOLKING
Naam : MEIJERS
Voornamen : Pieter
Geb/ged. : te:
Overleden : te:
Naam vader :
Naam moeder :
Gehuwd met : Pos, Marritje J. d.d.: maart 1754
te :
Beroep, ambt:
Bijzonderheden:
Kinderen:
-Jacob ged. 9. 6.1757
-Marritje ged. 27. 4.1760
-Pieter ged. 6. 7.1782 1)
zie: De Hollandse Tuin en Vervening 1749
Gemeld door: R. Loenen
Bronnen:
Coll. Voogsgeerd, inv.nr. 803; HKL
Pieter Adriaansz Meijers | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1740 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aafje Gerrits Schipper | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1753 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marretje Jacobs Pos |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.