(1) Hij is getrouwd met Grietje de de Vries.
Zij zijn getrouwd op 21 april 1782 te Oud-Loosdrecht, , hij was toen 24 jaar oud.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Marretje Meijers.
Toestemming voor het huwelijk is 9 december 1793 verkregen te Ter Aa, .
Zij zijn getrouwd op 25 december 1793 te Ter Aa, , hij was toen 36 jaar oud.Kind(eren):
Jacob Pietersz MEIJERS, landbouwer, schepen (1784), lid vredegerecht (1811), provisionele maire (1811), geboren op 09-06-1757, gedoopt (Geref.) op 12-06-1757 te Oud-Loosdrecht, overleden op 06-03-1847 te Loosdrecht op 89-jarige leeftijd, zoonvan Pieter Adriaans MEIJERS, schepen te Loosdrecht, en Marretje Jacobs POS.
Gehuwd voor de kerk (1) op 24-jarige leeftijd op 21-04-1782 te Oud-Loosdrecht (Geref.) met Grietje Egberts de VRIES, 24 jaar oud.
Gehuwd voor de kerk (2) op 36-jarige leeftijd op 25-12-1793 te Ter Aa met Marretje Gerritsd MEIJERS, 22 jaar oud.
Uit het eerste huwelijk:
1. Pieter Jacobsz MEIJERS.
2. Geertje Jacobs MEIJERS.
3. Marretje Jacobs MEIJERS.
4. Marretje Jacobs MEIJERS.
5. Egbert Jacobsz MEIJERS.
6. Egbert Jacobsz MEIJERS.
Uit het tweede huwelijk:
7. Marretje MEIJERS.
8. Marretje MEIJERS.
9. Gerrit MEIJERS.
10. Jacob Jacobsz MEIJERS.
11. Aafje MEIJERS.
12. Aaltje MEIJERS.
13. Mijndert MEIJERS.
*******************************************
nr.: 857
BEVOLKING
Naam : MEIJERS
Voornamen : Jacob Pietersz
Gedoopt : 9.6.1757 te: 1)
Overleden : 1848 te: 6)
Naam vader : Meijers, Pieter Adriaansz 1) 6)
Naam moeder : Pos, Marretje Jacobs 1) 6)
Gehuwd met : 1) Vries, Grietje de * d.d.: 21.4.1782
te : Oud-Loosdrecht 6)
Gehuwd met : 2) Meijers, Marritje ** d.d.: dec. 1793
te : Ter Aa *** 6)
Beroep, ambt: schepen; buurmeester; raadslid; boer Oud-Loosdrecht 1811
Bijzonderheden:
* JD van Nigtevecht.
** JD geb. Ter Aa.
*** ondertrouwd Ter Aa 21.11.1793.
Kinderen:
-Pieter geb. 16. 7.1783
ged. 20. 7.1785
-Geertje ged. 6. 3.1785
-Marritje ged. 25. 3.1787
-Marritje ged. 2.11.1788
-Egbert ged. 11. 9.1791
-Egbert geb. 13. 9.1792
ged. 16. 9.1792
-Marritje geb. 14. 9.1794
ged. 16. 9.1794
-Marritje geb. 23. 5.1797
ged. 28. 5.1797
-Gerrit geb. 9.12.1799
ged. 15.12.1799
-Jacob geb. 19. 6.1802
ged. 27. 6.1802
-Aafje geb. 2. 1.1805
ged. 6. 1.1805
-Aaltje geb. 15. 5.1807
ged. 24. 5.1807
-Meijndert geb. 15.12.1812
ged. 5. 1.1813, allen Oud-Loosdrecht. 6)
1784.
Handtekening onder koopakte d.d. 19 februari. 3)
12 Augustus schepen.
1785-1786.
Schepen. 7)
1787.
Uitgegeven aan Jacob Meijers voor bagagie halen van de ruiters ƒ9.--. 3)
1788-1789,
Schepen. 7) 13)
1790-1792.
Buurmeester. 7)
1795-1797.
Buurmeester. 7)
1795, 1799, 1801.
Genoemd. 5)
1797.
Schepen genoemd 26 januari. 2)
1800.
Zie: -ALGEMEEN, Kerk Oud-Loosdrecht.
1804.
Benoemd tot lid van de gemeenteraad, 25 januari. 11)
1807.
Schepen. 12)
Zie: -Wilde, Cornelis de.
-de weduwe van Sas de Wilde, Hermanus
-Vries, Jacob de
1808.
Schepen. 8) 12)
1809, 1810.
Schepen. 12)
1825.
Raadslid. 10)
Gemeld door: Mevr. E.J. Kuijper; R. Loenen
Bronnen:
1) coll. Voogsgeerd, inv.nr. 803; HKL
2) idem inv.nr. 263
3) idem, losse aantekeningen
4) arch. Hr. M. Streefkerk, Nw.-Loosdrecht
5) 1e weesmeesterboek; HKL
6) HKL
7) Oud-arch. Loosdrecht, inv.nr. 51, 52; streekarch. voor het Gooi en de Vechtstreek, Hilversum
8) Dorpsgerechten, inv.nr. 1199; streekarch. als voren
9) oud-arch. als voren, inv.nr. 34
10) coll. Voogsgeerd, gele map nr. 23; HKL
11) oud-arch. Loosdrecht, inv.nr. 12; als voren
12) idem, inv.nr. 20
13) idem, inv.nr. 19
*************************************
ALGEMEEN-kerk Oud-Loosdrecht
wordt genoemd ivm problemen met predikant van de Bijllaard
1800.
Zondag 20 april had ds. v.d. Bijlaard namens de kerkeraad van de preekstoel meegedeeld dat alle ‘mansleedematen’ van 20 jaar en ouder op 27 april om 17.30 uur moesten stemmen om vier gecommitteerden te kiezen ‘tot de belange der kerke en instandhouding derselve’. Op 27 april vond men ‘in de kerk sitten aen de gewone kerketafel ds. V.d. Bijlaard, Adrianus de Liefde en Jacob Pos, ouderlingen, Arie van Waveren en Hendrik Bakker, diaconen’. Na een gebed hield V.d. Bijlaard een toespraak ‘dat wegens de tegenwoordige tijdsomstandigheden het nu de plight van de gemijnte uytmaakte om voor de belangen der kerk te sorden’. In 's Graveland was hierover al eerder vergaderd. Van daaruit was aan Oud-Loosdrecht gevraagd vier gecommitteerden te sturen ‘om ook daar te helpen ten nutte van de kerkelijke belangens’. Men delibereerde over de taak van die commissie. 't Belangrijkste was ‘het uytdenken en daarstellen van seker fonds waaruyt in vervolg van tijd de tractementen der leraren mogten werden gevonden’. Burger van liet vroeg of er al een instructie voorhanden was voor de commissie. Dat was niet het geval. Men besloot ‘na veel redekavelen’ dat die commissie geen volmacht zou krijgen over geld te beslissen zonder eerst de gemeente op te roepen. Gekozen werden uit de voorgedragen personen Arie Warnar, Jacob Meijers, Hendrik C. Otten en Pieter Seldenrijk.
De gemeente vond dat men nu klaar was, maar V.d. Bijlaard had nog meer op z'n lever. De municipaliteit had op aanschrijven van de Provisionele Republiek Holland, waarin gesteld werd dat het beheer van de kerkgebouwen ten laste van de wettige gemeente is en blijft, en dus als eigenaar van de kerkelijke goederen, een commissie laten kiezen die als regenten over die goederen zou optreden: P. van Veen, W. Schippper en G. Land als behartigers van de financiële belangen en P. Sypesteyn tot kerkvoogd. V.d. Bijlaard vond dat onjuist en wilde de zojuist gekozen authoriseren ‘tot waarneminge der kerkelijke zowel als pastorale belangens’. Hierop ontstond ‘een groot rumoer’, zo erg, dat de kerkmeesters verklaarden ‘van niet meer met het sakje door de kerk te sullen gaan’ omdat ze zich nu onwettige kerkmeesters voelden. V.d. Bijlaard ‘scheen geen lust te hebben om die streng soo stijf te houden’ en legde zich alsnog bij de situatie neer. De Gecommitteerden der kerk Financiële belangens’, P.VanVeen en W. Schipper waren 1 mei ter rechtkamer geweest met het verzoek om schriftelijke bevestiging van hun benoeming. Liever werden ze uit hun ambt ontslagen ‘dan daerover te controverteeren met dominee van de Bijlaard en consorten. Die bevestiging kregen ze.
Het gemeentebestuur schreef op 31 december aan de kerkeraad dat Pieter van Veen, Warnar Schipper en Gijsbert Land verleden jaar waren gekozen ‘tot het waarnemen der belangens der kerkelijke zaken en gebouwen’, etcetara. De drie hadden zich voor de municipaliteit beklaagd dat van de kansel alle manspersonen van 20 jaar en ouder opgeroepen waren om op 5 januari a.s. te stemmen over de ‘ineensmelting der pastorale en kerkelijke commissiën’. Men werd gewaarschuwd deze onwettige daad te annuleren. De oproep werd daarop ingetrokken.
1801.
De drie genoemden hadden op 30 januari de schoolmeester voor de kerk een ‘advertentie’ laten voorlezen om te stemmen voor een nieuwe kerkmeester in de plaats van de aftredende Frans Pos. Pos werd herkozen en zo ook Warnar Schipper, die eveneens aftredend was. In de door de kerkelijke gemeente gekozen commissie zaten Pieter Rutsz Seldenrijk, Jacob Meijers, Arie Warnaar en Hendrik Cornelisz Otten. Hierna volgt een request over de moeilijkheden met de kerk van Oud-Loosdrecht.
21 Maart schreven de op 3 februari 1800 gekozen en op 30 januari 1801 bevestigden tot ‘gecommitteerden in 't waarnemen der financiële belangens der kerkelijke saken en gebouwen’, Pieter van Veen, Gijsbert Land en Warnar Schipper een brief aan de Eerste Kamer. Reden: op 2 februari had de municipaliteit een request ontvangen met het verzoekdat de kerkeraad en de pastorale commissie ‘in hunne onbetamelijke handelwijze wierden gestuyt’. Ds. v.d. Bijlaard had op 27 april van 't vorige jaar een nominatie van acht personen gemaakt, waaruit in de pastorale commissie waren gekozen Pieter Rutsz Seldenrijk, Jacob Meijers, Arie Warnar en H.C, Otten. De requestranten vonden dat zij ‘niet kunnen afzijn alvorens zig uyt te laten nopens de verdere verrigtinge dier pastorale commissie’. Begin 1799 was er kwestie ontstaan over de onwettige verkiezing van Cornelis Meijers tot kerkmeester. Enige burgers hadden zich darover beklaagd bij de municipaliteit, die hen had doorverwezen naar de AdministratiefBestuur van het voormalig gewest Holland. Die had 4 februari 1799 besloten de verkiezing te annuleren. Men diende hoofdelijk opnieuw te stemmen. Toen was Frans Pos tot kerkmeester gekozen. De ook aanwezige schout had voorgesteld gelijktijdig een commissie ‘ontwerp-reglement voor de verkiezing van kerkmeesters’ en een commissie ‘financiële zaken’ te kiezen. Het voorstel was aangenomen en gekozen werden Jacob de Vries, E. Pos, Gijsbert Land en P. Van Veeren. De stemgerechtigde leden werdenopgeroepen op 3 februari 1800 over het gemaakte reglement te komen stemmen en een nieuwe kerkmeester te kiezen. Na bespreking en ‘zuyvering’ was het reglement aangenomen. In plaats van de oudste aftredende kerkmeester J.R. Barreveld werd P. Sypesteyn gekozen en tot leden van de commissie financiële zaken de schrijvers van deze brief. De stemgerechtige leden waren 30 januari j.l. opgeroepen tot verkiezing van één kerkmeester en éé gecommitteerde. F. Pos was herkozen als kerkmeester en W. Schippers als commissielid. De genoemde pastorale commissie had op instigatie van de kerkeraad en mogelijke assistentie van V.d. Bijlaard een reglement opgesteld en in 't Weeshuis van Oud-Loosdrecht ter inzage gelegd. De schrijvers vonden dat een neutrale commissie dat had moeten doen; dat het reglement over een financieel fonds en waarop de aanstelling en de werkzaamheden van de schrijvers waren gebaseerd, niet opgeheven had moeten worden; dat de hele gemeente over samenvoeging van commisies moest stemmen, enzovoort, enzovoort. 2 Maart hadden de schrijvers hun ontslag gevraagd aan de municipaliteit. Nadat velen de kerk hadden verlaten, had de pastorale commissie op 6 maart laten stemmen over het nieuwe reglement, zonder dit eerst voor te lezen enmet vier stemmen voor was het aangenomen. V.d. Bijlaard had gezegd niets te weten van de commissie die de schrijvers vormden. Uit de bijlagen kon men vernemen dat V.d. Bijlaard ‘apparent om des te beter te kunnen slagen in de timmeragiën na zijn zin te laten doen aan het Pastoriehuis en om sijn partij- en heerssugt tot grieving van een patriot uyt te oefenen, geen moeite gespaard heeft om leden van systeme in te winnen tegen de regel [...] uyt te werken tot beschimping en bespotting van een patriot’. Men stelde de Kamer nu voor ‘buy-ten de predikant en kerkeraad om’ de gemeente op te roepen ‘om zich uyt te spreken’.
25 Maart voegde de municipaliteit er aan toe het eens te zijn met het request van 2 februari j.l. en stelde nog: ‘insonderheid van de predikant van de Bijlaard, welke sedert de revolutie van 1795 met onderschijdene differensiën de aanstelling van patriotten gedupeerd heeft, dan over weesmeesters, dan over kerkmeesters als andersints, ons het tot heeden toe soo moeilijk gemaakt heeft dat wij wel wenschte dat door ulieden hierinne voorsiening wierde gedaan, vertrouwende alsdat de twist alhier wel een einde soude hebben’.[30]
Jacob Meijers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1782 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grietje de de Vries | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1793 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marretje Meijers |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.